| d'___________ betaald Wij Gerrit van der Ster bailjuw en schout der stede en heerlijkhijt hoogtwoud en Aerdswoude Adriaen Dirksz Appel en Sijmon Cornelisz Hoogland
schepenen aldaer doen cond dat voor ons gecompa reert isJacob Muller woonagtig tot Hoorn ____ ________ _________ ________ voor hem selfs voor d 1/5 part ende als last en procuratie hebbende van Tijs Mul ler wonende op de horn Jan Dirksz Backer als in huwelijk hebbende MaartjeLijsbet Muller wonende tot Crommenie ende Jan van Petten als in huwelijk hebbende Maartje Muller wonende tot Uijtgeest voor de 3/5 part gepasseert voor den notaris Jacob Beets in dato den 26 september 1748 ons bailjuw en schepenen geexibeert en nevens dese ter protocolle geregistreert ende laestelijk d'rate caverende voor Trijntje Jans Mullers wed[uw]e wonende tot Kalverdijk voor d'resterende 1/5 part geza |
s 40e pen[ning] f 2:15:0 1/10 verh[oogt] : f 0: 5:8
| mentlijke kinderen en erfgenamen van Jan Thijsz Muller enTrijntje Jacobs Oijevaer welke comparant verklaerde in die qualiteijt te hebben verkogt en mitsdien tot volle vrije eijgendome te transporteren en over te dragen sulxs doende mitsdesen aen ende ten behoeve van Maartje de Boers woonagtig tot Aerdswoud een gedeelte in een stuk grasland groot dit deel 420 roeden gelegen onder Aardswoud boven Gouw belent Braekweg ten noorden Claes Claesz ten zuijden met de kooperse voor het reste de gemeen en onderdeel met soodanige regt en servituit van overwegh heijnen hecken en slooten als t selve heden gepossideert is voorts voor vrij en onbelast exemt dórdinaere en extra ordinaere lands ongelden nevens buren en lendens bekennende daer van algeheel voldaen en wel betaald te sijn dan laasten penning met den eersten met d'somma van hondert en tien gulden contant |
| belovende derhalven t voors[chreven] verkogte en nu getrans porteerde gedeelte land in opgemelde qualiteijt te vrijen en van alle lasten en beswaernissen cost en schade loos te waarne sulxs en soo men na regten en custuijme desen stede verpligt is verbinden daer voren den com parant sijn persoon en goederen en in opgemelde qua liteijt hare constituanten persone en goederen en speciael de vierscharen van Hoog en Aerdswoude sine fraude des ten oirconde hebbe ik bailjuw voorn[oem]t na dat dese en de brieff bij schepen was ondertekent mijn zegel in rooden wasse daeer onder aengehangen den 20 october 1748 Adrijaen Dircksz Appel Sijmon Cornelisz Hooglandt |
| 11 Copie procuratie
Huijden den 26 september 1748 compareerden voor mij Jacob Beets openbaer notaris bij den ed[ele] hove van Hollant geadmitteert tot Crommenie resideerende in presentie van de getuijgen nage noemt Tijs Muller woonende op de Horn Jan Dirkse Backer als in huwelijk hebbende Lijsbet Muller woonende alhier en Jan van Petten als in huwelijk hebbende Maertje Muller woonende tot Uijtgeest alle mij notaris bekent als voor drie vijfde part erfgenamen in de boedel en nalatenschap van wijlen Jan Tijse Muller ende Trijntje Jacobs Oijevaers in der tijt egtelieden tot Nieuwe Nierop ende aldaer overleden ende verclaerden de comparanten te quali ficeren en magtig te maken haer swaeger jacob Mul ler woonende tot Hoorn speciaelijk omme voor soo
veel haer comparantens portien en aendeel aengaet in haeren naemen met ende benevens de andere mede erven voor den geregte van Sijbecarspel te transporteren aen Pieter Kaagman twee derde en een vijftiende part in een acker saedlant aldaer gelegen en aen deselve vercogt om de som van tagtig gulden idem nog te transporteren voor den geregte van Aarswout aan Maartje de Boers twee derde parten in een stukje graslant aldaer gelegen en aen deselve vercogt voor een hondert en tien gulden de respective coopers daar in te erven en vestigen en quijtscheldings brieven daer van te passeeren na stijle en gebruijk daer sijnde ook te bekennen wegens de coop penningen de coopers voldaen en betaelt te sijn en belofte te doen van vrijwaringeals na behooren |
|
beloovende sij comparanten wegens haere por tien het selve te sullen approbeeren en rati ficeeren onder verband van haere persone en goederen als na regten Aldus gedaen en gepasseert tot Crommenie in presenite van Ijsak Jansen ende Claes Roosendael beide alhier als getuijgen (onderstont) quod attestor (en was getekent) J Beets not[ari]s publ[iek] coll[]tn accoordt |