Idem scabinj quam juff[rouw]e Maria Schuermans gewesene meestersse opden begijnhove alhier geass[isteer]t met Jacobus
van Os als haren gecoiren voigt ende assis[ten]t indesen de welcke verclaerde dat de naerbes[ch]r[even] schepenen schultbrieven als eerstelijk een schepenen schultb[rief] van vijff hondert g[u]l[den] capittael ten lasten van Anthonij Loomans ende sijne onderpanden gelegen onder Gilse gepass[eer]t op den 26e meert 1669 de comp[aran]te aengecomen bij transporte in date tienden april 1693 item den schultbrieff van drije hondert g[u]l[den] capitael ten laste van mons[igneu]r Robbregt de Haen en sijne verbonden onderpanden gelegen buijten de haeghdijckse poorte onder de jurisdictie deser stadt gepasseert op den 10e junij 1700 item den schultb[rief] van twee hondert g[u]l[den] capittael ten lasten van Adriaen Deckers ende sijne
onderpanden gelegen onder de Hage gepass[eer]t op den 18e meert 1702 ende eijndelijk den schultbrieff van drije hondert gulden capittael ten laste van Cornelis Janssen Cuijpers cum sus ende sijne verbondene onderpanden gelegen onder Terheijden op den 27e april 1703 die sij comp[aran]te soo ten intrest als bij overneminge heeft uijtgeset ende de selve op haren naem laten stellen dogh egter dat sij comp[aran]te t selve heeft gedaen ten behoeve van der Baggijnhove alhier ende sij comp[aran]te jaerlijcx den intrest in q[ualitei]t als meestersse ten behoeve van t bagijnhoff heeft ontfangen ende verantwoort volgens desselfs gedaene reeckeninge waer toe geresereert wert ende sij comp[aran]te geen het minste regt tot de voorsz[egde]
vier schepenen schultbrieven is hebbende maer dat de selve sijn competerende ten behoeve van Baggijnhove alhier Actum desen negenden meert seventjen hondert en veertien C van de Huls P:J:Croijze |