Op hijden den 3en maij 1696 ouden stijl compareerden vor ons Johan van Poelweert schout van Harmelen Har
melreweert Haanwijck en Bijlevelt in des e[dele] heer Ludolph de Withs gerechten Maarten jansen de Bruijn ende huijch van der Wal schepenen aldaar Aaltgen Teunis Gansevanger lest weduwe van Cornelis Bastiaansen van Bostelre weert out LXXIJ jaren ende Jannichje Claas den Ouden wed[uw]e van Loeff Dircken van t uithoff mede out ontrent LXXIJ jaren beijde woonende onder desen gerechte van Harmelen de welcke certificeerden ende ver claarden mits desen gesamenderhande ende elcx bijsonder onder eede solem neel henlieden door den schout wette lijck affgenomen ten versoecke van de eijgenaars der huijsinge staande in haanwijck req[uira]nten waar ende waar achtich ende haar comp[ara]nten noch seer
wel kennelijck te sijn dat ontrent |