pdf
Ambacht vier noorder koggen 47 / 164 23-12-2003 pag. 1

CLIJ

                        Quitantie van de molen
                        dijck

Wij Gelle Adriaanz Wijnu dijckgrave tot
Medenblicq ende der vier noorder coggenJacob
Fransse Roosterman
tot Medenblicq voorscj[reven] Jan
Pietersse Roodt
tot Abbekerck in de Weeren Claas
Arentz
tot Woggelum ende Wouter Doetz tot
Zijbekarspel heemraden der stede ende noorder
coggen voorn[oemd]

Doen condt dat voor ons compareerden de
eersame Sijmon Luijtgesz van Oostwoude, Ariaan Thonis
se
van Spanbroeck ende Reijnier Adriaanz
Roocker
tot Twisch alle molenm[eeste]rs der voorsch[reven]
coggen ende hebben mitsdien overgedragen
ende quijt gescholden de kercke der voorsch[reven] stede
medemblicq alzulcken eijndt molendijx als
onlangs leden jaren bij dier tijt molenm[eeste]rs
ende reguerders dezer voorsch[reven] coggen uijt zeeckere
riedtlandt ende graslant opgemaackt is geweest
tot vergrootinge van de molenkolck op den inlaach
gelgegen bij wesent en jegenwoordigen ende
oude hercommende molendijck t welck nu weder
ingecort is alzoo te voren was
 

ende gelijckerwijs de voorschr[even] regeerders der
voorn[oemde] coggen roedt t zelve roedt ende graslandt
daar dat endt molendijcx opgemaact is den
voorsch[reven] kerckenregeerders afgecort ende betaalt
hebben gehadt ten vollen

zoo bekennen de voorsch[reven] tegenwoordige molenm[eeste]rs
van den voorsch[reven] coggen wegen daar van ende
van dat zelve endt molendijx alle ten vollen
voldaan ende betaalt te zijn den laatsten
penningh metten eersten vertiende mitsdezen
alzulcke eijgendomme als de voorsch[reven] Coggen
ende regeerders van dien daar aan gehadt mogen
hebben dies zijlieden bedancken de volle beta
linge ende daar van afstant doende mitsdezen
ten proffijte en eijgendomme van de voorsch[reven]
kercke zonder argelist

Des t oirconde hebbe ick Gelle Adriaanz
Wijnes
dijckgrave voorsch[reven] zoo over mijn zelfs
kennisse als ter goeder gelufte ende bede van
voorn[oemde] heemraden (die dezen mede onderteijkent
 

CLIIJ

hebbem) mijn zegel hier onder aan deze quijt
scheldinge brief gehangen opten XIX septemb[er]
XVC XCIIIJ
naart nieuwe gemeen schrijven onder
stont gesch[reven] bij mij der voorsch[reven] Coggen clercq ende
was geteijckent Cosmos Claas Hoos noch stont onder
gesch[reven] Jacob Fransse Roosterman noch bij mij Jan
Pieterse Roode
bij mij Claas Arentsz bij mij Wouter
Doetse

 

Secollationeert jegens den princi
pale quijtscheldinge besch[reven] in fran
cijn geteijckent als voren ende
hebben eenen uijthangende
zegel in rooden wasse aan een
dubbelden staarte ende metten
zelven accorderende bevonden
op den 4e dach augustij 1598 ende
vogens uijgegeven voor copie
authentijcq bij mij tot Medenblicq
secret[ari]s en notaris F Pieterse


Homepage | E-mail