den 9en april 1687 heeft Poorter rek[ening]e gedaen ende de 6 g[u]l[den] huijsg[elde]n de a[nn]o [16]86 verantw[oor]t ende is hem wij[ders] het slot ter somme van 1074:4:4 gelt gedaen en daar om hier vernietigt
Jacob Seullijn

Op huijden den Jen Meij 1686 compareerde voor e[dele] Corn[elis] Jansz Robol en P[iete]r Meijn-dertsz weesm[eeste]ren der heerl[ijkhei]t Har[enkarspe]l Jan Sijmonsz Poorter voogt van P[iete]r Adriaansz Oijev[aar] soon van zal[ige]r Arien Corn[elisz] Molties ende heeft in Claas Arisz Sluijs en Corn[elis] Corn[elisz] Broers de eerste als outoom en de tweede als oom van het genoemde weeskint gedaan zijn reeck[eninge] van de administratie die hij in de voors[chreven] qua-liteijt van des voors[chreven] kints goed[ere]n gehat heeft t zedert zijn laaste gedaene reeck[ening]e

gesloten den 8en meij 1685 tot dezen dagen toe ende is bevonden den gant-ehen[?] ontfangh met de oude restanten daer in besmolten bevonden te bedragen de some van vier hond[er]t ses en t sestich g[u]l[den] en vijftien st[uivers] en den uijtgeef met het oude slot de somme van een duijsten vijff hond[er]t viertien g[u]l[den] negentien st[uivers] en vier penn[ingen] welcke met den anderen ver effent zijnde zoo wort bevonden meerder uijtgegeven dan ontf[ange]n te zijn de somme van een duijsent vier en t seventien g[u]l[den] vier st[uivers] ende vier penn[ingen] welcke den voogt Poorter te goet heeft actum ten tijde uts: in oirconde getekent

__ het kint heeft te goet de huur van het halve huijs meij 1686 verschenen tot 6:0:0

Cornelis Jansen Roobol

Jan Sijmonsz Poorter
dit merck ^t^ gestelt bij
Claas     Arisz
Sluijs

dit merck gestelt
bij + [Piete]r Meijndersz 
Corn[elis] Cornelisz 
Broers        

mij present secret[ari]s
Jacob Seullijn