solviit betaelt in handen van Sijvert Pieters den Xen februarij |
Op huijden den XVIJen maert a[nn]o 1586 soe compareerde voer ons schepenen ende weesmeester hier ondergeschreven Jan Floris Jan Zijgers als oom van Cornelis Jaep Roodts nagelaten weeskint genaemt Floris Cornelisz dien hij Cornelis voern[oe]mt gepro crieert heeft bij Reijnu Floris des voern[oemde] Jan Florisz zijnen suster ende Claes Garbrant Dircx ende Claes Heertgesz als coude oomen ende verclaerde als datsse t voern[oemde] weekint zijnen goederen bij een versamelt hadden nadat zijn vader ende moeder in Suijthollant gestorffen zijn ende begeerden der haffven dat wij t veurn[oemde] weeskint zijne goedere int weesboeck wilden aentekenen t welc wij gaerne gedaen hebben ende zijn dit zijn geoderen als hier naer volcht
Item inden eersten bekende den voern[oemde] Jan Florisz t voern[oemde] weeskint schuldich te wesen de somma van drie hondert karolijsse gul[den] hooftpen[ningen] dien hij vader hem houdt den honder om acht gul[den] siaers verschij[dag] t eerste jaer kersmis |
1593 | nu eerstcomende van gelijcken bekende Claes Heertgsz voern[oemde] kint schuldich te wesen de somma van hondert dalers t stuc tot XXX st[uivers] hooftpen[ningen] van renten XIJ gul[den] siaers verschijn[dag] kersmis Noch bekende Lammert Aeriaen Uuijtscots t voern[oemde] kint schuldicht te wesen de somma van |
solviut ende weder uuijtstet onder Sijvert Pieters |
hondert gul[den] hooft somma van renten acht gul[den] siaers verscijn[dag] kersmis van gelijcken bekende Jan Midwoudt t voern[oemde] weeskint schuldich te wesen de somma van vijfftich gul[den] hooftpen[ningen] van renten IIIJ gul[den] verschijn kersmis met noch omtrent elff snees saedlants gelegen inden banne van Nijedorp buijten ende is nutertijt belent met Claes Garbrantsz zijnen oom aen oostzijde en aen t suijteijnden Aeriaen Hilbrantsz aende westzijde actum op jaer ende dach als boven ter p[rese]ntije van Joris Amelsz schep[en] Jan Evertsz weesm[eeste]rn ende mij als secretaris
Floris Claesz Buijten 15 // 86 |
solviut ende betaelt in handen van Sijvert Pieters
als voocht | Opten 28e januarij anno 88 soe bekende Lourens Claes Lous t veurn[oemde] weeskint schuldich te wesen de somma van vijfftich gul[den] hooft somma dien hij houdt om 4 gul[den] jaerlijcx vrij suijver gelt van renten verschijnet t eerste jaer kersmis 88 stelde daer voor onderpand zijn huijs ende erffe staende ende leggende tot Nijedorp bijden beijsebrug ende voorts alle zijne goederen geschiet ten p[res]ntije van Jan Evertsz weesm[eeste]rn ende mij als secretaris Nijedorp F C Buijten op huijden den 21en maij 1594 heeft Marijtgen Pietersz Cornelis geassisteert met meester Cornelis haeren swager uuijthanden van Sijvert Pietersz als voocht van Floris Cornelisz ontfan[gen] de somma van vijfftich karolus guldens
gecomen zijnde van Hermen Pietersz t welc sij sal houden om kerstijt eerstcomende om behoorlijcke renten off staet langer niet gemoet |
solvit betaelt in handen van Sijvert Pieters | Opte eersten februarij anno 1588 soe bekende Hermen Pieter Alberts Buijten t veurn[oemde] weeskint schuldich te wesen de somma van vijfftich k[aroli] gul[den] tot XL grote vlaems t stuc die hij houdt op renten de honder om ach jaerlijcx van Claes van Buijten renten verschijn[dag] kersmis 88 stellende daer voor ten onderpande het huijs ende erffe daer hij nutertijt in woont staen[de] en[de] leggende buijten bij Hermen Toles breg en sullen pertijen elcx een paer maenten te vooren soemen de pen[ingen] begeert off opleggen wil waerscuwe
actum op jaer ende dach als boven ter presentije van Jan Evertsz weesm[eeste]rn ende mij als secretaris Opten XVen februarij anno 1588 soebeken soe beken Jan Pieter Willems wonachtich tot Alcmaer ende dat met wille ende belieffen van Jacob Pieter Cornelis zijnen oom schuldich te wesen t verun[oemde] weeskint sculdich te wesen de somma van 50 karolus gul[den] hooftsomma dien hij een jaer sal houden op renten van naer avenant van hondert gul[den] siaers 8 g[ulden] verscijnen kersmis nu eerstcomende 88 ende stellende daer voir ten onderpande ende dat met wille ende belieffven van Jacop Pietersz veurs[chreven] de somma van hondert gul[den] hooftsomma hem comparant met zijn broeders en suijster competeeren is rustende onder Maerten Pietersz Fecke t welc
kersmis 88 vercenen sal wesen ende voorts alle zijnen goederen roerende ende onroerende p[rese]nt ende toecomende welcke pennin[ge] Maerten Fecke hem comparant met zijn broeders en suster sculdich is ende belooffde kersmis 88 te betalen in handen van t weeskint ofte zijnen voocht ondercondijtie dat hem t selffde soude stercke als betalinge ende beloofde Jan Pieters als dan in handen vande voocht te betalen 54 gul[den] vrij suijver gelt sonder enich offbrec geschiet ter p[rese]ntije van Jan Evertsz weesm[eeste]rn ende mij als secretaris
F Claesz Buijten op huijden den Xen februarij anno XVc een ende tnegentich soe bekende Sijvert Pieters voocht van t verun[oemde] weeskint van wegen Dirck Sijgersz tot Winckel zijnen swager t verun[oemde] weeskint schuldich te wesen |
ende weder uuijt stelt onder de mient van Nijerop ende dat de hoondert gul[den] om VJen gul[den] siaers verschijnt kersmis 93 |
de somma van vijfftich karolijse gul[den] hooftsomma dien hij houdt op renten om IIJS IIJS gul[den] siaers verschijnende kersmis opten Xen februarij an[n]o XVc 91 heeft Sijvert Pietersz als geordoneerde voocht van t veurn[oemde] weeskint zijn rekeninge gedaen van zijn ontfanc van de ontfan[gen] renten ende van hondert gul[den] hooftsomma bij hem ontfan[gen] vande wedue van Lammert Aeriaen Claes Heijnes ende is Sijvert Pietersz in desen tegens het veurn[oemde] weeskint ten achteren gebleven de somma van hondert ende vijfftich karolusse guldens hooftsomma die hij een zeker tijt houden sal op renten vanXS XIJ gul[den] jaerlicx verscijnende kersmis
aldus gedaen ter p[rese]ntie van Jan Evertsz weesmeijster Jan [Jacob] Pietersz Rood grootfader ende Claes Garbrant Dircx oom van t veurn[oemde] kint |
| opten Xen februarij 1591 bekende Jacob Pieter Cornelis des veurn[oemde] weeskints grootfader oom aen dandersijde gementioneert t veurn[oemde] weeskint schuldich te wesen de somma van XXV gul[den] hooft somma dien hij houdt op renten om XXXV gul[den] jaerlicx verscijnen[dag] kersmis aldus gedaen op jaer ende dach als boven ter p[rese]tije van Jan Evertsz weesmeijster ende mij als secretaris
Floris Claesz Buijten Op huijden den XXV en maert a[nn]o XVc 92 heeft Sijvert Pieterssz als geordoneerde voocht van Floris Cornelisz zijn rekeninge gedaen van zijn ontfan[gsten] ende uuijtgeven ende heeft in desen zuijver betaelt behalven den hooftpen[ningen] die Sijvert onder hem heeft die welcke noch staende blijft en heeft Sijvert in desen suijver betaelt aende coomt t veurn[oemde] weeskint noch renten dat al verstenen is van Jacop Pietersz zijn groot vader
zes gul[den] ende noch van Jan Floors weduwe XVIIJ gul[den] IJ st[uivers] ende van Jan Midwoud vier gul[den] aldus gedaen ter presentie van Jan Everts weesm[eeste]rn Jacop Rood ende Claes Garbrant Dircx t kints oom ende mij secretaris Floris Claesz Buijten noch coemt t veurn[oemde] weeskint van Pieter Jacop Dircx tot Winckel hondert gul[den] |
Solviit |
hooftpen[ningen] van renten VIJ gul[den] verscijnt bij lichtmis 94 daer borch voor is Dirck Jaep Dircx zijn broeder blijckende op een oblegatije daer van zijnde noch rust onder Pieter Smit hondert gul[den hooftpen[ningen] van renten VIJ g[ulde]n verschijnt kerstmis eerstcomende welcke penningen Sijvert als voocht van t weesken zal ontfangen ende in aff cortingebrengen van kustinc van t ackertgen bij haem als voocht van Seuw Maertens van Pieter Smit gecocht noch rust onder Cornelis Jansz Groteman tot Winckel de somma van hondert ende vijff en twijntich k[aroli] guldens staet de hondert van VIJ gul[den] XVst[uivers] siaers verscijnt kersmis 93 blijckende bij ene beselgede r oblegatije daer van zijnde daer borch voer is Aris Pieter Tijs
op huijden vijffden maert 1593 heeft Sijvert Pietersz als geordoneert voocht van Floris Cornelisz zijn rekeninge gedaen van zijn ontfangen ende uuijtgeven salvo is Cornelis Rembrants en Guert Floris noch ongereknt ende is Sijvert Pieters in desen tegens t weesken ten achteren gerekent ene zomma van - XXXVIj gul[den] aldus gedaen ter presentije van Jan Toemsz schepenen en Jan Everts weesmeesteren Jacop Pietersz Bestevader ende mij secretaris Floris Claesz Buijten
opten 15en maert 1593 heeft Sijvert Pietersz als voocht veurs[chreven] in p[rese]ntie van Jacop Pietersz Bestevader, Jan Evertsz weesm[eeste]rn met Guert Floris bij haer hebben Jacop Cornelisz haeren voocht gerekent vande hond[er]t van Floris Cornelisz tegens de hier van t lant ende dat van siaer 92 is t veurs[chreven] weeskint berekent XX gul[den] XVIJ st[uivers] IIJ p[enningen] t welc suijver betaelt heeft argo dat Sijvert Pietersz zoon hier tegens t veurs[chreven] weeskint ten achtern blijft XVIJ gul[den] VIJ st[uivers] XIJ pen[ mits dat Sijvert Pietersz sal ontfan[gen] van Cornelis Rembrantsz als voocht van Dirck Jan Garbrants kint V gul[den] V st[uivers] zonder daer van bewijs te doen |