Notarieel 5075-9395 / 11344 Amsterdam pdf 19-06-2019 pag. 1

 

N°: 11344
chertepartij

Gepasseerd
2 meij
1742

 

wolten

 
 

 
 
 

N°: 154

 

 

 

Op heeden den tweeden meij des
jaars zeventienhondert twee en
veertigh
compareerden voor mij
m[eeste]r Mathijs Maten de jonge notaris
publicq bij den hove van Hollandt
geadmitteert tot Amsterdam residerende

de heer Jappe

 

 
g g:

compareerden 2 meij 1742

de heer Jappe Wiggerts coopman
alhier ter eenre en de heer Adriaen
Houttuijn
coopman tot Hoorn ter
andere zijde weesende bij mij notaris
beijde wel bekendt zijn de wijders
te kennen gevende hij tweede
comparant mede reedes en
boekhouder van t schip de Ooijev
vaar schipper Dirk Ooijevaar
en welk schip door den eersten com
parant is bevragt geworden
van s[in]t Ubes op dese stadt met een
lading zout zoo als zulx breder
blijkt bij de chertepartij daar van
tusschen den eersten comparant
en den voornoemden schipper Dirk
Ooijevaar
op den 28 ste november
de voorleden jaars 1741
mede
voor mij notaris en zekere getuijgen
gepasseert
ende verklaarden zij wedersijdse
comparanten in gevalle t voorsz[egde]
schip de Ooijevaar in off op de hoogte
deser lande tijdig genoeg kome om
met het eerst vertrekken de convoij
te zeijlen na Narva off Pernaus als
 

dan de bovengemelde bevragtingh
op hier bij desen te vernietigen
en dezelve te veranderen in der
voegen als hier nu komt te
volgen te weten
dan zal de schipper daar mede en
met de voorn[oemde] zoutlast met het voorsz[egde]
convoij zijlen of na Narva off na
Pernauw ter keuse van den eersten
comparant dogh van welke keuse
hij schipper ordre zal vinden in
de sondt
t schip op de geordonneerde plaats
gekomen zijnde zal des eerste com
parants correspondent aldaar de
zoutlast doen ontlossen en vervol
gens het schip verder beladen met
hout tot de volle off bequame lading
toe
welke ontlossinge van t zout en
beladinge van t hout te zamen zal
moeten geschieden in den tijd van
vijff agtereenvolgende weeken en
langer opgehouden werdende dan
zal de eerste comparant moeten
betalen vijffentwintigh guldens
voor ieder meerdere legdagh
dogh zoo het convoij binnen de vijf
weeken te rugh vertrekt dan zal de

expeditie
 

voorts zal de eerste comparant voor de
onkosten te s[in]t Uges betalen eens de
somma van twee en veertigh gulden
dogh de ligtervragten en ordinaire
avarijen in de oostzee zullen bij den
eersten comparant voor twee derde
part gedragen werden maar
de ordinaire avarijen alhier zullen
werden gereguleert na costumen
van de zee gelijk ook de bovenlast
zoo wanneer de schipper tot Narva
off Pernauw bovenlast mogt neema
wijders zal de schipper in en omtrent
het afladen en volstuwen van t
schip met hout tot Narva of Pernauw
zoo in t ruijm als tusschen deks
zo danige sorge moeten dragen
eeven als off zulx voor zijn eijge
meesters reekening was en zal hij
schipper ook specialijk gehouden
zijn om ten behoeven van den
eersten comparant zijn schip tussche
deks met houtwaren te bestuwen
en vol te laden van de voorstee
ven af tot aan de pompen toe
zulx dat dan ook t cabelruijm
volgestuwt en de touwen boven
op t schip geplaatst zullen
 

moeten werden en voorts alles na
noorvaarders gebruijk
ende op dat dit contract des te
beter effect hebben magh zoo zal
door ofte van wegens den tweeden
comparant aan den schipper zijne
ordre om na de Oostzee te zijlen
buijten gaats off dit mislukkende
in Texel toe gesonden werden en
de premie die uijtelooft wordt om
den schipper in zee te waarschuwen
zal bij de wederse comparanten
ieder voor de helft gedragen werden
dogh zoo de schipper t zij voor off in
Texel venreemt dat het eerst vertrek
kende convoij na de Oostzee derwaard
al uijtgeloopen is als dan houdt de
eerste bevragtingh op Amsterdam
weder standt gelijk dezelve ook
standt zal houden indien de
schipper onverhoopt in Texel mogt
binnen koomen en aldaar door
ongemak aan zijn schip off door on
willigheijd van t volk off andere
onverwagte toevallen belt wierdt
zoo cas in gereedtheijd te zijn

dat
 

 
# weer en wind
het eenigsints
willende toelaten

expeditie ook zoo veel eerder moeten
geschieden # zoo wanneer namentlijk
de schipper declareert dat hij met t
convoij wil vertrekken want het zal
in den schippers keuse staan om te
keeren met off sonder convoij
t schip dus tot Narva off Pernauw
met hout weer afgeladen zijnde zal
de schipper daar mede off met off
sonder convoij ten spoedigsten komen
en zeijlen na dese stadt Amsterdam
  Alwaar mede behouden weesende
gearriveert en hij schipper Ooijevaar
zijne van Narva of Pernauw overge
bragte houtlast gelost en getrouwe
lijk uijtgeleevert hebbende aan den
eersten comparant off desselfs ordre
zoo zal dese nadere bevragtinge mede
komen te eijndigen en bij hem schip
per de bedongene vragt penningen
in t geheel en al verdient zijn be
staande dezelve geheele vragtpen
penningen in een somma van vijff
en t sestigh gulden voor ieder last
zout t geen de schppper tot Narva
en van vier en vijfftigh gulden voor
ieder last zout t geene de schipper tot
Pernauw zal hebben uijtgelevert
 

en zal van de voorz[egde] geheel vragt
penningen de eene helfte verdient
zijn en hier ter stede aan den
tweeden comparant off ordre
betaalt werden zoodra hier berigt
komt van de uijtleevering van t
zout zullende eghter op dese helft
door den eersten comparant werden
gekort t geen de schipper te Narva
off Pernauw van der eerste compa
rants correspondent zal hebben
optenomen gehadt tot scheeps
behoefte waar toe hem ook t nodig
door den zelven correspondent ook
opgeschooten zal moeten werden
en de andere off wederhelfte des vragt
penningen zal verdient zijn en
alhier mede aan den tweeden compa
rant off zijn ordre off ook wel aan
den schipper betaalt moeten werden
wanneer hij schipper zijn overge
bragte houtlast alhier uijtgeleevert
zal hebben als wanneer de eerste
comparant aan hem schipper tot een
generaal caplaken nogh zal voldoen
de somma van twintigh silvere
ducatons eens

voorts
 

dat hij met het voorgemelde eerstver
trekkende convoij weder kan uijtzijlen
laatstelijk zal de schipper in de Oostzee mogen
inneemen de nodige ballast tot stijfte van t
schip
Tot nakominge van alle t vorenstaande
de wedersijdse comparante verbon
den hare respective personen en
generalijk alle hare goederen
en specialijk de eerste comparant
zijn in te ladene zout en hout en
de tweede comparant het voorsz[egde]
schip de Ooijevaar met alle de ge
reedtschappen en toebehooren van
dien alle t zelvige stellende en sub
mitterende ten bedwangh en sub
missie als na regten
alle t welke aldus passeerde binnen
Amsterdam ter presentie van
Jacob de Wijs en Nicolaas Witte
als getuijgen

Jappe Wiggers        
Adriaan Houttuijn       
Jacob de Wijs        
Nicolaas Witte
        
quod attestor    
M Maten de Jonge
not[ari]s publ[iek]    


Homepage | E-mail