| 200 Op huijden den 15en december 1683 compa =reerde voor mij Simon van[den] Aelpoel not[ari]s etc.
ende die getuijgen naembenoemt Hendrick Cornelisz Schouten meerderjarich jonghman woonende op den Dolder ondert gerecht van Seijst toecomende bruijdegom ge= =assisteert Gerrit Cornelisz Schouten ende Dirck Hendrickxz Worm sijn broeders mits= =gaders Dirck Aertsz sijn swager ter eenre ende Gerrichje Gosens van Schaijck jongedochter toecomende bruijt ter assi= stentie van Cuijntgen Dircks weduwe van Gosen van Schaijck haar moeder ende Teunis Cornelis Hopman haar swager ter andere zijde d welcke metten anderen ver,,- =claarden geslooten te hebben een echte[lijk] houwelijck op conditien naevolgende tot avanchement vant welcke den bruijdegom ten houwelijck aen brengen sal de somme van acht hondert car[oli] gulden boven sijn
clederen wollen ende linnen tot sijn lijve behoorende waer jegens de toecomende bruijt aenbrengende is eer ende cle,, =deren t haar lijve behoorende des sijn conditien dat bij aldien de toecomende echteluijden off een van beijden comen te overlijden sonder levende blijckende geboorte aenden anderen geprocreeert int leven nae[r]= t[e] laaten de langstlevende ter eenre ende d erffgenamen van de eerst,, =overlijdende ter andere zijde ijder respe,, =tivel[ijk] sullen offstaen ende uijtgaen met elcx aengebrachte goederen ende die geene die haarl[ieden] ijder mochte aen erven mits genietende ende dragende winst ende verlies staende houel[ijk] vallende halff ende halff ende indien den bruijdegom de langstlevende is dal als dan aen des bruijts erffenamen niet vorder gehouden
sijn uijt te keeren als d clederen t haar | |
#mits dragende desselffs dootschulden | lijven behoorende # doch in cas de bruijt den bruijdegom comt te overleven sal d selve uijt ofte van sijn gereetste goederen verbetert sijn de somme van drie hondert gul[den] ende soo waneer kint ofte kinderen uijt desen houwelijcke aenden anderen verweckt int leven worden naegelaaten sullen d toecomende echteluijden haare goederen gemeen ende deijlbaer sijn volgens d ordonnantie der stadt Utrecht op alle welcke con,, =ditien d toecomende echteluijden t versz[egde] houwel[ijk] eerstdaechs nae gewoonte deses s landts sullen solemniseren ende voltrecken alles ondert verbant sub=
=missie ende renuntiatie als naer rechten ende versochte hier van acte d welcke is dese Aldus gedaen ende gepas[seer]t t Utrecht ten huijse van wed[uw]e van Adriaen van Woerden int bonte,, =peert ter presentie boverstaen[de] ter presentie van Gijsbert van[der] Heul borger ende Dirck Gosensz van Schaijck wondende op den Dolder ende als getuijgen hier toe versocht de additie op de kant mits dragende de dootschulden is doorlast vande comp[aran]ten geschiet Hendrick Gornelisz Schoten Gerritie Goosens van Schaick Gerrit Cornelisz Schouten | |