Willem Pietersen Fecke ende Pieter Jansz looper schepenen in Niedorp kennen ende lijden dat voor ons gecompaereert ende verschenen geweest den e[erbare] Jacob Jacobsz Cistemaeker onsen pooder de welcke bekende voor hem ende zijnen erven in publijcke veijlinge wettelijck gecost ende ont fangen te hebben vande erfgenaemen van za[liger] Jacob Nanninghsen Houtcooper een huijs bront en erf staende ende gelegen binnen Niedorp op de laege sijdt naest belent met Pieter Jansz Looper ten oosten en Maerten Jacobs Lubbersen ten westen voor de zom van 6 hondert gulden en vijfent sestich caerolus guldens te betaelen soo hij belooft bij desen met twee derden paert nu ge
reet de rest op meij 1682 alles met vrij kost ende schaedeloos sonder eenige cortinge daer aen te mogen doen ten sij uijt wat pretext im posittien ofte omslaegen het zoude mogen zijn renunchierende van allen placcaeten ordinantien ende rechten ten contrarie disponeerende daer voor heeft de comparandt speciallijk verbonden het opgemelde hijs ende erf daer van dese coopenningen spruijten voort zijn persoon ende goederen int generael subject ten verbande van allen recht ende rechteren speciall[ijk] den hove van Hollant sonder bedrogh des in in waerheijts oirconde soo hebben wij schepenen voors[chreven] desen ter bede van de comparant geteijckent voorts voor ons doen beseglen bij den e[erbare] m[eeste]r Hendrick Rijst schout van de Niedorpercogge alsoo wij nu ter tijt selfs geen
zegelen en gebruijcken actum Niedorp desen meij 1681 Willem Pietersen Fecke Pieter Jansz Koper |