gedurende zijn comp[aran]ts leven te onderhouden als breeder inde bese gelde bewijs brieve daer van zijne voor Heijndrick Druijff ende Taems Verdoes schepenen in Alckmaer verleden opt en XXVe julij 1628
eerstdaechs te leveren es gelevert den VIJe augusti 1628 Op den vierden julij 1644 comp[areer]de voorden e[erbare] Pieter van Dijck ende Corn[eli]s Thomasz Sevenhuijsen weesmeesteren Reijert ende Corn[eli]s Jacobs soonen hier boven genoemt ende hebben ter presentie van Jacob Jans soon haren vader bekent gelijck zij bekennen bij desen uijthanden van den selven haren vader ontfangen te hebben de somma van vijftien hondert gul[den] als ellck seven hondert ende vijftich gulden over ende in voldoeninge van t gene haer is bewesen voor haer moeders erff en t gene haer mits het overlijden van Jan ende Annitgen haer overleden broeder ende suster is opgestorven bedanckende haer vader van de goede betalinge ende den heeren weesm[eeste]ren van de moeijten ten
desen gehadt ende daeromme t bewijs voorgeslagen ende te niet in haer reguardt comp[areer]de ter weescmaer der stadt Alcmaer Jan Pieters de Goijer als getrout hebbende de vers[chreven] Neeltje Jacobsdr en heeft haere goederen in p[rese]ntie van de vader uijtte wees camer gelicht hem bekennende van t vers[chreven] bijwijs voldaen te zijn ergo in zijn regard geroij[eer]t actum den 25 octob[er] 1649 comp[areerd]e ter weescamere der stadt Alcmaer Pieter Jacobsz Handt voors[chreven] ende heeft ter p[rese]ntie van sijn voors[chreven] vader bekent door handen van den selven sijn vader al ende ten vollen voldaen ende bet[aa]lt te zijn van t bovenstaende bewijs d selve sijn vader daer van ende d h[ere]/n weesm[eeste]ren voor haer gedragen soo ge bedanckende actum
den XVIIJ jan[ua]rij 1651 ergo t vers[chreven] bewijs geroij[eer]t |