N°: 5897
Chertepartij

Gepasseerd
29 maart
1731

la coust

N°: 22

Op heeden den negen en twintgsten maart
des jaars seventien hondert en een en
dertigh compareerdenvoor mij m[eeste]r
Mathijs Maten de jonge notaris
publicq bij den hove van Holland gead
mitteert t[ot] Amsterdam residerende

de h[eer] Jappe

g.g

compareerden 29 maart 1731
de heer Jappe Wiggert coopman al
hier en ten deesen als bevragter ter eenre
en de eersame Dirk Oijevaar als schip
per op t fluijt schip genaamt de Oije
vaar langh 131½ wijt 26¼ hol 12¼ en
het deck hoogh 6 voeten alsoo ter an
dere zijde weesende de comparanten
mij notaris beijde bekent

Ende verklaarden weegens de bevrag
tinge van t voorsz[egde] schip met alkande
ren geconvenieert en over een gekomen
te zijn in manieren en op conditien
als volgt te weeten
De schipper zal met zijn voorsz[egde] schip
behoorlijk geequipeert en van t nodige
voorsien met den eersten uijt desen
lande bellast^schhpszijlen en navigeren
na Narva

Alwaar gekomen zijnde zal des bevrag
ters correpondent alsdaar t zelve
schip doen beladen met zodanige
houtwaren als deselve correspon
dent daar in tot de volle off bequame
ladinge toe zal gelieven te scheepen
en zal de selve aflading van wegens
des bevragters correspondent moet ge
schieden in den tijd van twee a drie
weeken binnen en voorts buijten op de reede
ter spoedigsten soo drae t weer en wint toelaat
het schip alzoo afgeladen zijnde zal
de schipper daar mede van Narva
voorn[oem]t en allerdiligentie keeren ende
 

komen na dese stadt Amsterdam
alwaar behouden wesen de gearri
veert en hij schipper zijne van
Narva overgebragte Houtlast
gelost en getrouwelijk uijtgeleevert
hebbende aan den bevragter off
ordre zoo belooft hij heer eerste com
parant mitsdesen aan hem schipper
off zijn regt hebbende als dan voor
vragt bij den hoop van Narva
of deese stadt te sullen voldoen
en betalen de somma van vier
duijzend geuldens

En daar en boven tot een caplaken
voor den schipper nog een somma van
vijftigh guldens eens
voorts zal ordinaire avarije en pilotage werden gere
guleert na costumen van de zee gelijk ook de boots lasten
zoo wanneer namentlijk de schipper boven last mogt nemen
wijders beloft en neemt hij schip
per bij deesen aan in een omtrent
het afladen en volstuwen van zijn
voorsz[egde] schip tot Narva voormelt
zoo in t ruijm als tusschen deks
generalijk zodanige sorge te dra
gen eeven als off zulx voor reeke
ning van hem schipper ofte van
zijne reeders selfs was en zal hij
schipper ook specialijk gehou
den zijn om ten behoeven van de

bevragter
 

Bevragter mits alleen het geheele schip maar ook tusschen
deks overal vol te stuwen met houtwaaren en dat van
de voorsteven aff tot aan de pompen toe alles volgens
noortsvaarders gebruijk voor soo verre het selve maar
eenigsints bequamelijk kan geschieden sulks dat
dan ook het cabelruijm volgestuwet en de touwen uijt
het selve boven op t schip geplaatst sullen moeten wer
den egter sal hij schipper de vrijheijt hebben om in
sij schip soo veel ballast in te houden als hij tot
stijfte van sijn schip schip nodig oordeelen sal
Booven alle t vooren staande is nog specialijk gecondition
eert dat de voorgeschrevene reijse afgelopen en het
dagte schip op den 4^en augustus aanstaande hier
aan de stad gearriveert zijnde hij schipper met sijn
schip voor den bevragter nog eene tweede reijse
na Narva doen sal en dat voor eeven soo vele vragt
en op eeven deselfde conditien als hier booven is
gesegt omtrent de eerste reijse dogh in cas het schip
soo laat te rug komt dat het op den vierden Augus
tus nog niet aan de stad gearriveert is als dan sal
de schipper keur hebben om die tweede reijse te doen
ofte ook wel met welverstaande egter dat hij
schipper die tweede reijse niet willende doen voor
ren bevragter als dan ook niet sal vermoogen
met sijn schip dit lopende jaar na Narval te var
ren voor ijmand anders ofte ook niet voor eijgen
meesters reekening

Tot nakominge van alle t geene
voorsz[egd] staat de comparanten ver
klaarden te verbinden genera
lijk hare respective personen en
goederen en specialijk de eer-
ste comparan de inte ladene hout
waren ende schipper zijn meer
gedagte schip met de gereetschap
pen en toebehoren van dien al
le t zelvige stellende en sub
mitteerende ten bedwang en
submissie als na regten

Aldus gepasseert binnen Am
 

sterdam ter presentie van Mat
theus de Haan en Hendrik van Wesel
als getuigen

Jappe Wiggert          
Dirk Oijevaar          
Mattheus de Haan          
Hendrik van Wesel
quod attestor        
M Maten de jonge    
not[ari]s publ[iek]