anno 1576 den XV /e junij maij Goordt Luijtgens de With voor hem selven en[de] als boedelharder en[de] verplach voor hem en[de] sijnen erffgen[amen] Mertin Albertsz muelemaicker en[de] sijn erffgen[amen] ses gulden vijff stuivers twijntich stuijvers den gulden gerekent odff ander goet paijement daer weerder ende siaers erffel[ijke] losrenten te betalen deen helfte sint agniesen Jacob dage toecomen[de] en[de] d ander helfte sint Agnieten dach daer aen volgen[de] bij alsoe voort jaerlicx erffelick en[de] wuwelick mit voorwaerden dat goijert Goert de With ende
sijnen erffgen[amen] dese voorsz[egde] zes gulden vijff stuivers siaers losrenten siaers jaerlicx tot alretijt als henl[ieden] belieft op eenich termijn der betalinge aen handen Meertin Al bertssz ende sijn erffgen[amen] sullen mogen vrijen lossen ende offcopen mitte som[m]e van eens hondert car[oli] gulden paijements versz[egd] ende mitten renten daer off verschenen ende onbetaelt weden[de] en[de] dese plechte dede hij comp[a]rant opter huijsze ende hoffstede mit allen sijnen toebehoiren staen[de] en[de] gelegen in de Koeijstraet aen[de] noortsijde der straten daer hij comp[a]rant selffs oostwerts en[de] die stadtwall west werts naest gelegen sijn en[de] voorts generealijk] en[de] special[ijk] alle sijn[e] comp[a]rante andre goederen roeren[de] ende onroeren[de] geen uuijtgesondert versoeckende hij comp[a]rant vant hier inne
gecom[pareer]t en[de] die versz[egd]e huijse vercklaert te worden executabel gehoort etc[etra] t ge[]t g[]t verclaren[d]e etc[etra] sonder arch _sten[?] brp[?] |