Staten van Holland en West-Friesland 3-3-02_933 / 128 den Haag
14-06-2024 pag. 1
. . . .
. . . .
Gesien inden hoogen rade in ollant t proces aldaer uuijtstaende tusschen Jan Adriaensz Cramer tot
Alcmaer als vader ende voocht van Sijbrant Jansz sijnen soon impetrant in cas van mainctenue ter eenre ende de weesm[eeste]rs mitsgaders de burgem[eeste]rs ende reguerders van Nijeuwe Nijedorp ged[aagd]ens int selve cas
ende Wouter Dircxs als vader ende voocht van Pieter Woutersz sijne onmondigen sooen opposant ende eijsscher in reconuen ter andere zijden t hoff en vebint t proces niet in state omme eijntelick getermineert te werden ordonneert parthien op den achtsten julij toecomende te compareren voor heer Aelbert de Veer ridder heer in callensooge raidt als comissaris die henluijden hooren ende vereenigen sall est doenlick inden niet nopens seeckere difficulteijten inden processe bevonden
van t geallegeerde van parthien maecken proces verbael hen informeren ist noot ende den hove rapport doen van t selve gadeaen gedisponeert sal worden als naer behooren ende reserveert die costen van den processe ten uuijteijnde toe van der saecke gepronuntieert den XXIIIJ junij XVJc veerthien