| . . . . . . . . . . . . den gedaechde versoeckt copij ende dach 14 dage
Elsenbos voor den eijsscher fiaet | . . . . . . . . . . . . Jan Pietersz tot Aechdorp inde banne van Schoorel eijscher contra Aris Jansz Schagen meede tot Aechdorp in de banne van Schoorel gedaechde den eijscher seijt dat hij nu inde hoijtijt lestleeden van de ged[aagde]n heeft gecocht een stroockge off hoeckge lants groot omtrent 100 roeden van een stucke weijtlants geleegen in de banne van Bergen genapt
Sammersweijt ende het selve te betaelen bij de roet in alle welcke coop de gedaechden wel expresselijcken heeft bedongen dat hij daer en teegens van de eijscher |
| | souden hebben ende behouden nu ende ten eeuwigen dage een overpadt over een stucke weijtlants den eijscher toebehoorende genaempt het Werp lant geleegne in de banne van Schoorel benoordne aent lant van den gedaechde geleege inde banne van Bergen om sijn genodt van t voorn[oemde] lant dat den ged[aagd]e toebehoort te mogen halen mits conditie dat den eijscher soude betaelen voor ijder roet die hij van de gedaechde soude ontfangen soo veel als hem vijff van sijne gebuijren soude toe vinden met name Jan Aeriens Modder,
Jan Jansz Kosij, Dirck Jans, Willem Hagenaer en Aerien Corn[elis] Puls ende alsoo de gedaechden in gebreecke blijft om het voors[chreven] gecochte hoeckge lant te leeveren aenden eijscher soo concludeert d selve eijscher dat de ged[aag]de bij vonnisse van mijne e[erbare] heeren scheepenen sal werden gecondemneert om het voors[chreven] lant te leeveren ende de conditien te voltrecken in voegen soo d selve is gemaect ende bij foute van de selvige conditie inde gemelde contracte te voldoen soo versoeckt hij eijscher dat den gedaechde bij mijne e[erbare] heeren vonnisse gecondemneert sal werden om sijn actie te institueeren die hij seijt in cas van een nodtwech te hebben over des eijschers lant genaempt
het Werplant gelijck hij ged[aag]de jegens de waerheijt vauteert te hebben volgens den insinuatie aen hem eijscher op ten eersten julij lestleeden gedaen ende bij resuijs van dien dat hem gedaechde geimpneert sal werden een eeuwich swijgen en silentium cum expens |