Selecteer een datum of onderwerp

Inleiding: Dit dagboek biedt een persoonlijk kijkje in het leven van een jonge man tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn aantekeningen en clandestiene foto’s leggen vast hoe het alledaagse leven en de oorlog langzaam met elkaar verweven raken, en geven een indringend beeld van Nederland en Duitsland in deze jaren.

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog is de schrijver, Bob Vermoolen 22 jaar oud. Hij groeit op in Amsterdam als jongste zoon, met drie oudere zussen, in een hecht katholiek gezin. Als enige van de vier woont hij nog bij zijn ouders, Theo Vermoolen en Jo Pennings, in de Taanstraat in Amsterdam. Zijn vader verloor in de crisisjaren zijn baan bij de Bont & Leyten, waar hij al sinds zijn jeugd werkte, maar wist later weer werk te vinden.

Bob werkt als ankerwikkelaar bij de Fabriek van Technische Apparaten v/h E. Lückerath in Amsterdam. In zijn vrije tijd houdt hij zich bezig met zijn grote passie: fotografie. Met een kleine, verborgen camera maakt hij tijdens de oorlog op verschillende plekken in Nederland clandestiene foto’s. Met zijn nieuwsgierigheid en oog voor detail schetst hij een bijzondere inkijk in zijn deze bijzondere tijd.

In de eerste oorlogsjaren lijkt het leven nog betrekkelijk rustig door te gaan. In zijn dagboek beschrijft Bob niet alleen de grote gebeurtenissen, maar ook de alledaagse momenten die het leven ondanks alles vorm blijven geven. Naarmate de oorlog voortduurt, verandert de toon. De spanning en onzekerheid nemen toe, vooral wanneer Bob wordt opgeroepen voor de Arbeitseinsatz.

Wat begint als een nieuwsgierig verslag van het leven in oorlogstijd, groeit uit tot een persoonlijk en indringend document – een getuigenis van hoe de oorlog langzaam maar onontkoombaar binnendringt in het leven van een jonge man met een camera en en scherp oog voor zijn omgeving, en een diepgewortelde behoefte om vast te leggen wat hij ziet.