Notarieel 2411 / 341 Hoorn pdf 13-08-2019 pag. 1

in abs
R Pereboom
 
 
 

Ente Florisz

Op desen twee
en twintigsten
maart seven
tienhonderd
ses en dertigh

Compareerden
voor mij
Jacob van
Beek
open


 

baar notaris
bij den hove
van Holland
geadmitteert binnen
de stad Hoorn
residerende
ende de nagen[oemde
getuijgen
                  Ente
 

op den 22 maart 1736
 
 
 
#beladen met
stuk goederen en
 
 
 

 
 
 
 
 
^nodig was off     
 
 
 
 
 
 
 
 
deselve die

 
Ente Florisz stuurman Jan Dekker boots
man ende Jan Broersz kok van het aghter
Ilpendam inde grondt sittende schip de Ojevaar
gevoert bij schipper Dirk Ojevaar # gedesti
neert van Amsterdam na Lissabon onthoudende
de depotanten haar althans binnen dese stadt
de welke ten versoeke van deselve schipper hebben
getuijght ende verclaard t gunt volght

Dat sij deposanten met het voorsz[egde] schip na
dat het selve behorelijk heght dight wel
gecalifaat enin envan alle versortgt en voorsien
was t geen tot de volgende reijse tot conser
vatie van schip en lading naar zeemans
gebruijk ^ kond[e] gedaan worden op den 1e feb[ruari]
naastleden van Amsterdam sijn vertrocken
ende den 4e dito onder de Vlieter gekomen
beladen zijnde met stuk goederen
dat den 11e dito de laaste ligter met goederen
van Amsterdam aan boord is gekomen waaruijt
een gedeelte overgenomen hebbende de rest den
14e dito met de selve ligter van boord is gegaan
om dat het selve bestaande in eeken planken
door haarderselverbreedte
 

de balken poort van t voorsz schip niet konde
werden ingeladen zijnde de grote poort
alvorens reets toegemaakt omdatdeselve so dight
aan water quam waar mede dan het schip
volkomen klaar was om na Texel voort te zeijlen
en men tot dien eijnde dien selveden dagh nog
stengen en raas om hoog zettede
den 15e dito de wind z[uid] z[uid] o[ost] met dik mottigh
weer kond men geen merken zien ( en vertuijt
leggende ) ook geen anker krijgen door de stij_
koude
den 16e d[it]o de wind o[ost] ten z[uid] woeij het seer hard
kregen met veel moeijten een anker t huijs
den 17ed[it]o de windt oostelijk was het
door de harde wint onzeijlbaer weer    
den 19ed[it]o de wint wel soo suijdelijk en wat
afnemende hadden het tuijgh weder om hoogh
om te zeijlen kregen ook nog een bogthe bo__
van touw daar het schip voor lagh doge ee_
wij klaar waren beliep ons de eb waar door
wij dien dagh niet schrab konde komen maar
met moeitehetlaten leggen meteenstijvekoel
sterke vorst
 

den 20ed[it]o de wint wel o[ost] z[uid] o[ost] woeij het seer hard
en was nog bitter koud met vorst sagen geen
ijs in t vaarwater maar wel aande lager wal
hoopten ons nog met vloed te redden setten
de onderzeijlen op stoot geerns maar sagen tot
ons droefheijt dat de zee meer en meer stromde
met het doorbreken van de vloet gingen aant
aan t anker te winden met een fijn op t touw
aghter t braafspit dogh het woeij soo hard
dat wij weijnigh avanceerden en alsoo wij sagen
dat het ijs sterk toenam resolveerden het touw
te kappen gelijk geschiede daghten doe nogh
het vaarwaternogwel af te komen dog komende
omtrent de roo ton lagh het gantsche vaar
water vol ijs sodanig dat wij daar in vast    
zeijlden en voor t voords in t ijs beset met
de wint tegen de lager wal aandreven en
lagen savonds al vast in t ijs
den 21ed[it]o op den dagh was de wint o[ost]met minder vorst waren
smorgens nog int ijs beset tegen den
avond begon het ijs in t vaarwater te minderen
lagen savonds omtrent aght uuren weder in
 

klaar water t woeij nog stijff en omtrent
de tijt van t hoogste water stut het schip met
grote kragt bragten die nagtdenmet schuring
van t ijs en dan wederom met het stoten van t
schip door
den 22ed[it]o de wint n[oord] o[ost] ten o[ost] bragten dien dag
door somtijts met sterke schuring van t ijs en
dan wederom met sterk stoten van t schip op de
grond
den 23ed[it]o lagen des morgen s in open water de
wint wat oostelijker op de voormiddag quam
ons het ijs weder bij op de middag waren
al wederweder geheel in t ijs beset konden s avonds int
zuijden geen water meer sien en de west wal
was dight met het ijs gepakt    
den 24ed[it]o wat de gantsche zee met ijs beset
t welk met vloet en en strek heen en weer liep
schuurde met de eb sterk aan t schip de wint
stilletjes des nagts liep de wint z[uid] w[est] en
hadden doe een perssende ijsgangh
den 25ed[it]o wat voor den dagh met wassend water
dreeff het schip van de grond de wint w[est] z[uid] w[est]
 

lieten het wat afdrijven tot op 8 a 9 vadem daer
wij het anker lieten vallen waren dien dag
nog al veel met ijs belemmert dog ankerden het
gelukkig door op den dag was de wint wat
zuijdelijker met een dralle koelt
den 26 dito met den dagh totaanomtrent halff
tien uuren lagen inde gestadige schuring van t
ijs maerdog de rest vandien dagh in klaar water
dog het vaarwater nae texel in de oostwal was
sterk met beset des agtermiddags ligten
anker en zeijlden weder op den behorelijke plaats
onder de Vlieter de wint doe west en des
nagts geen ijs
den 27ed[it]o smorgens de wint als voren quam
met den dagh onse loods van Tecel aan boord met    
oog merk om het gekapte anker te bergen
wierden onder tusschen van vervarelijke
buij wind met sneeuw jaght uijt den n[oord] n[oord] w[est] over
vallen waar door de loots schuijt van boord
af moest het tuijtouw daar het schip voor
lagh brak aan stukken lieten met alle moge
lijke spoet het plegt anker vallen en lage ook
een tijdje voor t selve so lang dat wij het boeg
 

 
 
 
 
 
 
 
 
ondertusschen
niet met al

anker waarin wij het gekapte dagelijks touw
gestoken hadden mede aff settede en de onder
raas om laagh streken gingen doe weder
drijven heen kapten ons boeg anker af dog
doe het bot daarvan uijt was brak dit med_
stukken en dreven op gods genade heen
vielen met het schip westwaard over en dreven
soo enige tijt langs t vaer water sagen
tot ons droefheijt dat het pleght anker
niets konde houden oordeelden wij dat het
stucken moest zijn zoo setten wij eijndelijk
onse twee stagzijlen op en kapten de drie
nasleepende touwen van het tuij pleght en
boeg anker aff om was het mogelijk het schip
aan de loefwal te setten gelijk wij op ons    
gesight agter Ilpendam aan gront geraakten
stotende het schip verrarelijk resolveerden
daarom t selve in de grond te laten lopen
stuten de boven kant van de grote poort op waer
door het selve int kort vol water liep een veel
vaster sat na gissing omtrent
halff drie uuren quam ons een ligter aan
 

boord daar het volk (uijtgenomen den schipper)
met hun kisten en goet in overgingen en
de welke verder ook beladen weird met de voornaam
ste stuk goederen en enige kasen inden
avond wanneer het nog hard waijde uij den
n[oord] n[oord] w[est] liep het water soo hoog dat het agter
de combuijs op het dek tegen de schaarstokken
van het stuurplegtsluijk aan stond en daar
door veel casen en andere goederen tusschen
deks nat wierden behalven dat ook veele
kasen int overnemen tusschen de ligter en t
schip door t overspatten van t water sijn nat
geworden 28ed[it]o smorgens weird het
redelijk weer laden doe nog enige kaas inde
voorsz[egde] ligter die tegen de middag van boord    
gingh met het scheepsvolk uijtgenomen
den schipper die aan boord bleeff de ligter
na Hoorn afzond en aanstonds wederom een
tweede aanleijd
in en omtrent al het welke den voorsz[egde] schipper
na sijn vermogensig gequetengedaan en ten uijtvoer gebragt
heeft alles wat een vigilant en getrouw schip
 

per tot vervorderingh van zijn voijagie
en ter behoudenisse van schip en goederen
naer zeemans gebruijk in sulke en dierge
lijke gevallen zoude moeten off behoren
te doen dat der halven alle de voorsz[egde]
rampen ongevallen en schaden aan schip
en goederen gekomenen geleden niet zijn veroorsaakt
door enigh versuijm off wan devois maar
alleelijk door tegenheden van weer en
wint soo als bij t voorsz[egde] gedeposeerde
geblijkt en om alle verdere en groter schaden en
onheijlen voor te komen
waar mede dan hare verclaring eijndigende
gaven voor redenen van wetenscahp als inde
text en presenteerden t gunt voorsz[egd] staat    
nader te bevestigen

Gedaan in Hoorn present Jan Jacobsz en
Claas van Beek als getijgen hier toe versogt
sturman Ente Florisz
bootsman Jan Decker

kok Jan Broersz
dit merk x stelde
Jan Jacobsz
        Claas van Beek

mij present
 
 
J:V:Beek
        not[ari]s


Homepage | E-mail