Notarieel 5075-9357 / 8072 Amsterdam pdf 24-06-2019 pag. 1

 

N°: 8072
chertepartij

Gepasseerd
4 april
1735

 

harencarspel

 
 

 
 
 

N°: 152

 

 

 

Op heeden den vierden april
des jaars seventienhondert vijf en dertigh

compareerden voor mij m[eeste]r Mathijs Maten de
jonge
notaris publicq bij den hove van Hol
land geadmitteert t[ot] Amsterdam residerende

de heer Jacob

 

 

g:g:

compareerden 4 april 1735
de heer Jacob Fraser coopman hier ter stede
en ten deezen als bevragter ter eenre en de
heer Adriaan Houttuijn coopman tot Hoorn
redere en boekhouder en ten dezen als ver
vragter van t fluijtschip genaamt de Oijevaar
lang 131 wijt 26¼ hol 12½ en t deck hoog
6 voeten daar schipper op is Dirk Oijevaar
(die met het zelve schip op reijs is na
Lixboa met een lading stuek en andere goederen
waar van de uijtvragt ten behoeven van de reders
zal zijn) alzo ter andere zijde te zende
de beijde comparanten mij notaris bekent
   Ende verklaarden wegens de bevragtinge
van t voorsz[egde] schip met elkanderen gecon
venieert en overeengekomen te zijn in
manieren en op conditien als volgt te weten
    De schipper Dirk Oijevaar voorn[oem>t zal
met zijn voorsz[egde] schip na de ontlossinge
tot Lixboa van dar verzeijlen na s[in]t Ubees
    Tot S[in]t Ubes gekomen en t schip behoorlijk
in staat en wel voorzien zijnde zal
het zelve aldaar ten spoedigsten weden
beladen met zodanig een lading zout als
de vervragter aan de heeren Andre en Lorenco
van Houttum
tot Lixboa reets heeft geor
doneert voor het gemelde schip te verzor
gen en intekopen welke zoutlast de
bevragter van de vervragter zal overnemen
volgens factuur en alhier aan den vervragter
betalen na cours en ordinaire loootijd van
wissel off ook wel anders betalen de wissel
brieventen laste van den vervragter op de zelve zoutlast reets getrokken
 

off nog te trekken ten ware dat van deze
bevragting tijdig genoeg tot Lixboa kenis
se mogte gekomen en alzo den bevragter
direct voor het montant der zoutlast
betrokken mogt werden
    Het schip alzo met zout beladen
zijnde zal de schipper daar mede direct
zeijlen na Reval op de reede
    Alwaar gearriveert wezende zo zal
hem schipper door des bevragters correspon
dent tot Revalten eerstenmoeten werden aangezegt
off hij met zijn schip na Reval zal opzeijlen
om aldaar een gedeelte zijner ladinge te
lossen en vervolgens met de rest na
Narva voort te zeijlen dan off hij met
zijn gehele zoutlast vandeRavalse reede
na Narva zeijlen zal moeten welver
staande wevenwel indien er enig zout tot
Reval gelost wert dat de schipper egter
nog zo veel zout zal moeten inhouden
dat hij bequamelijk na Narva kan zeijlen
    T schip dus off geheel off gedeeltelijk
beladen tot Narva gekomen zijnde zal de
bevragters correspondent aldaar het schip
geheel en al doen ontlossen en vervolgens tot
de volle off bequame ladinge toe weder
doen beladen met Houtwaren ten believen
van den zelven correspondent
    tot welke ontlossinge en weder aflading
de schipper met zijn schip tot Narva
binnen zal moeten blijven leggen den tijd

van
 

van vier agtereenvolgende weken met
dien verstande egter dat de legdagen die
de schipper tot Reval mogt zijn opgehouden
in mindering en tot afslag van dezelve
vier weken zullen moeten strekken zullende
de ontlossinge en beladinge op de Narvase
reede geschieden moeten ten spoedigsten
  Het schip tot Narva voorn[oem]t wederom
afgeladen zijnde zal de schipper daar mede
van Narva in aller dilegentie keren en komen
na deze stad Amsterdam
    Alwaar behouden wezende gearriveert
en hij schipper zijn overgebragte houtlast
gelost en getrouwelijk uijtgelevert heb
bende aan den bevragter off ordre zo zal deze
bevragtinge komen te eijndigen en bij hem
schipper zijne bedongen vragtpenning
gen en caplakengeheel en al verdient zijn
bestaande dezelve gehele vragtpenningen
in een somma van ses en dertigen een halvegulden
van ieder last zout t geen hij schipper
tot Narva zal hebben uijtgelevert en
van agt en dertigen een halvegulden van ieder last
zout dat tot Reval gelost mogt werden
en t caplaken in een somma van drie en
t sestig guldens eens zouder onderscheijd
waar de lossing van t zout geschieden mogt
alles Hollands gelt
    En zal van de voorsz[egde] gehele vragtpenningen
en caplaken de eene helfte verdient zijn op ider
losplaats na rato der geleverde zoutlasten edog
hier ter stede na t arrivement van t schip en
 

na uijtlevering der houtlast alhier beneffens
de als dan verdiende wederhelfte der vragt
en t caplaken door den bevragter aan den ver
vragter betaalt moeten werden ten ware
het schip op de reijze van Narva na her
waarts mogt komen te verongelukken want
dan zal de verdiende halve vragt en caplaken
betaalt moeten werden zo dra hier kennisse
van t zelve verontgeluken gekomen zal
zijn van de halve vragt echteraltijd en in alle gevallenafgetrokken
werdende t genotene op rekening want
den schipper zal ze tot Reval als tot Narvo
zo veel op rekening moeten werden verstrekt
als hij tot scheepsbehoefte nodig mogt
hebben
    Voorts zullen de ligtervragten en verdere
ordinaire avarijen en pilotage tot Reval
en Narva bij den bevragter en schipper
wederzijds halff en halff gedragen dog
buijten deze twee plaatsen alles na costu
men van de zee gereguleert werden
    wijders belooft en neem de vervragter
bij dezen aan dat de schipper in en omtrent
het volstuwen en afladen van zijn schip tot
Narva zo in t ruijm als tusschen deks
zodanige zorge zal dragen als off t voor
eijge reders rekening was zulx hij schip
per ook gehouden zal zijn t cabelruijm
vol te stuwen en de touwen uijt t zelve
boven op t schip te plaatsen mits des
bevragters correspondent hem besorge ten
minsten twee hondert stuks vuure

balken
 

balken op t deck en dat hij ookzal mogen
innemen de nodige ballast tot stijfte
van t schip

Tot nakominge van alle t gene
voorschreven staat de comparanten ver
klaarden te verbinden generalijk hare
respective perzonen en goederen en spetialijk
de bevragter de inteladen coopmanschap
pen en de vervragter den voorn[oemde] schipper
Dirk Oijevaar en deszelfs onderhorig fluijt
schip met de gereetschappen en toebehoren
van dien alle t zelvige wederzijds stel
lende en scubmitterende ten bedwang en
submissie als na regten

    Aldus gepasseert binnen Amsterdam
ter presentie van Jeremias Walschaart
en Jacob de Wijs als getuijgen

Jacob Fraser
Adriaan Houttuijn
Jeremias walschaart
Jacob de wijs

      quod attetor
   M maten de jonge
            not[ari]s pub[liek]


Homepage | E-mail