Op huijden den 25e aprillis anno 1674 compareer[de] voor Pieter Walighsz weesm[eerste]r alhier benevens mij secr[e]t[aaris] als bij provisie weesm[eeste]r door indisposite van Pieter Jansz Frances weesm[eeste]r Jan Sijmonsz Poorter voocht present Pieter Adriaansz t bovenstaande weeskindt nevens Sijmon Pietersz oud oom van Niedorp ende Anna Corn[elis] wed[uwe] van sal[iger] Corn[eli]s Jansz Nannius als peet van t selvig wees ende heeft deselve sijne rekeninge gedaan van den ontfangh ende uijtgift en is t voorige slot daar in begrepen en is bij t slot van rekeninge bevonden datter meerder is ontfangen als uijtgegeven een somma van drie hondert een en t sestigh gul[den] vijff stuijvers vier penning datum als boven

Bij mij secretaris

G:F:Venhuijsen

1674 4/25