is gelicht onder schepenen en uijten actuem
den XVIJ ^en januarij 1617

Henderick van Damme
weeskinderen

25

 W

ij weesmeesteren der stdt leijden ^al hier ondergeteijckent doeen cont
eenen ijegelicken dient behoort dat voor ons in onze verga
dering ter weescamere binnen der zelver stede gekomen
ende gecompaeert zijn Henrick van Damme geboren omtrent
IJpre in Vlaenderen Saeijdrapier weduenaer van Tanneken
de Bije^{van IJpre} zijn za[liger] huijsvrouwe vader over Jacob all voljaert

en getrout zijnde Maximiliaan all g____ nu oudt
omtrent XVIIJ, Janneken XX Elisabeth XVJ Sara XIIIJ
ende Cathalijna XIJ jaren zijn weeskinderen die hij aen zijn
voornoempde za[liger] vrouwe geteelt heeft ter eenre
ende Cornelis de Bije van Ijpre velleploter oome mit
Roelandt Gessquier mede van Ijpre behoude oome ende
inden name als geordonneerde voochden over de voorsz[egde] wees
kinderne ter andere zijden ende bekende zij comparante
voorn[oemd[ bij onzen advise ende consent als opper voochden vande
onmondigen ende anderen toesicht behouvende aengaende
t bewijs van der voorsz[egde] weeskinderne za[liger] moeders nage
laten erffenisse te regardt van den sommieren staet
des boedels bij den vader voorn[oemd] overgelevert en bevesticht
over een gecomen ende geaccordeert te zijn in manieren
hier volgende verclaert dat de vader zijjn voorn[oemde] vijff
alsnoch onmondige weeskinderne in voldoeninge van
heurlieder za[liger] moeders nagelaten erffenisse versz[egg]t
t samen zall opleggen een somme van duijsent carlous g[u]l[den]s
te XL groote vlaems t stuck ijder zijn portie als de
zelve tot heuren mondigen volcomen ouderdomme van
XXV jaren houwelicken state ofte respective tot
verstant zullen zijn gecomen ende boven al desen ende
tot daer toe de selve zijn weeskinderen t onderhouden
in eeten drincken clederen linnen wollen oock schoens
ende schoolgang mede in goede tuchte oock havenes ende
gemack doen zo well in siecte als oock mede in gesont
heijde zulcx eenen vroomen ende godvresende vader
van godes wegen schuldich is ende oock behoort te doen zonder
dat den vader hem selven middelretijt bij geheeene
middelen van t voorsz[egde] onderhoudt zall mogenen ontlasten
alwaert schoon dat hij de voorsz[egde] bewes[en] penningen eerder
ende sulcx realicken opleijde comen te houwelicken
state volcomen ouderdom van XXV jaren ofte respective
verstant alvoren soe zall den vader zijne voorn[oemde] wees
kinderen ende elcken vandien eerlicken naer uijteijsschen
van zijnen staet van hem setten gelijck hij sijn outste
zoon alrede gedaen heeft doch bij zo verre hij hem
in gehoorsaemheijt ende obedientie des vader fragen
zijn hier onder ende tot verseecketheijt van alle t gene
voorsz[egd] staet heeft den vader verbonden en verbindt bij desen
zij huijs en eff staende ende gelegen binnen dezer stede
op te middelste graft onder t bon geheten gansoorde
belent aen den zijde ten noorden Claes Jansz den Uijl
lindewever en aen d anderen zijde ten zuijden Cornelis
Bouwens bouman streckende voor uijt de straete
van de middelstegraft tot achter westwerts aen Aelgen Ael
berts d[ochte]r Jan Aelbersz weche ende voorts generalicekan alle
zijn andere goederen roerende onroerende jegenwoordige ende
toecomende actien ende inschulden egeene van dien uitge
sondert noch oock buijten gehouden stellen alle de zelve
ende de vruchten van dien ten bedwange van allen te heren
rechten ende rechteren te keure vande beschadichden ende
mit dese bewijse ende verseeckeringe te bekenen hen
de voochden mij ten name ende wegen voorn[oemd] weeskinderen
 

collae

over heurluijder za[[liger] moeders nagelaten erffenisse
voorseijt well vernoucht ende verseeckert te zijn
transporterende ende cederende daerom bij dezen ten
behoeff van den vader alle des weekinderen
gerechticheijt hemluijden enichsints competerende
totten boedell en goeden bij de moeder voorn[oemd] achter
gelaten in ^sza oirconde^zoe hebben wij t segel vande weescamer
hier aen gehangen ende deze jegenwoordige mit onze
onderteijckeningen bevesticht op ten XJ ^en aprilis
anno XVJ ^c en drije onder de plijcq stadte get[ekend]
Jacop Thomasz, Claes W[ill]msz Warmont, Jan Buijte
wech ende daer op mij present^{en is get[ekend]} bThomasz van Swieten
weez[meest[en uijhangende besegelt mit een greon wasschen
zegell aen een double deurgesteecken steerts uijt
hangende .s