Oud Recht 5433 / 387 Abbekerk pdf 14-04-2018 pag. 1

Wij Jan Jansz gezeijt Jan Albertsz Horn ende
Volkaert Janszoon Does schepenen der stede Abbekerk
doen kont en kennen dat voor ons in eijgener persoone gecompareert
ende gekomen is Pieter Claaszoon Herxs onsen mede
poorter binnen Twisch dewelke verklaarde voor hem zelffe
ende als vader ende voocht van zijne kinderen wel en deugdelijk
verkocht opgedragen en dienvolgende in ende vollen ende vrijen eijgen
domme eeuwelijk en erffelijk getransporteert ende quitgescholden te
hebben zulx en zoo hij dede mitsdesen aan ende ten behoeve van
Jan Pieterszoon Oudevaar out burgerm[eeste]r woonende tot
Hoochwoude aande Gouw een oudt huijs met et erve daar
op het zelve huijs staat en het erff daar bewesten aan gelegen
staande en gelegen alhier in t west einde van Twisch naast
belent met den verkooper zelffs ten oosten ende ten noorden ende
Claas Jansz Jongejans ten westen onder conditien dat
aande gemelde oost en noordt zijde dit verkochte huijs niet
meerder eijgendoms heeft noch hebben zal dan een ordinaris
huijsdrop item dat den kooper gehouden zal zijn preciselijk
dit oude huijs in desen begonnen jaer van 1666 aftebreecken
en aldaar wederom een nieuw huijs te bouwen ten waar dat
den kooper bij expres consent en goedt believen van den verkooper
anders niet langer daarmede quam te toeven. En wanneer
dienvolgens den kooper een nieuw huijs komt te bouwen soo zal hij
aan de oostkant geen buijten deur mogen maacken noch heben
ook zal hij aan dezelve oostzijde geen kozijn mogen zenen
uijgezeijt aan de hoek van t voor eindt dat hem vrij staan zal
gelijk hem mede vrij zal zijn een glas aanden gemelden
oostzijde te maken niet om daardoor te hebben eenig uijtgezigt
maar om ligt te krijgen in een binnen gang of kamer van t
gemelde huijs wijders wanneer t gemelde huijs vernieuwt
zal zijn en zoo vere noordwaart uijt niet mochte
getimmert worden als dit onderstaat soo zal het erff dat
door de verkorting van t huijs bekoemen wert bij haarluijden
kooper en verkooper te zamen beschut moeten worden met den
schutten van een halve deel op zijn endt of zes vaen hooch
zullende de onderhouding van t zelve schutten en op gelijck
hoochte ingelijx tot bijderlaste komen halff en halff ook
zal dat zelve schutten aan t huijs aff noordt aan recht voort
loopen lapende dienvolgens even gelijk als neffens het huijs

388

---------- ------------ een huijs drops breeder beoosten aan t gemelde
schutten leggen. Doch zoo naaderhandt den kooper off zijn naar
komelingen t mergemelde te beschutten erve mede mochte komen te
betimmeren soo zal hij zijn voorich recht in vrijheijt hebben om
de strook van d oosterwech van t huijs recht voorts te timmeren als
hebbende daar toe de huijsdrop buijte t schutten gelijck verhaalt is
laaten leggen. Voorts voor een vrij huijs een erve zonderer
werelt eenigen opstal lsat of beswaarnisse anders dan zulcks
landts onkosten als buuren en lendens nevens anderen zijn dragende
en bekende hij comparant daarvan en van desen verkoopinge ende
overdrachen al geheel en d al en ten vollen voldaan ende wel betaalt
te zijn den lesten penn[ing] met den eersten bedanckende mitsdien
den voorzeijden kooper voor zijne goede ende volle betalinge over
zulxs belooffde hij comp[aran]t voor hem en zijn opgemelden
kinderen t meergemelde huihs ende erve indervoegen ende op
conditien als verhaalt is mitsgaders den kooper en zijnen
erven ende naarkomelingen desen aangaande e vrijen ende altijdt
vrij te waaren kosteloos en schadeloos te houden van allen
aanbetalinge op en aanspraacke als ook van d evictie
de welcke bij ijemande ter werelt daar van op aff aan
gedaan zoude mogen worden zulx en zoomen van goedt
verpligt is te doen rechten ende costumen deser stede
waar vooren hij comparant ten onderpande verbondt zijn
persoon ende alle zijne ende zijner voorzeijder kinderen
geoderen roerbare ende onroerbaar toekomende ende tegenwoordige
geen uijtgezondert ten bedwangh ende ter executie van allen
recht en rechteren in t bijzonder den here[n] van Holl[and]t ende de
jndicatuur van den vierschaar dezer steede zonder
bedrach
 

Allse conform d originele quitscheldinge bij
schepenen voorsz[egd] ondergeteekent en tot bevestiginge
vandien bij Johan de Mist bailljuw en schout dezer
stede zijner zegule daar onder aan gehangen op den
vierden dach van den jaare ons heeren 1666

In kennisze van mij secret[ari]s       

J:P:Landtmansz       


Homepage | E-mail