F in reguarde welcke oversetten en overscrijve de paijen van ^ huijre den | 387
Wij Dirck Adriaen Thijmans vader Goosen Dirxsz broeder en Henrick Jansz de Roij swager van Cornelis Dirxsz uijt name van selven toecoemen[de] bruijdegom ter eenre Cornelis Arisz Neeff behoude vader ende Goossen van Schaijck broeder van Jannechen Willems van Schaijck uijt name van selve toecomende bruijt ter andere godes tusschen de versz[egde] toecomen[de] echtel[ieden] gededingt ende gesloten hebben een echte huwel[ijk] t welck parthijen elcanderen beloven eerstdaechs na kercken or,, deninge te sullen voltrecken op conditien navolgen[de] inden eersten geeft den versz[egde] Dirck Adriaensz met den bruijdegom sijn soon tot advenchement deses huwel[ijk] mede sekere 2 huijsingen met t vorder
getimmer staende aende noortsijde van kerckdijk van Westbroeck op de gront van t cap[pitte]le van s[in]te Marien t Utrecht parthijen bekten endeheeftmeteenenovergeset de huijre van een viertel van twintich mergen streckende van hollantsche radinge af tot aende groene wech toe aende selven cap[itte]le behorende welcke huijre hij Dirck Adriaensz op sijn soon den bruijdegom sal t sijnen Costen doen setten waerenboven hijDirck Arisznoch mede geeft F | |