#
Jan Harcksz van
Scagen als voocht
van Meijmerich Re[m]brants
d[o]gter ende Jelle Wille[m]sz
den oudsten soon van
Meijrich voorsz[egd]

Rembrant Willem Jellesz wonende tot Harinchuijsen doet quijta[]
op Pieter Simonsz Keijs[]er] poorter t Scagen van een stucke grootlants
gelegen binnen Scagen bijnde de houp genaempt het hooch met
het roodt bosschen daer inne groot omtrent drie geersen en drie snesen
belent met Willem Lourisz aende suijt zijde ende den Heeren
wech aende noort zuijde hooft # gestellen tot ijpoteeck der met
wille ende consent van Meijmerich Rembrantsd[o]chter zij mede
den gerechten helft van een stucke groetlants gelegen binnen
de banne van Barrinchorn inde daet groot omtrent
gerrs belent met Jacob van Tuijm aende westeijnde ende Cornelis
Arian Bestes oostzijde actum den XIJ dage martij
a[nn]o 1577 stilo noj voor Olfert Gherrijtsz ende Jaoc Corn[elisz]
Hoochzuijd schepenen in Scagen ende Jan Jansz Koijs ende Jan
Jacobsz scepen[en] van Barrinchorn ende is besegelt van scepen van
scagen elcx apparert met haer selffs segel ende bij Taems Pietersz
scout tot Barringhorn door beede van zij scepen