Notarieel 5075-9383 / 10072 Amsterdam pdf 10-07-2019 pag. 1

 

N°: 10072
Chertepartij

Gepasseerd
16 nov[ember]
1739

 

clifford

 
 

 
 
 

N°: 120

 

 

 

Op heeden den sestienden den november
des jaars zeeventienhondert en negen
en dertigh
compareerden voor mij m[eeste]r
Mathijs Maten de jonge notaris
publicq bij den hove van Holland
geadmitteert t Amsterdam residerende

de heer Jappe

 

g.g

 
compareerden den16 november 1739
de heer Jappe Wiggerts coopman
alhier en ten desen als bevragter
ter eenre en de eersame Pieter
Ooijevaar
als schipper op t Fluijtschip
genaamt de vrouwe Ida Elisabeth
lang 130 wijt 26 3/4 hod 11 3/4 en t deck
hoof 6 voeten alsoo ter anderen
zijde weesende de comparaten mij
notaris bekendt leggende wijders
de voornoemde schipper thans voor
dese stadt met t zelve schip om
ten voordeele zijner reederije goe
deren op vragt aan te nemen op
Lixboa
Ende verklaarden de wedersijdse
comparanten wengens de bevragtinge
van t voorsz[egde] schip de vrouwe Ida
Elisabeth met den anderen over
een gekoomen te zijn zoo als zij
vereenquamen mitsdesen in der
manieren en op conditien als volgt
namentlijk
Nadat hij schipper en tweede comparant
in desen van hier vertrokken tot
Lixboa gearriveert en t schip aldaar
van de goederen alhier ingescheept
ontlost zal weesen dan zal hij schip
 

per met zijn schip van Lixboa bal
last scheeps verseijlen na s[in]t ubes
alwaar gekoomen zijnde en t schip
behoorlijk geequipeert en digt be
vonden werdende zal des bevragter
correspondent t zelve schip aldaar
tot s[in]t Ubes tot de volle en bequame
ladinge toe doen beladen met
zout en dat wel ten spoedigsten
t schip tot s[in]t Ubes met zout beladen
zijnde zal hij schipper daar mede in
alles diliquente zijlen na de sondt
van waar hij na de ordre die hij daar
van de bevragter vinden zal zal
moeten zeijlen off na Arentsbrugh
en Pernauw beijde off na Pernauw
alleen off na Reval en Wijburgh te
zamen off beijde off na Reval en
Narva beijde off direct na Wijburgh
alleen off ook wel na Narva alleen
t schip ter geordonneerde losplaats
off losplaatsen gekoomen en de
gantsche zoutlast ontlost en uijtge
leevert zijnde zal des bevragters coris
pondent t zelve schip wederom en
wel tot de volle off bequame ladinge
toe doen beladen met goederen
en coopmanschappen ten zijne
believen waar mede hij schipper

in
 

in alles diligentie zal keeren en
koomen na dese stadt Amsterdam
alwaar mede behouden weesende
gearriveert en hij schipper zijne van
uijt de oostzee overgebragte ladinge
getrouwelijk gelost en behoorlijk
uijtgeleevert hebbende aan den
bevragter off ordre als dan zal dese
bevragtinge koomen te eijndigen
en bij den schipper de bedongene
vragtpenningen in t geheel en al
verdient zijn gestaande dezelve
geheele vragtpenningen voor ieder
uijtgeleevert last zout als volgt te
weeten ieder last uijtgeleevert tot
Arentsburgh off Pernauw de som
ma van aght en dertigh guldens
tot Reval van twee en veertigh
guldens en tot Narva off Wijburg
van veertigh guldens alles hol
lands courant geldt en zal van
de voorschreeve en respective geheele
vragtpenningen de eene helfte ver
dient zijn bij de uijtleeveringh van
t zout en wel na rato van de leeve
rantie welke eerste helfte aan den
schipper off wel eijgentlijk aan desselfs
 

ordere alhier tot Amsterdam zal
moeten werden betaalt zoo draa
hier berigt gekoomen zal zijn van
de uijtleeveringh van t zout in de
Oostzij onder kortingh en na aff
treck evenwel van de penningen
die de schipper van des bevragters
correspondent tot scheepsbehoefte
opgenoomen mogt hebben en de
andere off wederhelfte der vragt
zal verdient zijn en mede aan den
schipper off zijn ordre alhier tot
Amsterdam betaalt moeten wer
den wanneer de schipper zijne van
de Oostzee overgebragte ladinge
alhier uijtgeleevert zal hebben als
wanneer de bevragter aan hem
schipper boven alle de voorsz[egde] vragt
penningen nogh zal voldoen en
betalen tot een generale caplaken
de somma van drie en t sestigh
guldens eens alles als boven Hol
lands courant geldt off wel de
waarde van dien en zulks dan
ook met dien verstande dat t geene
den schipper in de Oostzee mogt

vertrekt
 

verstrekt zijn tot scheepsbehoefte
het zelve ook zal moeten werden
gereguleert tot de waarde van
Hollands courant geldt volgens
cours van wissel
  Wijders is en werdt nogh verder
bedongen het volgende namentlijk
de bevragter zal aan den schipper
off desselfs ordre voor ordinaire
onkosten tot s[in]t Ubes eens voor al
betalen de somma van twee en
veertigh gulden maar belangende
de ligtervragten en ordinaire
avarijen in de Oostzee dezelve
zullen bij den bevragter voor twee
derdel parten en bij den schipper
voor een derde part gedragen
werden en hier ter steede zullen
de ordinaire avarijen en pilotagien
werden gereguleert na costumen
van zee
 Voorts zal de ontlossinge van t
zout en de wederafladinge met andere
goederen in de oostzee te zamen
moeten geschieden in den tijdt
van ses weeken wel verstaande
evenwel dat in cas van verseijlingh
van de eene plaats na den anderen
 

die tijdt van verseijlingh niet voor
off onder de legdagen gereekent
zal werden maar met relatie van
voorsz[egde] legdagen van ses weecken
indien t schip door ofte van wegens
des bevragters correspondent langer
opgehouden mogt werden zoo zal
de bevragter aan den schipper off des
selfs ordre voor ieder meerdere
legdagh betalen de somma van
vijffentwintigh gulden
  Verder indien t schip op eene plaats
geheel van t zout ontlost werdt
en dus ballast scheeps zou moeten
verseijlen na een tweede plaats
om daar weer beladen te werden
in dat geval weer beladen te werden
noodige ballast bekostigen moeten
  Nogh is geconditioneert in dien t
schip in de Oostzee afgeladen
werdt met hout dat dan het cabel
ruijm zal zijn ten dienste en ten
voordeele van den bevragter om
t zelve met houtwaaren vol te
laden zulx dat de touwen boven
zullen leggen moeten en voorts ook
alle t verdere moeten werden
gereguleert na noortvaarders gebruijk

En
 

en zal ook in die gaval van hout
ladingh de bovenlast in dien de
schipper die neemen wil mede na
costumen gereguleert dat is de
sinst daar op vallende tusschen
den bevragter en den schipper halff
en halff genooten moeten werden
laatstelijkwijders indien de schipper tot
stijfte van t schip wat ballast
mogt nodigh hebben als dan zal
hij die ten zijnen lasten en
kosten mogen inneemen
laatstelijk als de schipper tot Rigain de Oostzee andere goede
ren als hout mogt komen te laden dan zal hij
verpligt weesen t schip te laden op dezelfde diepte
als het met zout gegaan heeft
zoo vol en tot
zilke diepte als off t voor sijn eijge zelfs was
tot nakoominge van alle t
welke de wedersijdse comparan
ten verklaarden te verbonden
hare respective personenen en gene
ralijk alle hare respective goede
ren en specialijk ook de bevrag
ter de inteladene goederen en
de schipper zijn voorsz[egde] schip met
de gereedtschappen en toebe
horen van dien alle t zelvige
stellende en submitterende ten
bedwangh en submissie als na
reghten
Aldus gepasseert binnen Amsterdam
ter presentie van Jeremias Wal
schaart
en Jacob de Wijs als getuij
gen

 

Jeremias Walschaart
  Jacob de Wijs

      quod attestor
M. Maten de jonge
            not[aris] publ[iek]

 
Jappe Wiggers
 
Pieter Oijevaar


Homepage | E-mail