. . . .

Corn[elis] Janssz Kaescooper vercoopt aen Jan Reijersz
Schagen d helft onderdeel van een stuck groot int
geheel V g[eersen] VJ s[nee]s gen[aam]t de Dreijboomsven daer
van Jan Reijersz d wederhelft toecomt leggende aent
pat beltent t pat ten noorden d Cappelrij ten oosten
Jan Janssz ten suijden ende d Nieuwe wech ten westen
voor vrij off bekent voldaen etc[etra] stelt Jan Reijersz
in volcomen possessie etc[etra] doet aquite etc[etra] belooft
t sevel te vrijen ofstelt ten onder pand een acker lants
groot XJ s[nee]s leggende aende harbarch belent d harbarh ten
suij[den] en Trijn Claes wed[uw]e van Dirck Janssz uuijte Leijen
ten oosten ende d kinderen van Aerian Gerritsz Butterpot _ten
 

H van

H

. .

ten westen voorts etc[etra] onder generael verbant submitterende
die etc[etra] volgende den quijtscheldinge gepasseert voor Jacob
Pietersz Koeman ende Jan Thijsz Schoorl schepenen ende be
segelt bij Rijckert van Vollenhove schout van Nieudroper
cogge den achten februarij 1 6 1 4

Vollenhove

Jan Reijersz Schagen verbint t selve landt voor de _-
kustinge oproedt ende maet te betalen ijder geers
voor IIIJ ^c VIJ gulden vers[crheven d helft karsstijt danderhelft
karstijt XVJ^c XV ende 1 6 1 6 volgende den kustingbrieff
dat uut supra

van Vollenhove

. . . .

. .