Oud Recht 5515 / 435 Opmeer  | 23-08-2022 pag. 1 |
. . . .
rolle gehouden op ten 24 october anno 1639
de gech[]sse versouckt copije uis_sen eijsch ende copije uijt het gene daer de eij[sser] haer
op fondeert | Neel Adriaens d[ochte]r waerdinne alhier aende wijsendijnde eij[sser]se contra Marij Heijndricx d[ochte]r naegelaten weche ende boelhouster van Dirck Pietersz Oijvaer wonende alhier in Aecken ged[aagde] om betaling vaon 17-4-0 spruijtende uijt saecke van verstrecke gelagen berekent gelt concludeert tot condemnatie van de versz[egde] somme ende bij provisie tot van t isse.. cum expe.. |
de gearresteerde versouckt copij ende dach omme feij maessen t antwoorden ofte te epijpi_-en soo hij fe rade wert | Sijmon Claesz als gecoren vooch van
Marij Heijndricxs dr laest weche van Dirck Pietersz Oijevaer aerestante contra Jan Jansz Cos als wettige voocht van[de] kinderen van de voorn[oemde] Dirk Pietersz oijevaer geprocreert bij Lijsbet Jansz dr gearrestteerd d arrestantne ende eijs[er] concludeert dat de gearresteere inde voorn[oemde] qualite sal worden gecoucht te leveren copije van de deelinghe ende bewijs van de goederen bij de versz[egde] Oijvaer aen sijn versz[egde] kinderen gedaen ende voorts bij eede te verclaren wat goederen dat d selve Dirck Pietersz met sijn kennisse meerder heeft naergelaten ofte anders tot alsucken fine ende conclusie als d eijs[ser]se oirbaerlijcxt sal wesen maeckt mede specialijck in cas van contra dicte eijsch van costen op
als etc[etra] | |
rolle gehouden op ten 5 december november anno 1639
Default met een ander sijtabij jegens den naesten rechtdach | Neel arijaens dr waerdin alhier aende wijseneijnde eijs[ss]rse contra Marij Heijndricx dr naergelaten wech e ende boelhouster van Dirck Pieterssz Oijvaer woonende alhier in Aecken ged[aac]h[de] e omme betalinghe van 17-4-0 spruijtende uijt saecke van verteerde gelaghen zijnde berekent gelt concludeert tot condemnatie van de versz[egde] somme ende bij provisie tot namtissement cum op pen[ninge] van t weerden
Sijmon Claessz als gecoren voocht van Marij Heijndricx dr laest wech e van Dirck Pieterssz Oijevaer arrestante contra Jan Jansz Kos als wettighe voocht van kinderne van de voorn[oemd]e Dirck Pietersz Oijvaer geprocreert bij Lijsbet Jans dr gedach[d] e d arrestant endelijk concludeert dat de gearresteerde inde voorn[oemd]e qualite sal werden gecondemneert te leveren copije van de deelinghe ende bewijs van de goederen bij de versz[egde] Oijvaer aen sijn versz[egde] kinderen gedaen ende voorts bij eede te verclaren wat goederen dat d selve Dirck Pietersz met sijn kinderen kennisse meerder heeft naergelaten offe anders tot alsulcken fine en conclusie als d eij[sse]r oirbaderlicxt
sal wesen maeckt mede specialijck in cas van contradictie eijsch van costen op als etc[etra] t antwoorden Marij Heijndricxs dr alhier tot Opmeer aen wijlen Dirck Pieterss Oijvaer req[uaran] /te] arreste contra Jansz Cos tot Hoochtwoud als voogt van de kinderen van[de] voorn[oemde] haren overleden man grequireere ende gearresteerde de requirante versouckt dat de gelequieerde in juditie __ dito van schepen verclaringh sal doen off hij onder t licaliteijt approbeert ooff desisteert van het verdrah tussgen hier req[uiran]te omme t selve gedaen voorts _- procedeert te werden nae behooren | |
. . . .
. . . .
te mogen lichten rolle gehouden op ten 6en februarij 1640
. . . .
. . . .
oferleeck van wegen de eijss[er]se seijt datdes ged[aag] /de antwoort roerende dend__sta_tie vande eerste eijsch[] is supersluijs alsoo de instantie der selver in interucht gevalle versoect oversulcx dispositie van haer twee versoeck wareninne voorden gearresteerde accep teert dos arrestanten ienunciatie van haren eersten eijssch mits dats betalen d costen | Marij Heijndricxs dr alhier weduwe wijlen Dirck Pietersz Oijvaer eijss[e]rse ofte arrestante contra jan Jansz Cos vande Hoochtwoudergouw als voocht van de voorn[oemde] kinderen van den selven haeren overleden man ged[aagd] e t antwoorden | |
schepenen ordonneren perthijen voor goede mannen te proeven
t accorderen tusschen desen ende den naasten rechtdach
. . . .
rolle gehouden op ten 20 februarij
anno 1640
. . . .
| Marij Heijndricxs dr soo sij procedeert eijscherse contra Jan Jansz Cos soo hij geroepen is gearre[ste]e[erde]r ofte weerder alsoo parthijen niet en hebben cunnen accorderen als noch ad judecatie van haer gedaen versoeck te begeeren | |
rolle gehouden op ten 5 martio 1640
. . . .
| Marij Heijndricxs dr zoo sij procedeert eijss[e]rse contra Jan Jansz Kos soo hij geroepen is egearresteerde ofte verweerder alzoo parthijen niet en hebben cunnen accorderen als noch ad judecatie van haer gedaen versoucke te begeeren | |
. . . .
rolle gehouden op ten 24 september 1640
. . . .
noch wijders heeft Sijmon Claessz schepenm[eete]r met consent van den gerechte
van dit voorsz[egde] gelt gelicht ende getrocken voor Marij Heijndricx 33-9-4
ende van wegen de selve Marij Heijndricx derstelt hem de voorsz[egde] Sijmon Claesz
borg ende cantionaris acutm den 5 november anno 1640