Oud Recht 79f / 316v Leiden pdf 02-11-2023 pag. 1

ged[]

Compareerde voor den ondger gesz[chreven] schepenen
Jan van Damme vellebloter out omtr[ent] XXXIJ
jaren de welcke rechtel[ijk] verdaecht zijn[de] ten
ver soucke van Jan Harrewijn mede vellebloter
bij eede hem gestaeft en[de] affgenomen getuijcht
ende verclaert heeft waerachtich te wezen
en[de] hem getuge zeer wel kennel[ijk] te wezen
dat lange tijt voor het overgaen van stadt
Groeningen eenen van Ma[t]hieu van Broucke
wonen[de] tot Haerlem vergeselschapt _ met een tweeder
van den requijrant gecost heeft zeeckere nombre
van peckwol op condite dat die stadt van
Groeningenin op seeckeren tijt dar nae noch niet
en zoude sijn ande zijde van zijn ex[elenti]e ten
welcken tijde besproken werde dat den voorn[oemde] van[de]
Broecke
de gezegde wolle moste comen ontfangen
binnen XIIJ dagen off drie weecken nade coopmanscap
ten lancxsten tuijchde voorts dat binnenden tijt
dat de wolle moste gelevert en[de] ontfangen zijn
binnen deser stede geweest es de p[er]soon die
metten voorn[oemde] van[de] Broucke ten tijde van[de] coopman
scappe vergeselscapt was sonder dat hij
getuge weet off de selven p[er]soon de requirant
nog om de leveringe van[de] wolle heeft angesproken
gelijc hij getuge medee niet weet off zij
metten voorn[oemde] van[de] Broucke ___ inde coopmanschap
p[ar]t off deel hadde corst waer na hij
getuge na Haerlem reijsende deur last
vanden requirant de voorn[oemde] van den Broucke
angesproken heeft hem anseggen[de] dat indien
zij de weddinge begeerde te houden dat hij
in zulcken gevalle de woolen zoude comen
ontfangen ofte deur een ander doen ontfangen
ten eijnde den voorn[oemde] Jan Harrewijn req[uiran]t alhier
daer op zijn recken[ing] soude mogen maken
waer op den voorn[oemde] van den Broucke ter a[n]dtwoort
gaff dat hij de wolle ten langsten noch binnen
veerthien dagen off drie weecken soude connen
ontfangen off deu een ander doen ontfangen
mit verclaring edat off hij quam ofte niet
 

317

dan hij evenwel de coop voor goet hielt
ende ten laetste verclaerde hij getuge dat
de voorn[oemde] van den Broucke met den voorn anderen
p[er]soon binnen de naer t over gaen[en] van[de] voorn[oemde[erbare] datdt
Groeningen binnen deser stede gecomen zijn[de] naer
de leveringe van[de] voorn[oemde] wolle vereijscht hebben
sonder dat hij getuge weet off zijl[ieden] voor
t overgaen van[de] zelve stadt en[de] naer dat
hij getuge als vooren tot Haerlem was geweest
binnen deser stede geweest zijn wijders in tugh[en]
actum dese XIIJe novemb[er] 1596 voor P[iete]r Jorisz
van Cortevelt
ende Jan van Brouckhoven scepenen


Homepage | E-mail