= viertien hon-dert drie en viertich g[u]l[den] viertien stuijv[ers] en vier penn[ingen]

Op huijden den 12en april 1684 compareerde voor Jacob Jansz Koopman weesm[eeste]r der heerlijckh[ei]t haringhc[arspe]l geadsisteert mits de absentie van zijn constrater met den secret[aris] Jan Sijmonsz Poorter voogt van P[iete]r Adriensz Oijevaer zoon van zal[iger] arien Corn-elisz Molties ende heeft in presentie van Claas Arisz Sluijs en Cornelis Corne-lisz Broers de eerste als out oom en de 2 de als oom van t voorn[oemde] weeskint gedaan zijn rek[eninge] van administratie die hij in de voorn[oemde] qualiteijt van des voors[chreven] kints goed[eren] gehadt heeft ende is bevonden den ganschen ontfangh te bedragen de somme van drie hondert seven en t negentich g[u]l[den] seven stuijv[ers] en viertien penn[ingen] ende den uijtgeef daar tegens daar van de voorn[oemde] posten met quit[antien] bewesen de somme van = eenduijsent gl sesen viertien gl en seven st 6 pennn welcke met den andere vereffent zijnde is bevon den den uijt geef meerder te bedragen dan den ontfangh de somme van een duijsent ses en viertich gulden ses stuijv[ers] en ses penn[ingen] dat het gemelte kint aa voogt debet blijft het gemelte kint resteert noch van jare 1683 en daar bevorens als restant dat den voogt t voort kint verobligeert blijft te innen als

het slot in deze rek[eninge] tot 1046:6:6 is inde volgende rek[eninge] gedaen den 8en maij 1685 ver antw[oor]t als mede het geene het kint noch te goet hat tot 195:16:2 ende daarom hier gedoot

actum haringhc[arspe]l datum uts des t oir-conde getekent

verwacht f[olio] 166

Jacob Janszoon Koopman
dit merck^t^gestelt bij
Claas Aris Sluijs

Corn[elis] Cornelisz Broers
in kennise van mij
secretarie
Jacob Seullijn