n[ummer]o 172 Lehevenon Op Heeden den 3 e november 1726 compareerde voor mij Gerard de Kok openbaar notaris bij den ed[ele] hove van Holland geadmitteerd tot Amsterdam residerende in presentie van de nagenoemde de getuijgen hons[]r Jan de Groot wonede tot Does burg dog tegenwoordig zijnde binnen dese stad dewelke
na dat het testament van wijlen Wijnantje de Groot zijn comp[aran]ts zuster den 7 e ocotber dezes jaars ten overstaan van mij notaris en zekere getuijgen verleeden door hem comp[aran]t was geleesen en geexamineerd verklaarde en bekende te hebben ontfangen uijt handen van mess[]ren Jacob de Groot en Noach Lansdrager in huwelijk hebbende Agnietje de Groot en also te samen de eenige geinstitueerde en universeele erfgenamen van de voorn[oemde] Wijntje de Groot de somma van een hondert caroligulden welke hondert guldens aan dne comp[aran]t in het bijweesen van mij notaris zijn aangeteld en dat in voldoeninge en volkomen quijtinge van het legaat van een hondert gulden hem comp[aran]te
bij den meergem[elde]van Wijntje de Groot besproken de voorsz[egde] Jacob de Groot en Noach Lansdrager nom[ine] ux[oris] dier halve des wegens niet alleen volkomen quitee rende nemaar ook ieder hunne goede voldoeinge bedankende __ met beloften van henvoor wegens alle namaninge des wegens te zullen indemneeren en bevrijden onder verband van zijn persoon en goederen als na regten consenteerende hier van acte |