Op huijden den 26en augustij 1688 comp[areerde] voor e[dele] Jan Sijversz Jonch en Jan Sijmons Slommer weesm[eeste]ren der heerl[ijkhei]t Haringhc[arspe]l Jan Sijmonsz Poorter als ge-wesene voogt van P[iete]r Ariaensz Oijevaer zal[ige]r die in sijn leven nagelate
minderjarige soon was Arie Cornelisz Molties ende heeft in pres[enti]e van Corn[elis] Corn[elisz] Broers oom en eenige erfgen[aam] van gemelte P[iete]r Ariens gedan rek[ening]e bewijsen ende relique van ontf[angsten] die hij t sed[ert] den 9en april 1687 tijde van t sluijten sijn der laaste rek[ening]e gehat heeft tot desen dag toe en is den selve ontf[angen] bevonden ende belopen vijf hond[er]t ses en viertich g[u]l[den] seven st[uivers] en is dan alles __d__ ________ ontf[angste]n op ses g[u]l[den] cum die noch van Corn[elis] Melis wegens de huur de a[nn]o 1687 te ontf[angen] staat en is den uijtgeeff bevonden te belopen ses hond[er]t drie en vijftich g[u]l[den] sestien st[uivers] en viertien penn[ingen sijnde dan alle oncosten tot den jare 1686 incl[usief] voldaen welcke ontf[angsten] ende uijtgeeve met den anderen vereffent zijnde is bevonden meer uijtgegeven
dan ontf[angen] te sijn een hond[ert] seven g[u]l[den] negen st[uivers] ende viertien p[enningen] welck slot Corn[elis] Broersz voorn[oem]t in gemelte qualiteijt over voors[chreven] poorter heeft betaalt zoo aan stonts ende hem vorders bedanckt voor zijn gedane moeijte alsoo om redenen voorn[oemt] de administratie nu comt te cessere zulcs dat hier mede nu alles effe en afgedaen is actum ten tijde voorn[oem]t ende in oirconde getek[en]t Jan Poorter Jan Sijmons Slommer Corn[elis] Cornelisz Broers mij pres[en]t secret[ari]s Jacob Seullijn |