Notarieel 3906 / ? Nieuwe Niedorp 23-12-2003 pag. 1

Op den 11e februarij 1738 compareerden voor mijn Leonard van der Beets bij den hove van Holland geadmitteert en tot Nieuwe Niedorp residerende notaris ter presentie van de nagenoemde getuijgen Pieter Claasz Schouten als in huwelijk gehad hebbende Dieuwer Jans Brugh overleden tot Winkel in ter eenre,Cornelis Jansz Swan als getrouwt met Lijsbet Jans Brugh voor de helft item nog deselve Swan en Pieter Coppedraijer in qualt als bij den agtb. Geregte der stede Winkel aangestelt tot voogden over Pieter Claas Oijevaar minder jarige soon van Vrouwtje Jans Brugh verweckt bij haar vooroverleden man Claas Winkel, voor een vierde part en laatstelijk Jan Cleijenburgh tot Nieuwe Niedorp woonagtigh (dog de vorige compten alle tot Winkel) als vader en voogdt en ook ten desen specialijk aangestelt tot voogd over zijn minderjarige dogter Maartje Jans Cleijenburgh geprocreëert bij zijn overleden huijsvrou Vrouwtje Brughs voornoemt en in die qualiteijt voor de resterende een vierde part ab intestato erfgenamen van opgemeldeDieuwer Brughs ter andere zijde welke comparanten verclaarden, nadat den eersten compt alvorens hadde betuijgt genoten en ontvangen te hebben soder eenigh het minste verder regt actie ofte pretentie tot ofte aanden boedel en nalatenschap van zijnoverleden vrouwsvader te reserveren hebben nog te behouden, alle soodanighe landerijen als hem van sijn gemelde vrouwsvaders nalatenschap zijn aanbedeelt volgens acte daar af gepasseert voor mij nots en sekere getuijge in dato den 10e februarij 1737 item mede (bij voorgaende rekeninge en mondelinge delinge sijne portie van de contante penningen daar onder begrepen alle de ontvangene crediten als mede de somma van een duijsent car.guldens die den comparant Cornelis Swan moeste voldoen volgens gemelde acte van deelinge als ook soodanige somma van penningen als door denselven comptCorn Swan in qualiteijt als in huwelijk hebbende als boven de kinderen van gemelde Vrouwtje Brugh in collatie en boelverheelingh moesten werden gebragt volgens testament van genoemde Jan Brugh gepasseert voor den nots Arent Claver tot Alkmaar en sekere getuijgen op dato den 25e junij 1735 en sulx mede na dat alle de schulden en lasten (uijtgenomen van de vaste goederen van den boedel van genoemde Jan Brugh waaronder mede gerekent het prelegaat van vijffhondert guldens aan des eersten comparants overleden huijsvrouw bij gemelde testament geprelegateert waren voldaan) met den anderen in minne over de nalatenschap van meergemeldeDieuwer Brugh bij forme van uijtkoop (na alvoorens ten genoegen van den tweede compt behoorlijke en pertinente opgevinge en openinge van den staets des gemeenen boedels van den eerste compt en zijn over leden huijsvrouw was gedaan) waren geaccordeert geschift gescheijden en gedeelt in deser voegen namenlijk dat de comparanten gesamentlijk van den eesten compt voor hunne erfportien sullen hebben en genieten uijt den gemeenen boedel van hem en sijn overleden huijsvrouw een somma van dertienhondertagtien gulden ses stuijvers eens en daarenboven alle de landen die hem als eerste compt volgens opgemelde deelacte zijn aanbedeelt met de daerop te betalen staende landsongelden zulx de tweede comparanten den eersten comparant daarvan ontheffen en bevrijden mitsdesen waarmede de tweede compten verclaerden van hare erfportien in ‘t hooft deses gemelt vergenoegt en ten vollen voldaen te wesen sonder diens aengaende eenigh verder regt actie ofte pretente te lasten van de eersten comparant te refereren sulx bij eerste comparant zal hebben en behouden als vrij en eijgen den vorderen gemeenen boedel van hem zijn overleden huijsvrouw niets uijtgesondert zulx hij de tweede compten voor hem en zijne erven van alle lasten en schulden vandien ontheft en bevrijd mitsdesen en ten sijnen particuliere laste neemt

En verclaerden de tweede comparanten van de voorengemelte landen (nadat deselve landen door Cornelis Langereijs oud burgemeester en een der getuijgen in desen en door Corn Coopman oud schepen tot Winkel (nu overleden) waren gestelt aan twee gelijke deelen en het eene deel (daerna) weder aan twee gelijke deelen zoo na hun enigsints doenlijk was, als hebbende (zoo deselven Langereijs betuijgt) in't verdeelen agtinge genomen op de groote valeur, huuren rendementen en lasten der landen van ijder stuck apart) elx bij blinde te beurt gevallen en aanbedeelt te wesen als volgt namentlijk.

Aan Cornelis Swan voor sijn helft

eerstelijk een stukje weijdland groot drie geersen negen sneesen drie roeden gelegen in't oosteijnde tot Winkel belent selfs ten oosten Pieter Almersz de Boer ten westen

Item een stukje bouwland gelegen alsvooren boven t pade groot twee geersen vijff sneesen vier roeden belent Claas Langeboet ten oosten en Cornelis Hovenierserven ten westen

Laastelijk een dito ackertje groot ses sneesen negentien roeden gelegen in de corfmakers swet onder Winkel belent Adriaan Grooteboer ten oosten en Pieter Jacobsz Groot ten westen

Aan Pieter Claasz Oijevaar voor sijn een vierde part

Een stuk bouwlant groot vier geersen elf sneesen gelegen tot Winkel bovenpade genaemt de OsseweijdtB belent Cornelis Jacobsz Groots kinderen ten oosten en Trijn Kuipers ten westen ende

Aan Maartje Jans Cleijenburgh voor haar vierden part

Een stuk weijdlandt groot vier geersen vijff sneesen vijftien roeden gelegen in ‘t nederland onder Winkel belentMaartje Pieters ten zuijden en selfs (benevens Pieter Oijevaar ) ten noorden

Eijndelijk verclaerden de tweede comparanten elx sijne portie in sijne voorsz qualiteijt genoten en ontvangen te hebben van de voorengemelde dertien honderdagtien gulden ses stuijvers

segge: 1318: 6: -

En sulx wel Corn Swan in sijne eersten qualiteijt een somma van ses honderdnegenenvijftig gulden drie stuijvers

segge: 659: 3: -

Item nog deselve in sijne tweede qualiteijt benevens Pieter Coppedraijer een somma van driehonderdt negen en twintigh gulden elf stuijvers agt penningen

segge: 329: 11: 8

En Jan Cleijenburg in sijne qualiteijt een gelijke somma van driehonderdnegen en twintigh gulden 11 st. 8 penn.

segge: 329: 6: -

Uijtmakende te samen gelijke somma van 1318: 6: -

Het welke schiftinge scheijdinge en deelinge de wederzijse comparanten gesamentlijk en ook deels afzonderlijk verclaerden te nemen volkomen genoegen belovende elkanders aanbedeelde rustig en vredigh te sullen doen en laten genieten sonder hiertegen ietwes te sullen doen nogte gedoogen gedaen te te werden direct nogte indirect in nogte buijten regten renunchierende derhalven voorbedagtelijk van relief en reductei mitsgaders van alle andere hulpmiddelen, dewelke na regten tot verbrkinge deses zouden kunnen werden aangewendt onder verbandt van der compten personen en goederen zoo wederzijds als ten opsigte van de tweede comparanten in voorss. qualt int partuculier als na rechten

Dit passeerde aldus ten huijse van den compt Jan Cleijenburgh tot Nieuwe Niedorp voorsz ter presentie van Cornelis Langereijs voorgemelt en Claas Wringh inpostmeester tot Alkmaar als ten desen gerequireerde getuijgen en ten oirconde geteeckent

Pieter Schouten
Cornelis Swan
Pieter Coppedraijer
Jan Louwerisz. Cleijenburg
Cornelis Jacobsz Langereijs
Claas Wringh

L.v.d.Beets
1738


Homepage | E-mail