Dat voor ons quan int gerechte d eersame Heijman Bouwman als getrout hebbende Margriet Jans dochter van Poll indier qualite
voor hem selven ende als speciael gemachticht van Oocer[?], Jacob ende Assuerus Claes van Pol van der Cock mitsgaders van Adriaen Cornelis van der Horn als man ende voocht van Leisabeth Jansdochter van der Poll mede als gemachticht van wijen Cornelia Jans [do]ch[te]r van Poll weduwe van wijlen Jacob Bartholomeeussz van Wesip alle kijnderen ende kijnts kijnderen respectus kijnderen aen haer kijnderen ende kints kijnderen ende ver__gens acte van procuratie daer van sijnde in date den vijffden junnij van desen jaere XVI drijeende dertich voor Jan van Sijp notaris tot Leijden gepasseert mitsgaders Aeffgen Cosmus van Berthems dochter voor haer selven ende asl procuratie
hebbende van Elisabeth Cornelis Moninx dochter ende van Marija Moninx weduwe van wijlen Arijen van Marezee henl[ieden] vermogens de voors[zegde] procuratie voor Maerten Deijren notaris wonende te schravenhage opden XVIJe Meijdes voors[zegde] jaers XVJe drije ende deertich lestleeden gepasseert sterckmakende voor Jacob Cornelisen Moninx haeren innocente broeder ende oock voor de naegelate weeskijnderen van Warnard van Valck verweckt bij Janneken Corn[elis] Moninx mede voor het weeskijndt van saliger Corn[elis] Willems Moninx wesen die voorn[oemde] Aeffje Cosmus alle bijde selve procuratie mede gemachtichde van Assuerus Cosmus van Barthen haren broeder ende die selve Aeffge haer
mede sterckmaekende voor Aeltge ende Merrichge Cosmus haere susteren sijnde oock de voorn[oemde] Aeffge in desen gesterckt met m[eeste]r Olivier Bonckaert als haeren gecooren voocht oock mede Gijsbert Cornelisen in de naeme van Neeltgen Huijge sijne huijsvrouwe voorhen selven ende als vader ende voocht van sijne kijnderen bijde selve Neeltge verweckt voor soe veel die mede erffgenamen sijn van saliger Mechtelt Jacobs dochter ende alsulcx mede gerechticht mogen wesen alle descendenten van Maria Sweerts van Poll neffens Adriaen Claesen van der Leeuw als testamentair voocht over de goederen toecommende Abraham van Eijck geprocreert bij
Weijntje de Lage ende hemluijden aengecomen sijnde van Weijntge van de Poll huerlieder groetmoeder saliger bovendien noch die voorn[oemde] Bouwman ende Arien van Leuwen elcx in qualit[eit] als vooren oock daer beneffens die voorn[oemde] Aeffge Cosmus voor haer selven mede voor haeren boorn[oemde] broer ende susters als mede erffgenamen van Peter van Eijndoven ende huerl[ieden] sterckmakende voorde kijnderen van za[liger] Cornelis van Poll voor soe wel dieselve inde naegelaten erffenisse des voorn[oemde] van Eijndoven gerechticht sijn tsamen representerende die stukenden[?] voorn[oemde] peter van Eijndhoven alle die selve persoonen respective ende tsamentlijcke erffgenamen soe van[de] vors[egde] Jan van Pol
als van Marrichgen ende Weijntgen Sweertsen van de Poll ende Peter Roeloffsen geinstitueerde erffgenamen van saliger Catharina van Poll ende hebben de versz[egde] comparanten in voegen[?] ende qualite voors[zegd] getransporte nae dat ons vertoent was de betaelige de _e m__eer stat_[?] XX pennick getransporteert ende overgegeven als sij transporteerden ende gaven over mits desen aen Sabastiaen Geerloffs den eijgendom van ontrent ses mergen landts wesende van ende patrimoneel goet soe++ groot en cleijn die die gelegen sijn op Heeswijck voorn[oemd] inde lande van Montfoort streck ende van ter ijsele tot het midden van Heeswijcke Thiendewech toe daer oostwarts die weduwe van Jacob Janssen van Meerloo ende
westwaerts maerten Adriaensen de Bonting Als naest gelant sijn[de] ende de voorn[oemde] comparanten vertgen{?} daer van ende van alle recht _a_ter hem ende toeseggens t geene sij luijden in qualit[tie]te voors[zegd] over ende tot de voorn[oemde] landen alreede hebben ofte noch soude moegen hebben in wijdt manieren t selve mochte weesen ende voorts van alle brieven ende vergisteren[?] die daer van moegen wesen all tot behouffen des voors[zegde] Sebastiaen Geerloffs sijn erven ende naecomelingen bekennende dese comparanten van de geheele cooppen[ingen] der voorsz[egde] betaelde landen voldaen vereijcht[?] ende wel betaelt te sijn op leste penninck met de eerste met een somme van een en dertich hondert negen gulden derthien stuij[v]ers ende elff pen[ningen] alles sonder arch
ofte list actum voor Henrick Cornelissoon Jacob Mathijsse van Bambergen ende Hermen Jansse van Hollantsz lantgenoeten van Hees wijck op huijde den XIIJ August[us] 1633 |