_ _ | compareerde voor schepen[en] onder geschreven Jan des Ourssins van Ijperen poorter deser stad Leijden oudt ontrent XXXJ jaren ende verclaerde met eede rechtelicken d[aar] toe verdaecht zijnde ten versoucke van Grietge Jansdr huijsvrouwe van Aerd Cruijs waerachtich te weesen dat gelegen ontrent drie jaeren zonder den juijsten tijt onthouden te hebben zij req[uiran]te met hem reqt dep[osan]te heeft gewoont ende dat alssoo de voorsz[egde] req[uiran]te besich weezende haer gelt te tellen |
hem | heeft getuijge heeft bij haer heeft geraden
gehadt omme eenige specie van gelde daer va[n] zij de prijs niet wel en wiste te willen tellen zulcx hij getuijge gedaen heeft ende over zulcx getelt gehadt die ter somme van vijftich comen grooten vlaems tuijch vorder dat hij getuijge te selven tijde bij t voorsz[egde] gelt heeft zien leggen noch een groot sommeven een die hij d[e] getuijge naer zijn beduncken het liet
|
| IJ/c XVJ voorstaen wel soo veel te zij[n] als hij te voorn[en] getelt hadde waeromme hij getuijge haer zeijde
is v__ck wel Grietgen dit is al potgelt ghij moet noch meer getl hebbenofte diergelicke woorden daer op zij req[uiran]te antwoorde dit gelt behoort Neeltgen mijn |
sche IIJ st[uivers] scri Vj st[uivers] | weeskindt toe wijders niet guijgende actum desen XIXen augusti 1586 Jacop Willemsz Robben Florisz |