Oud Recht 5696 / 294v Nieuwe Niedorp pdf 21-01-2025 pag. 1

 

Pieter Jacopsz Schipper van de Langereijs soon
van Griet Jan Wits wed[uw]e van schipper Jacop
Janssz
van de Langereijs bij hem hebbende ende gheadsisteert
met Pieter Jansz Wit broeder van Griet Jans vern[oem]t
ende bekendt van wegen d selve wel ende wettel[ijke]/n vercost
te hebben aen Eevert Janssz Oomes mede van de
Langereijs een vrijacker saedtlandts groot omtrent

+ gen[oem]tde
pijnacker

vijftien snees + leggende in onsen banne aende Langereijs
naest belent met jacop Woutersz ofte Grietje zijn
huijsvrou te westen Evert Janssz Oomes selff te oosten
bijde hoop sonder maet stooten mette voet voor vrij landt
zonder eenijge last opstal ofte onvridoom anders
dan zijn odrinaris ende extra ordinaris landts oncosten
ghelijck buren ende lendens dragen bekennen bGriet
Jans vern[oem]t daer aff voldaen ende wel betaelt te zijn
den lesten penn[ing] metten eersten stellende van wegen
Griet Jansz d vern[oemde] Evert Janssz in reeelen ende actu
eelen volcomen possessie ende eijgendoom van de vers[chreven]
acker landts doende van wegen Griet Jans zijn moeder
daer van qauite ende volcomen affstandts ghelovende
van wegen zijn moeder d selve ackerlandts te vrijen ende
te waren etc[etra] stellende ten onderpande zijn moeders
goede[re]n voort oock zijn persoon en goede[re]n roerende onroerende
etc[etra] volgende de quijtscheldig brieve ghepasseert voor
Willem Jacopsz Timmerman ende Jan Corn[elisz] Langedijck schepenen
besegelt bij Anthonis van Mierop schout van Nieudorpercogge in
date den XIJen december 1643

Evert Janssz verbindt d vers[chreven] acker voor de kustinge ter
somme IIIJc k[aroli] gul[den] te betalen een derde part gereet ende voort carstijt
1644 ende 1645 telckens insgelijcx een derde paert volgende de
kustingbrieff date ut supra


Homepage | E-mail