| Wij Corn[elis] Dool en Simon Aariensz Lammers schepenen der stede Nieu Niedorp
oirconden en bekennen dat voor ons gekomen ende gecomp[areer]t is geweest den eersame Adriaan Kistemaker wonende tot Winkel dewelke verclaarde wel en wettel[ijk] verkogt geced[eer]t en getransp[orteer]t te hebben sulx doende mits desen aan en ten behoeve van de eersame Jacob Oijevaar wonende alhier een elscbosch groot 3 geersen 4 sneesen gelegen aan de oosterweg bij de Langereijs belend Jan Cornelisz Groot ten zuijdoosten de voors[chreven] weg ten suijd westen voor vrij niet anders daar opstaande dan ord[inari]s en extraord[inari],sup>s onkosten soo als bueren en lendens dragende van welke verkop[ing]e cessie ende transp[or] te den comp[aran]t bekende al geheel wel vergenoegt voldaan en betaalt
te wesen den laasten penn[ing] met den eersten en dat met de somma van een honderd guldens gereet en cont[an]t geld doende hij comp[aran]t mits dien van t vers[chreven] elsbosch acquite en afstand stellende en vesti gende den koper in de possessie en eijgendom van dien belovende t meergem[elde] elsbosch te sullen vrijen en waren van alle lasten en bekom mernissen daer op staande sulcx na costuijme deser stede behoort onder verband van sijn comp[aran]ts persoon ende goederen roerende en onroerende egeene exempt deselve subjecterende allen regten en rechteren en specialijk d judicature deser stede vierschaar alles sonder fraude des t oirconde hebben wij schepenen voors[chreven] desen geteeckent en door de wel
ed[ele] heer en m[eeste]r Jacob van oudensteijn hooft off[icie]r van de Niedorpercogge (vermits wij nu ter tijd selfs geen zegel en gebruijken) besegelt op den 24e januarij a[nn]o 1729 |