109

Pieter Lambertsz van Nieuwesloot voor hem selven
ende caverende de ratoe voor Jan Lambertsz
zijn broeder ende d kinderen van Wijbrant Lambertsz,
Jan Claesz van de Langereijs als voocht van Aeff
Jans de naeghelaten dochter van Wijve Claes dochter
vervangende voort ende caverende de rato voor Claes
Jansz de broder van Aeff Jans d[ochte]^r ende d kinderen van
Corn[elis] Claesz Duijn mitsgaders de kinderen van Anna Claes
ende Brecht Claes d[ochte]^r alle erffg[ename]n van Claes Jansz de zoon
van wijlen Jan Claesz Jongedijn vercopen te samen
dragen op ende schelden quijt aen Anna Jan Roodts
 

wed[uw]e van Aerian Corn[elis]z Schippers woonende terdieck
een acker zaedtlandts groot omtrent twintich
s[nee]s leggende achter Terdieck omtrent die langereijs
naest belendt met Anna Jans selff ten westen ende
Jan Claes voorn[oem]t ten oostne voor vrij landt
zonder eenijgen last opstal ofte onvrijdoom etc[etra] bekennen
d vers[chreven] erffg[ename]n daer aff voldaen den laetste pen[eninge]n
metten eersten stellen in qualite voors[chreven] d vers[chreven Anna
Jan Roodts in reelen ende actuelen volcomen possessie
ende eijgendoom van vers[chreven] acker doende van wegen ende
in qualite ver[schreven] daer van aquite ende volcomen affstant
ghelovende in qualite vers[chreven] t zelve landt te vrijen
ende waeren etc[etra] onder t verbandt van de persoon van
Pieter Lambertsz en al zijn ende de anderen erffg[ename]n haere
goeden roerende onroerende gheen uuijtghesondert etc[etra] volgens
d quijtscheldingbrive geapsseert voor Evert Corn[elis]z
ende Willem Jacobsz schepenen in date den
XXVIJ^en februarij anno XVJ^c XXXIJ

. . . .