in abs[enti]^e
J:D:Graaff

wij Jan Barentsz Crommenie
ende Dirk Jansz Rol schepenen der stede
Nieudorp oirconden en bekennen dat voor ons
dat voor ons gecomen en gecomp[areer]^t sijn geweest den e[dele] e[erbare]
Jan Lourensz Kleijenburgh en Jan Adriaans
de Groot regerende burgem[eeste]^rn alhier dew[elke] verclaarde
(als geauthoris[eer]^t wesende van haar ed[ele] mog[ende]
de heeren de gecom[mitteerd]^e raden van de staten
van Holl[an]^t ende Westvriesl[an]^t in West
vrieslandt en den Noorderquartiere
bij forme van executie wel en wettel[ijk] verkogt
gecedeert en getransporteert te hebben sulx
doende bij desen aan en ten behoeve van de voors[chreven]
Jan Lourisz Kleijenburgh een huijs erve
^ staande en gelegen op d hoog zijde deser stede
en boomgaart ^ belent Sijmon Albertsz ten oosten
Aris Jansz ten westen met soodanige vrij
en onvrij dommen als t selve laast is bezeten
en gepossed[eer]^t voorts stoots voets onder conditie
dat den koper t voors[chreven] huijs binnen den tijd
van ses jaren niet sal mogen afbreken verders
voor vrij huijs erve en boomgaart niet anders
 

daar op staande dan ord[inari]^s en extraoord[inari]^s onkosten
soo als bueren en lendens dragen van welke verkop[ing]^e
cessie en transp[or]^te de comp[aran]^tn in q[uali]^te voors[chreven]
bekenden al geheel wel vergenoegt voldaan en
betaalt te wesen den laasten penn[ing] met den eerste
en dat met de zomma van vijff en vijftigh
guldens gereet en contant gelt doende shij comp[aran]^tn
in q[ualitei]^te voors[chreven] mits dien van t vers[ huijs erve en
boomgaart acquite en afstand stellende en
vestigende den koper in possessie en eijgendom
van dien belovende t selve te sullen vrijen en waren
van alle laste en bekommernissen daar op staande
sulcx na costuijme deser stede behoort onder
verband als na regten des t oirconde hebben wij

solv[ie]^t LXXX^e penn[ing]
    mette
1/10 verhogingh

schepenen vers[chreven] desen get[ekend] en door de h[ee]^r en m[eeste]^r
Frederik Lodewijk van Kuffeler hooft
off[icie]^r van de Niedorper Cogge vermits wij nu
ter tijd selfs geen zegel en gebruijken bezegelt
op den J^en meij a[nn]^o zeventhien hondert
vier en twintigh                   Dirck Jansen Rol

                              Jan Barentsz Crom

                                in kennisse van mij secret[ari]s
                                           L:V:Beets
                                              1724