[Piete]r Jacobsz van Veen huijsen |
Wij Maerten Corn[elis] Lutjew[inkel] ende Jan van Vollenhove schepenen in Nijeudorp oirconden ende kennen dat voor ons gecomp[areer]t is Pieter Jacobsz van Veenhuijsen bekennende ende belijdende voor hem ende sijnen erven wettel[ijk] vercocht opgedragen ende quijtgeschonden te hebben sulcx doende mitsdesen aen Griet Jans de Wits van Langereijs in onsen banne vijer sneesen lants leggende gemeen ende onderdeel in haer weijde achter haer huijs belent de Nijeuwewech ten westen voro vrije vijer sneesenlants sonder enige last opstal ofte onvrijdom anders dan ordinaere ende extra ordinare costen gelijck beueren ende lendens dragen van welcke vercopinge opdracht end equijtschelding hij comp[aran]t hem bekende bij de voorn[oemd] Griet Jan de Wits mette somme van hondert ende vijf guldens
gereede ontfangen penn[ingen] te wesen al voldaen ende wel betaelt den laetsten penn[ing] metten eersten stellende ende vestende derhalven de voorn[oemd] Griet Jan de Wits in reelen ende actuelen volcomen possessie ende ijegendom van vers[chreven] vijer sneesen lants d aende hij comp[aran]t daer van acquit ende euwige afstant mitsdesen belovende t selve mede te vrijen ende waren costeloos ende schadeloos van allen commer last opstael end eonvrijdom ende speciaell[ijk] oock van alle fideicommissare verbanden gelijck men vrijlant schuldich is te vrijen ende waren na rechten ende costuijme van Nijeudrop daer voren verbindende sijn comparants persoon ende goeden roerende ende onroerende presente ende toecomende egeen exempt die submitterende t bedwangh ende executie van dne hove van
Holl[an]t ende allen rechte ende rechteren sonder bedroch t oirconde hebben weij schepenen voors[chreven] desen ter bede vande comp[aran]t get[ekent] ende voor ons laten besegelen bij de e[erbare] Hermen Hertman van der Woude schout van Nijedorper cogge alsoo wij nu tertijt selfs geen zegelen en ghebruijcken actum binnen Nijeudorp den XIIJe junij a[nn]o 1660 |