. . . . | . . . . Opten IIJen Martij anno XVc LXXIX wesent op een buierechtdach hebben Reijer Pietersz, Pieter voor hem selven ende oect sich sterkm[akende] hebbende van Dirck Michielssz Iacopsz ^ Cornelis Aerianssz , Pieter Garbrantssz ende Wigger Pieterssz als sest[?] pen[ningen] uit crachte van voergaende vonisse gevoesz[?] tuss[en] Cornelis Coomen Jacobsz als woonachtich van Rijerel Willemsz grote Reijer ende Naningh Dircxs van Egmont alsoe den v[oornmoede] Cornelis Coomen Jacopsz als gemachticht van Groote Reijer v[oor]sz[egd] den voern[oemde] Nan[ing] Dircxz achtervolgende d obligatie daer
van sijnde twelcke Cornelis als gemachticht versz[egd] in rechte heeft vertoont op sijn gesetten rechdach niet gecomen is dat den voern[oemde] Cornelisz Comen Iacopssz als gemachitcht van Grote Reijersz sijn clachte heeft genoomen welcke douis[?] Renst Gertssz als een mede schepen heeft gesoet[?] |