den 29e junij 1767 | soo de getuijgen
nu te zaamen verklaaren | compareerden etc[etra] 12 st[uivers] no 101 Anna van Heumenhuisvrouw van Jan van Worken woonende in de Landstraat ... Antje Visser huisvrouw van Jan Speijs in de Hoogstraat en Maria Slonk huisvrouw van Jan Ojevaar in de korte dijkstraat woonagtigh getuigen van competenten ouderdom de welke ter requeste van Jan Boekenhaage getrouwt met Maria Croon voor de opregte waarheid hebben getuijgd en verklaart namentlijk
de twee eerste getuijgen te zaamen dat den requirant in den jaare 1762 met het Oostindisch Compagnieschip Amsterveen voor deeze kamer na Oostindien is uijtgevaaren en | op den 14 junij 1764 is gerepatreert dat den requirant den 16 november deszelven jaars weeder na oostindien met het oostindisch schip Welgeleegen na oostindien gaande aan boort van t zelve schip is vertrokken en dat gemelde zijne huijsvrouw den 30 november daar aan volgeden van t zelve jaar 1764 is verlost van een zoon zijnde een voldragen kind welke nu voor twee jaar geleden na hun getuijgens beste onthoud is overleeden geevende zij getuijgen voor reedenen van weetenschap den requirant en zijne huijsvrouw
wel te hebben gekend en bij den verlossing teegen woordig en present te zijn geweest en verder als in den text bereijt zijnde dit hun gedeposeerde (des gerequireert) nader met solemneelen eede te bevestigen gepasseert in Amsterdam voorn[oem]t in presentie van Roeloff van Otterlo en Jan Jacob Witmond als getuigen Johanna van Heumen dit merk + is gezet door Antje Visser dit merk + is gestelt door Maria Slonk Roelof van Otterlo Jan Jacob Witmond Jan van Tatenhove not[aris] | |