| Op heeden den sesden en aghtsten januarij des jaars seventien hondert en acht en twintigh compareerden respectivelijk voor mij m[eeste]r Mathijs Maten de jonge notaris publicq bij den hove van Hollandt geadmitteert t[ot] Amsterdam residerende de h[eer] Jappe | |
g.g | compareerden januarij 6 en 8 a[nn]° 1728 de heer Jappe Wiggerts coopman alhier als bevragter ter eenre ende de eersame Dirk Ooije vaar als schipper op t schip genaamt de Ooije lang 102 wijt 26¼ hol 12½ en t deck
hoog 6 voeten alsoo ter andere zijde weesende de comparanten mij notaris bekendt En verklaarden wegens de bevragtinge van t voorsz[eg]de schip met elkanderen op doncitien en in manieren als volgt De schipper zal met het voorsz[egde] schip behoorlijk geëquipeert en van alle t nodige na zeemans gebruijk behoorlijk voorsien met den eersten ballast scheeps uijt desen lande vertrekken en zeijlen na S[in]t Ubes Alwaar gekoomen zijnde des bevragters correspondent aldaar het zelve schip op het spoe digsten zal doen beladen met zout tot de bequame ladinge toe waar mede hij schipper in aller diliquentie van s[in]t Ubes werder vertrekken en dircet zeijlen zal na de sondt alwaar hij ordre zal vinden van den bevragter off hij
met zijn schip zal zeijlen na Narva of Fredrikshaven na welke ordre hij schipper zig zal moeten reguleren De schipper dus uijt de Sondt vertrokken en vervolgens tot Narvo of Fredrikshaven in conformite van der bevragters ordres gekomen zijnde zla des bevragters | |
| Correspondent het ingeladene zout doen ontlossen en t schip vervolgens werder bela den met soodanige houtwaaren off andere coopmanschappen als hij corres pondent daar in tot de volle of bequame ladinge toe zal gelieven te scheepen En zal de voorsz[egde] ontllossinge en werderbe ladine van wegene des bevragters corres pondent moeten geschieden tot Frederiks haven in den tijd van vier weeken
binnen en voorts buijten op t spoedigster zullen de weijders de ligtervragten tot Narva voor twee derde bij den bevragter en voor een derde bij den schipper gedragen werden dogh de lighters die tot Fredrikshaven ge bruijkt mogten werden zullen ten lasten van den bevragter alleen koomen blijvende niet te min het loots gelt aldaar tot Fredrikshaven voor twee deren ten laste van den bevragter en voor een derde ten laste van den schipper Wijders zal de schipper tot Narva of Fredrikshav ven hout ladende de vrijheijd hebben om zoo veel ballast in te neemen en te houden als tot stijfte van t schip nodig weesen zal en des bevragters correspondent het cabelruijm van t schip ook met hout willende beladen en vol stuwen voor den bevragters als dan zal hij
moeten laden op en tusschen deks van t schip niet anders als vuure balken want greene balken ladenden als dan zal het cabelruijm blijvende ter dispositie van den schipper verdes |
| verder zal de schipper gehouden zijn om in en omtrent het volstuwen van zijn schip tot Narva of Fredrikshaven zoo in t ruijm als tusschen deks zoo veel e-orge[?] te dragen als of zulx voor zijn eijgene reekening was soo dat hij dan ook de balken tusschen deks zalen moeten schieten van de voorsteeven af tot zoo verre na agteren als eenigsints zal konnen geschieden
te weeten zulx dat dan ook t cabelruijm volgestuwt zal moeten werden zoo t dek als boven met vuure balken belanden werd
Laastelijk is nog geconditioneert dat de blovenlast zoo wanneer de schipper boven last mogt neemen gereguleert zal werden na costummen dat isdatde inkoop door den bevragter betaalt en de winst bij den bevrag ter en schipper half en half genooten werden zal Het schip in manieren als boven tot Narva of Fredrikshaven weder afgeladen zijnde zal de schipper daar mede in aller deligentie keeren en koomen na dese stadt Amsterdam Alwaar behouden weesende gearriveert en hij schipper zijne van Narva off Fredriks haven overgebragte ladinge geloste en ge trouwelijk uijtgeleevert hebben aan den bebragter off ordre als dan zal dese bevrag tinge koomen te eijndigen en bji hem schip per de bedongene en hier na te meldene
vragtpenningen in t geheel en al verdient zijn bestaande deselve geheel vragtpen ningen in een somma van vijfenveertig en een halve gulden Hollands coerant gelt voor ieder last zout t geen hij schipper tot Narva |
| of Fredrikshaven zal hebben uijtgeleevert van welke geheele vragtpenningen de eene helfte zal verdient zijn en door den bevragter aan des schippers ordre tot Amsterdam be taalt moeten werden zoodra berigt ingekomen zal weesen van uijtleevering van t zout en de andere helfte zalverdient zijn en aen hem schipper of zijn ordre mede tot Amster dam door den bevragter betaalt werden nadat hij schipper zijne van Narva of Fredriks haven mede gebragte lading alhier gelost en aen hem bevraters of ordre getrouwelijk uijt
geleevert zal hebben als wanneer hij bevrag ter aan hem schipper boven de vragtpenningen nog zal voldeon tot een generaal caplaken de somma van drie en t sestigh guldens eens En in dien de schipper tot Narva of Fredrikshaven eenig gelt benodigt mogt hebben tot scheepsbe hoefte zulx zal hem aldaar door des bevragters correspondent verstrekt werden op reekening en in minderingh van de als dan reets verdiende halve vragt penningen en zullen zoo daning verstrekte penningen werden gereekent na de waarde van Hollands courant gelt vol gens cours van Wissel Laastelijk is nogh bedongen dat de ordi naire avarije pilotagie en ongelden tot S[in]t Ubes en hier tot Amsterdam zullen werden gereguleert en gedragen na costumen van de zee
Tot nakoominge van alle t geene voorschre ven staat de comparante verklaarden werdersijdts te verbinden hare respective personen |
| persoonen en generallijk alle haare goe deren en specialijk de bevragters zijn in te ladene coopmanschappen en de schipper zijn voorsz[egde] schip en toebehooren van dien alle t zelvige stellende en submitterende ten bedwangh en submissie als na regten Aldus gepasseert binnen Amsterdam ter presentie van Johan George Erleman en Nicolaas Dekker de jonge als getuijgen Jappe Wigger Dirk Oijevaar Johan George Erleman Nicolaas Decker de jonge quod attestor M Maten de Jonge
not[ari]s publ[iek] |