Ridderlijke Deutsche Orde rdo666.0.1 / 154 Utrecht pdf 06-01-2021 pag. 1

 

Goij

Pachtbrieff van Willem Pauw van VIIJ Merge lants
die die kerck toebehoere de data XVc IIIJ

Ick Willem Pauw Eerstz doe kondt en[de] kenlick allen luijden dat ick voir mij
end mijne[n] erve gehuirt end in pacht ontfange[n] heb van den eerweerdige vrome
heeren Steve van Suijlen van Nijevelt lantcomendeur der balijen van Utrrecht
Duijtsches Ordens seven mergen lants soe groet en[de] cleijn als die gelege[n] sijn
int Goij in tijen jair aen een duiren[de] ingaen[de] op sinte petres avondt ad cathedram
naestcomen[de] sjares omb soevendenhalven golden gulden van ghewicht end vijff capoenen
vrij gelt uijtgescheijd[e] soe was ongelden opt voirg[enoemde] lant geset moge werden salme[n]
mij corthen alsmen boven end[e] beneden doet t betalen die een helft van de geldt
metten capoen op sinte martijns avondt inden wijnter naistcomen[de] inde die ander
helft op sinte peters avondt drie naistcolgen[de] inde alsoo voirt jairlicx the betalen
van termijn tot termijn dese voirsz[egd]e then jairen aen een duiren[de] end[e] dit lant
the bewaren als een goet huirema[n] sculdich is the doen mijt voirwairden
wairt saick dat ick off mijn erven dese voirsz[egd]e pacht jairlicx opten voirsz[egde] termijne[n]
nijet en betailden als voirsz[egd] straet off bijne[n] vierthien dagen nae aelcken termijn
onbegreepe soe soude ick off mijn erven dair dese versumenisse bij geschieden ver
vallen weesen van deezer huiren end[e] an allen rechte end[e] toesegge dat ick odd
mijn erven dair aen tot dijen daighe toe gehadt mochte hebbe[n] ende soe mach die
mijn erven dair aen tot dijen daighe toe gehadt mochte[m] heb[ben] end[e] soe moch die
landtcomendeur inder tijt alsoo veer hij dat op neme[n] will end[e] ander nijet dit
voirsz[egde] lant weder weder aen hem neme[n] sijne vrijen wille dair mede doen
onbecroent van mij off mijne[n] erven dair dese versumenisse bij geschieden inde[g] noch
tans the betalen allen voirschreve[n] end[e] onbetailden pachte sonder argelist in
oirkonde der wairheit heb ick Willem voirsz[egd] geboden over mijts geboerten
mijns segels want ick op dese tijt gheen segell aen heb ind bidde Jan Willemsz
 

 

Goij

schout van Hoith[en] end[e] Leech ranen desen brief over mij end[e] mijne erve the willen
besegelen dat ick Jan schout voirge[noemd] ter bede Willems voirsz[egd] gheern gedaen heb
ind heb mijn segell aen deesen brieff gehangen gegeve int jair ons heere vijff
thienhondert end[e] vier den vierden dach van september

 

concordat pr[esen]s copia cum suo originali
teste me Lamberto de Elborch not[ari]s sszt[?]
collationate pr[esen]s copia cum suo originali
teste me Jeronimus Joh[anne]s not[ari]s sszt[?]


Homepage | E-mail
r