Archief van schepenen 5062-156 / 12 Amsterdam pdf 23-06-2011 pag. 1

f 1975:-:- contant
      10:-:- th rank
f 1985:-:-

Wij ut supra
schepenen in Amsterdam oirkonden en kennen dat
voor ons gecompareerd is den selven als in den voorge
opdrachtbriev f[oli]o 11 tot aan de onderhaalden voogden
welke Catharina Brameijer is geweest een suster van
halven bedden en eenige erfgename van Anna de Vries
welke in haar laatste huwelijk met Johannes van
Hoorn
buiten gemeenschap van goederen is getrouwd ge
weest blijkens de huwelijksche voorwaarden den 2 april 1740
voor Daniel van den Brink notaris en zekere getuigen
binnen dezen stad gepasseerd na t overlijden van welke
Anna de Vries de helften in t natemelden perceel
aan haar Catharina Brameijer en Hendrik Cleisma
bij schijding hares boedels is toegescheiden en aanbedeeld
blijkens d acte dieswens den 20 julij 1723 ten overstaan
van Everhard Haverkamp notaris en zekere getuigen
alhier gepasseerd en is den zelven Anna de Vries
 

geweest eerder weduwe en ingevolge der mutuelen
testamenten in dato 22 maij 1733 voor Isaac Beukelaar
notaris en zekeren getuigen alhier gepasseerd univerzele
geinstitueerd erfgename van Huijbert van Houten
mitsgaders een dogter en met en benevens hare broeder
Anthonij de Vries en haren zuster van halve bedde
Catharina Brameijer ijder voor een derden part erfgenamen
ab intestata van haren moeder aardrea adraa Hendrikje
Braassem eerder weduwe van Cornelis de Vries en
laatst van Fredrik Brameijer na arens overlijden
het natemeldene perceel tusschen haren gemelde erfgenamen
wel eerst is gebleven gemeen en onverdeeld blijkens de
acte dees wegens den 3 maart 1728 voor Isaac Angelkot
notaris en zeckere getuigen binnen deze stad gepasseert
doch vervolgens bij naderen schijding des boedels van gemelde
Hendrikjen Braasssem (ingevolgen zeekeren acte van arbitrage
en uitspraag van dato 4 september 1730) den 2 sept[embe]r 1730
ten overstaan van gemelde notaris Isaac Angelkot
en zekeren getuigen alhier gepasseerd aan haar Anna
d Vries
een is den zelven Catharina Bramijer voorn[oem]t
in voegen voorsz[egd] geregtigd geworden tot den helften in t na
te meldene perceel het welk bij ordinaris brieven van
opdracht in dato 3 november 1711 aan haar Hendrikje
Braassem
huisvrouw van Fredrik Brameijer is toegeschreven
en aanbedeeld
getransporteerd en opgedragen en gelieden
zij comparanten den 20 december 1781 in publique vijlinge
verkocht en als nu opgedragen en quijtgeschonden te
hebben aan Willem Oijevaar, Jan Oijevaar en
Teunis Oijevaar de helften in een huis en erve
staanden en gelegen binnen deezer stad in de Loijers
dwarsstraat het tweden huis van de Elandsgragt met
zodaanige belenenis etc[etra] en voorts ut supra als
d vorige opdrachtbrieven tot aan de onderhaalde voor
zonder arg of list in oirkonde dezen brieven bezegeld
met onzen zegelen den 14 maart 1782


Homepage | E-mail