Notarieel 5075-9304 / 1617 Amsterdam pdf 24-05-2019 pag. 1

 

N°: 1617
chertepartij

Gepasseerd
11 decemb[er]
1725

 

lestevensn

 
 

 
 
 

N°: 318

 

 

 

Op heeden den seeventienden december des
jaars zeventienhondert vijff en twintigh

compareerden voor mij m[eeste]r Mathijs Maten de jonge
notaris publicq bij den hove van Hollandt
geadmitteert tot Amsterdam residerende

de heer Hendrik

 

 
g g:

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
# ballast scheeps

compareerden 17 december 1725

de heer Henrik Schroder
schrijvende en representerende de heeren
Diedrich van Thietzen en Henrich
Schroder
cooplieden in compagnie woo
nende hier ter stede als bevragters
ter eenre ende de eersame Dirk
Ooijevaar
als schipper op het schip ge
naamt de Ooijevaar langh 131½
wijt 26¼ hol 12¼ en t dek
hogg 6 voeten ter andere zijde
En verklaarden zij comparanten met den
ander geconvenieert en overeengekoo
men te zijn weegens de bevragtinge
van t voorsz[egde] schip in maniere als
volgt te weeten
dat den schipper met t voorsz[egde] schip
beladen met soodanige goederen als
hij ten profijte van sijne reeders op vragt
na Lissabon sal gelieven aan te neemen
me tt eerste convoij na S[in]t Ubes en
Lissabon gedestineert uijt deesen
lande zal seijlen en navigeren na
Lissabon van daar na de ontlossinge
der van hier uijtgescheepte goederen # verder
na S[in]t Ubes voornoemt en dat wel op het
spoedighsten en wel zoo dat t schip zoo als tot S[in]t Ubes
komt dat er bequame tijd over is om t zelve voor t vertrekt
      van t convooij te kommen beladen
Tot S[in]t Ubes gearriveert zijnde sal
den bevragters correspondent t voorsz[egde]
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
in Finland
van

schip (t geen de schipper blooft voor t
laden te sullen weesen hegt digt
welgecalfaat en van al t noodige
voor sien) doen beladen met sout
tot de bequaame ladinge toe
t welk soo spoedigh sal moeten
geschieden dat den schipper met t
selver convooij waar meede zal
zijn gekoomen weder zal konnen
en moeten vertrecken en zijne reijse
vervolgen tot op de hoogte deser landen
off zoo verre hem zulx in de roete
te passe komt als wanneer hij schip
per schijdende van t selve convooij
sijne reijse verder vervolgen en zijlen
zal na de sondt en van daar verder
off na Frederikshaven off wel na Wijburg
ter keuze van de heeren bevragters en
welke keuze den schipper kennisse off
ordre in de zond gegeeven zal werden
tot Frederikshaven off wijburgh gearriveert
zijnde zal den bevragters correspondent
aldaar het voorsz[egde] schip van het ingeladene
zout doen ontlossen en zulx gedaan
zijnde vervolgens tot de volle off bequame
ladinge toe wederom doen beladen met
zoodanige goederen en coopmanschappen
als deselve correspondent daar in zal
gelieven te schepen zullende deselve
gelieven te schepen zullende deselve
ontlossinge en weder beladinge moeten
geschieden binnen den tijd van vijff a ses

weken
 

weeken en het schip ten dienst van den selven corres
pondent langer moetende blijven leggen zoo
zullen de bevragters aan den schipper voor
ieder dagh moeten betaalen de somma van
twintigh guldens gelijk de bevragters ook
in alle gevallen zullen moeten voldoen
en betaalen de vragten van de ligters
off andere vaartuijgen die derseler cor
respondent tot Fredrikshaven off Wijburgh
tot hetordinarieontlosse van het zout en t weter
affladen van het schip sal gelieven off ook
sal moeten kuuren off gebruijken zullende
eghter de schipper gehouden zijn om met
zijn schip na dat het geligt sal zijn
zoodigt aan de stadt Wijburgh off Fredriks
haven te halen als bequaamlijk
sal konnen geschieden en ontlost zijnde
als dan aldaar ook werderom zoo veele
goederen in te neemen als waar mede het
zelve schip weder bequaamlijk na beneede
aff zeijlen kan
Het schip indiervoegen weder beladen zijnde
zal de schipper daar mede van Fredriks
haven off Wijburgvoorn[oem]t in allen diligentie weder
keeren en koomen na dese stadt Amsterdam
alwaar mede behouden weesende gearriveert
en hij schipper zijne van fredrikshaven off
overgebragte ladinge aan de bevragters off
derselver ordre getrouwelijk uijtgeleevert
hebbende zoo zal dese bevragtinge koomen
te eijndigen en bij hem schipper de bedongene
vragt penningen in t geheel en al ver
dient zijn bestaande deselve geheele
vragt penningen in ses en veertigh
 

guldens Hollants courant gelt voor ieder
last zout t geene hij schipper aan der
bevragters correspondent tot Fredrikshaven
off Wijburgh voorn[oem]t zal hebben uijtgelee
vert van welke geheele vragtpenningen
de eene helfte zal verdient zijnden aan hem
schipper off zijn ordre door ofte van wegens
de bevragters zal moeten werden betaalt
zoo draa hij schipper zijne ladinge zout
tot Fredrikshavenoff Wijburg leevert zal
hebben en dat met en beneffens nogh
tien stuijvers mede Hollants courant geldt van
ieder last zout voor ordinaire warije en
ongelden mits gaders mede nogh met en
beneffens tien silvere ducatons eens tot een
generaal caplaken voor den schipper en de andere
helfte der vragt penningen wanneer hij schipper
zijne van Fredrikshavenoff Wijburghovergebragte ladinge
alhier tot Amsterdam zal hebben uijtgeleevert
en dat alsdan mede met een gelijke somme
van tien silvere ducatons eens tot een tweede
caplaken voor den schipper mitsgaders mede
nogh met zoo veel voor ordinaire averij en
ongelden als na costumen alhier zullende
eghter de schipper ten aansien van dit tweede
caplaken om t zelve te verdienen gehou
den zijn om zijn voorsz[egde] schip tot Fredriks
havenoff Wijburgh zoo vol te stuwen te beladen
eeven off t zelve voor zijne off zijner reeders
reekeningh zelfs was geweest
nog is geconditioneert dat wanneer t schip tot S[in]t Ubes zoo
spoedig niet mogt koomen te arriveren dat er bwquame
tijd overig is om voor het vertrek van t convoij waar mede
uijtgegaan is te kunnen werden beladen en terug te keeren
de schpper als dan gehouden zal zijn na d afladinge zijne
rijse te vervorderen met compagni fo wel alleen sonder
convoij

voorts
 

Voorts averije ende pilotage hier
boven niet reets uijtgedrukt
naar costuijm van der Zee
tot nacominge van t welke
verbonden de comp[aran]te wedersijts
hunne persoonen ende generalijk
alle hare goederen ende
specilaijk de eerste comp[aran]t
de inteladene coopman
schappen ende des tweede
comparant sijn schip ende
toebehooren van dien alle
t selvige stellende ende
submitteerende ten bedwangh
submissie als na regten
aldus gedaan binnen
Amsterdam ter presentie
van Leonard de Goede
en Hendrik Vaster als
getuijgen

 

D van Tietzen  H Schrodel
Dirk Oijevaar            
Hendrik Vaster
Leonard de Goede

quod attestor      
M Maten de Jonge
not[ari]s publ[iek]        

 


Homepage | E-mail