187

Op huijden den XJ^en augustij anno zestienhondert co[m]pareerden
voor ons schepeepen en[de] weesmeijster ondergeschreven Aeriaen
Hilbrantsz onse mede poorter als verder van zijne twee kinderen
met naem Aeffien ende Trijn Aeriaens dochteren bij Trijn Floris
dochter zijn overleden huijsvrouwe zal[iger] nagelaten mitsgaders
Cornelis Reijersz ende Cornelis Claesz Kruijff des voorsz[egde] kinderen
naeste bloetvrienden van haer zal[iger] moeders zijde ende
verclaerde als datsse d[e] voorsz[egde] Aeriaen Hilbrantsz hoe dat
hij tot noch toe de voorsz[egde] zijne kinderen haer moederlijcke
erff nijet beweesen heeft twelc hij ende dat hij metten
voorsz[egde] zijne kinderen bloetvrienden veraccordeert is dat
zijne voorsz[egde] twee kinderen voor haer emoederlijcke erff sullen
hebben en[de] voor vrij eijgen behouden alsulcke goederen
gelijc als hier naer gespecefeceert staen versoeckende
aen ons scheepen en[de] weesmeijsters ondergesz[egd] ome d voorsz[egde]
kinderen goederen ofte moederlijcke erff int weesboec te
willen ontfangen twelc wij also gedaen hebben ende zijn den
versz[egde] kinderen goederen gelijc als volcht

Item inden eersten vier koijen met ene hokelincx veres en
een kalff dien hij metertijt inden weij is hebbende

ende noch alle et inboel ofte huijsraet soe bedden
deeckens kussens laken houtwerc ketels emmers
tobbens patten geen huijsvaer uuijtgesondert also t selve
iegenwoordich in effe is

met noch t gunt van den uuijtgift van Barent Ericx Schip
gelijc als andere mede reederen hem soude co[m]peteeren
ofte toedragen t welc zijne kinderen mede sullen voor
vrij eijgen in voldoeninge van haer moeders erff sullen
ontfangen

ende noch vijff en dertich karolus guldens hem co[m]peteren[de]
van Sijmon Aeriaen Rens Mangnus ter causse van
coop van een melcveers verschijnt martens eerstcomende
ende noch zestien gulden hem competeren van Dirck Floor
aende zijdwint als reste ende vuer de coop van een koe
verschijnt alreheijlijgen eerstcomen[de]

met noch zekere restanten ter causse van coop van fleijs
ende houdt hem co[m]pterende van zekere verschijden _personen
 

gelijc hier naer volcht in den eersten van Jacop Garbrantsz
timmerman de soma van vijff gul[den] twaelff ten acht pen[ningen]
ende jan Dirck jan Donckers vijff gul[den] vijff sth[uivers] Jacob Dirck
Jan Donckers vier gul[den] X st[uivers] jan Gerijt Maertens dertich
gul[den] ter causse van en koe Jan Dorstichs van[de] Colhorn XX gul[den]
van fleijs Coster Wouter t Ouwenijdorp vijf gul[den] van fleijs
Jan Tijssen campen twee gul[den] Kees Most t Ouwenijdorp drie gul[den]
X st[uiver[en] Jan Lammertsz Pankoer zeven gulden vijff sten twee gul[den]
vijff st[uiver]en ende van Sijmon Pietersz Campen vijf bul[den] toegeseijde
penningen t welck Sijmon aen hem genomen heeft voor Jan
Pankoec te betalen boven den versz[egde] twee gul[den] V st[uiver]en

met noch den iegenwoordigen vrucht ofte teelinge van den
zaedacker buijten mits dat den kinderen ofte haere vrienden
den hier aen Claes Everts vande Acker sullen betalen

ende noch het iegenwoordige vercken leggende op t schot

mits noch het hoij saende achter thuijs op ten stael
alsoo daer staende is

verclaerde vorder d voorsz[egde] Aeriaen Hilbrantsz dat
des versz[egde] zijne kinderen moederlijc erff naedes ofte que__
nae haers moeders overlijden een merckelijcke
soma gelts beter waer als t gunt voorsz[egd] is

Aldus gedaen op iaer ende dach als boven in presentie
van ons Cornelis Garbrantsz Kruijff scheepe
ende Sijvert Pieterssz weesmeijster tot Nijdorp
t oirconde bij ons desen ondertekent mij present
secretaris

bij mij Sijvert Peters

                           Floris Claesz Buijten
                           ____
bij mij Cornelijs Garbonsz Kruijff