compareerde voor den h[ee]rn heemraden der vier noorder coggen Jan Oijevaar dewelke na dat hun de vrag hier onder
volgende waren gedaam ter liquidatie van den wel edele gestrenge heer Pieter Spaander dijkgraaff der vier noorder coggen R O daar op heeft geantwoord soo als vorens iedr staat uijtgedrukt | Articulen gedaan maaken en d heeren heemraden der vier noorder coggen overgegeeven uijt uijt naam van der heer Pieter Spaander dijkgraaff der selver cogge omme daar op te koomen en getuij genis der waarheijd af te varagen Jan Oijevaar dijkbaas woonende te Lamberschaag | |
antw[oord] 1 oud 62 jaar | Art[tike]l 1 hoe oud hij getuijge is | |
antw[oord] 2 Ja
| 2 of hij getuijge in dit jaar heeft aangemonen onder andere werk in een nieuwe wierruk op no 65 afschauw | |
antw[oord] 3 Ja | 3 off voor de oude wier van dat vak was een zoo genaamde tafel van planken welke hij moest afsloo pen mits blijvende het hout in eijgendom aan de gemeenschap van west frieslands dijkagie | |
antw[oord] 4 Ja | 4 off hij dat hout hebbende los
gemaakt heeft gelegt op den dijk veele planke geheel en wel als sijnde nogh nieuwe hout | |
antw[oord] 5 Neen maar wel gesegt te hebben als t werk gedaan is wil ik jouw wel een plank off drie van mijn hout geven | 5 off hij aan Christiaan Hendriksz heeft gesegt dat hout wel te mogen gebruijken tot reparatie van schou hek digt bij t vak hier voorgenaamt staande | |
antw[oord] 6 Neen | 6 off hij heeft gesien dat Christi aan Hendriksz dat hout van den dijk heeft afgenomen en daar mede t heg maakte
| |
antw[oord] 7 ik heb wel hout aan t hek van Christiaan Hendriksz gesien t welk ik niet beter konde sien off t was van t hout van de gemeenschap | 7 soo neen oft hij dan niet heeft ge sien dat t voornoemde hout door hem op den dijk gelegt en aan de gemeenschap van westfrieslands dijkagie in eijgendom behoorde was gebruijkt aan t hek van Christiaan Hendriksz | |
antw[oord] 8 Ja | 8 off de heer Haasman dijks hoofdman wegens de medemblikker cogge hem getuijge niet heeft gevraagt waar de planken waaren welke
hij getuijge va nvoor het vak had gesloopt oft los gemaakt Christiaan Hendriksz | |
antw[oord] 9 Ja | 9 oft hij getuijge toen d heer haasman niet heeft aangewesen meergemelde hek van Christiaan Hendriksz | |
antw[oord] 10 Neen | 10 oft hij getuijge geen meerder persoonen weet te noemen welke van deze gepleegde dieverij weeten | |
antw[oord] 11 Ja ten minsten een knegt zijnde met zijn tween zoo hem ge tuijge voor staat
| 10 oft hij getuijge hem ook kan te binnen brengen dat wan neer Christiaan Hendriksz met hem over hout tot dat hek sprak dietijds daar mede present was zeekere jood bij Christiaan Hendriksz als slagersknecht sijnde oft vleeshouwende | |
antw[oord] 12 Ja ten minsten het is het zelve hout dat hij van voor den dijk heeft afgesloopt soo ver hem kennelijk is | 12 oft de planke welke hem heden in t magasijn alhier zijn ver= toond zijn deselve ten minsten soort gelijke als hij van voor den dijk heeft afgesloopt op den dijk gelegt en naderhand gesien
aan t hek van Christiaan Hen driksz | |