Jan Pietersz Fecke ende zijn zoon Albert Jansz | foli[o] 222 Wij Gerrit Sijmonsz ende Corn[elis] Govertsz schepenen in Nieudorp oircconden ende kennen dat voor ons ge compareert zijn Jan Pietersz Fecke jegenwoordig woonachtich tot Oosterblocker mitsgaders zijn zoon Albert Jansz met zijn vers[chreven] vader geassisteert welcken bekenden voor haer ende haren erven wel ende wettelijck vercocht opgedragen ende quijtgeschonden te hebben sulcx doende mits desen aen ende ten behoeve van Anna Jan Alberts weduwe van Jan Noorder alhier een stuck zaed lant groot omtrent seventhien snees gelegen
binnen de Harebarchsloot in costverloren alhier belent selfs met de Smalvan ten oosten j[onkhee]r Jacob Nobel ende de Castricummer ten westen de Harberchsloot ten noorden voor vrij lant sonder eenige lasten opstallen ofte onvrijdommen anders dan zijn orinare en extraordinare costen ende lasten gelijck buren en lendens dragen van welcke vercoopinge opdracht ende quijtscheldinge de voorn[oemde] Jan Pietersz Fecke met zijn zoon Albert Janssz haer bekenden bij den voorn[oemde] Anna Jan Alberts met een somme van achthondert en vijftich guldens gereede ontfangen penn[ingen] te wesen al voldaen en wel betaelt den laetsten penning metten eersten welck penn[ingen] wederom zijn geemploijeert tot optimme ringe ende miliantie van haer huijs
verte |
* waerinne de andere kinderen ende erven van P[iete]r Corn[elis] Fecke consenteren | twelck opt onderges huijs ende erve in blocker overgedragen wert verbindende daer voren mitsdesen hare personen ende goederen presente ende toecomende geen ecemt die submitterende tot bedwangen executie van den hovve van Hollant ende allen rechten en rechteren t oirconde hebben wij schepen voors[chreven] desen ter bede van de comparanten geteijckent ende voor ons laten besegelen bij den e[erbare] Herman Hertman van der Woude schout van de Nieudorper
|