Op huijden den XVJ^en februarij anno XV^c vier ende tachtich
stilo novo comp[ar]eerden voor mijn not[ari]s publijck ende den
getuijgen hier naegescreven Barent Aelbertsz tegenwoordich
burgem[eeste]r Amel Gerritsz ende Cornelis Rembrantsz
oudtburgerm[eeste]ren van Nieuwenierop ter eenre ende Cornelis
Jansz Molenaer van Nijeuwenierop nu ter tijt poorter tot
Alcmaer ter andere zijde ende verclaerden ende bekenden
hoe dat zij met malcanderen veraccordeert ende over een gecomen
zijn in manieren hier naer verclaert te weetene dat die
voors[chreven] burgem[eeste]ren van Nijeuwenierop den voors[chreven] Cornelis
Jansz Molenaer sullen bevrijden ende indempneren van
alsulcke actie als die schout van Nieuwenierop ende
Willem Pietersz Dijsel waert aldaer opte voors[chreven]
Cornelis Jansz Molenaer pretenderende zijn waer tegens
die voors[chreven] Cornelis Jansz Molenaer den armen van
Nieuwenierop in recompense van dien onwederoepelick
met een gifte genaempt onder den levenden gegunt ende
gegeven heeft gundt ende geeft mits desen die somme van
ses hondert carolus gulden van XL gulden grooten vlaems t stuck
te betalen nae den doot vande voors[chreven] Cornelis Jansz
ende van Jan Jansz d[ochte]^r zijn huijsvrou ende omme der armen
van nijeuwenierop van de voors[chreven] ses hondert gulden wel
te versekeren zoe belooffde die voors[chreven] gifte te passeren voor scepenen
van Alcmaer een publijcke acte met belofte bij eede
gestarckt van die selve gifte tot geene tijden te renoveren
des belooffden die voors[chreven] burgem[eeste]ren uuijten naeme vande
regenten van[de] armen tot Nijewenierop ende haer voor
 

den selven starckmakende dat zij den geenen die van des
voors[chreven] Cornelis Jansz bloede nae die doot vande selven
Cornelis Jansz tot armoede comen uuijte renten van de
voors[chreven] ses hondert gulden eenige onderstandt^sullen te doen tot
haerlijder nootruft welck accoort ende overcompste die
voors[chreven] comparanten an wedersijden belooffden ( bij behoirlicke
stipulatie an handen mijns notarij naegescreven gedaen in
alle zijne pointen voren verhaelt te achtervolgen ende te
volcomen versouckende tot dien eijnde van mijn openbaer
not[ari]s imperiael naegescreven haerluijden hier van gemaict
ende gelevert te werden een ofte meer acten in behoirlicke
forme aldus gedaen ende gepasseert binnen der stede van
Alcmaer ten huijse mijns not[ari]s staende ande noortzijde
van Mariamagdalenen straet ter p[resen]tie van Jan Dircx
schout der voors[chreven] stede als getuijgen van goeden gelove hier
over geroepen ende gebeden des toirconde hebbe ick Lobbrant
Jacobsz Coren secretaris der stede van Alcmaer ende openbaer
not[ari]s imperiael tottet selve offitie bij den hove van Hollant
geadmitteert dit selver gescreven ende mijn gewoonlicke
subsignative hier onder gestelt ten daege ende jaere voorscr[even]

                                                                 L J Coren not[ari]s __