Eerste blad   Vorig blad Blad 524 van 628 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad


25506    Engel (Engel) Willemsz SCHIPPER [27961] bron (code: 2^14).
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. rond 1619 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
Zn. van Willem (Willem) Jacobsz ? [27966] (code: 2^15) (zie 51012) en Alida (Alida) Gijsens ? [27967] (code: 2^15) (zie 51013).
- Op 10-06-1595 koopt hij van Roeloff Louwen een perceel buitendijks land liggende buiten de caedijck van buijtenhuijssen bij t assendelver veer groot een half morgen gemeen met Huijch Aerntsz c.s., strekkende van de veersloot tot de meer toe, belend ten noordwesten Pieter Duvesz en ten zuidoosten Jacob Ghijssen. (bron: ORA Assendelft inv nr 1997 fol 126) transcriptie
- Op 15-08-1597 erfdeling van de erfenis van hun Willem Gijsz en zijn zus Jannetje Gijs. Hierin worden genoemd [zus] Alida Gijs bijgestaan door haar zoon Engel Willemsz, Neeltje Gijs met haar voogd Baart Dirksz van den Dam, Grietje Gijs vrouw van Dirk Allertsz en Maartje Gijs met haar voogd Willem Jansz en als koper hun broer Jacob Gijsz. (bron: inv nr 1998 fol 32v) transcriptie
- Op 15-08-1597 verkopen Grietje Gijs vrouw van Dirk Allertsz, Alida Gijs met haar voogd Gijsbert Jans, Neeltje Gijs met haar voogd Baart Dirksz van Dam, Maartje Gijs met haar zwager Willem Jansz land aan Engel Willemsz. (bron: ORA Assendelft inv nr 1998 fol 34) transcriptie
- Op 28-05-1610 testament van Alida Gijs weduwe van Willem Jacobsz. Hierin worden haar drie kinderen Engel Willemsz, Marij Willem en Lubbertje Willems vermeld als erfgenamen. (bron: ORA Assendelft inv nr 2000 fol 86) transcriptie
- Op 26-01-1613 koopt hij van Ghijs Jacobsz alias Ghijs Jannen wonende op Marken de gerechte helft van drie maeden land liggende met de koper gemeen buijtenhuijssen, strekkende van de uijtwech af tot de Velsermeer, belend ten noordoosten de koper en ten zuidwesten Jacob Roeden volk met zijn uiterdijk tot hetzelfde land behorende, alsmede een perceeltje genaamd Ghijs Jannen madt liggende in het zuideinde, strekkende van Claes Jan Huijgen land tot de wegsloot toe, belend ten noordoosten Claes Jan Huijgen en ten zuidwesten Aerian Jansz, alsmede vijf negende deel in Ghijs Jannen worff liggende mede ald., strekkende van de heerenweg tot het achterlandje toe belend ten noordoosten Trijntgen van Saenen land en ten zuidwesten Ghijs Schoonen worf, alsmede die achter ven groot een morgen liggende tussen Ghijs Jannen worff an het end en de de hoogendijck aan het andere end, belend ten noordoosten Trijntgen van Saenen en ten zuidwesten Aerian Jansz, voor een bedrag van 2300 gulden. (bron: ORA Assendelft inv nr 2000 fol 205v en 206v) transcriptie transcriptie
- Op 06-01-1617 verkopen de weduwe van Willem Jans Heijnen, Beatris Jans met haar neef en voogd Engel Willemsz Schipper, jonge Jan Heijnen met voogd Cornelis Engelsz van 't Hof, en Adriaantje Willemsz weeskind van voorzegde Willem Jansz Heijnen met haar voogd Jan Jacobsz Rud een huis met getimmerd op het assendelver veer aan Jacob Klaasz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2001, fol 211v + 212) transcriptie transcriptie
- Op 27-02-1618 koopt Engel Willemsz Schipper van de erfgenamen van Duif Cock Heijen en Jan Willemsz een stuk land genaamd heijlke weer met zijn buitendijk tezamen groot 1200 roeden liggende buijtenhuijsen, strekkende van de wegsloot tot het IJ toe, belend ten noordoosten Aerian Jansz en ten zuidwesten Aelbert Huijbertsz met zijn zuster, voor een bedrag van 1900 gulden. (bron: ORA Assendelft inv nr 2002 fol 79 + 79v) transcriptie transcriptie

Otr. (1) [8399] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Neel (Neel) Cornelis ? [27962] (code: 2^14) (zie 25507).
Otr. (2) [8416] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Jannetje (Jannetje) Everts ? [28011].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Dr. van Evert (Evert) Klaasz ? [28012] en ? (?) ? [28013].
- Op 21/23-02-1620 verkoopt Jannetje Everts, weduwe van Engel Willemsz met hun dochter Neeltje hun erfdeel in een huis en erf aan de kinderen van Engel Willemsz en zijn eerdere vrouw Neeltje Cornelis te weten Neeltje Cornelis, Jan Engelsz, Trijntje Engels, Guurtje Engels en Gijsbert Engels. Als voogden van Jannetje Everts worden vermeld Jacob Cornelisz Ven van krommenie en haar vader en de grootvader van Neeltje Evert Klaas. Als voogden van de kinderen uit het eerst gemelde huwelijk worden vermeld oom Klaas Cornelisz, Klaas Jansz en Adriaan Jans. (bron: ORA Assendelft inv nr 2002, fol. 272v en 273) transcriptie transcriptie
Uit het eerste huwelijk:
   1. v  Guurtje (Guurtje) Engels SCHIPPER [27925] (code: 2^13), geb. ? te ? (zie 12753).
   2. v  Trijntje (Trijntje) Engels ? [27963].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. rond 1670 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
- Op 21/23-02-1620 verkoopt Jannetje Everts, weduwe van Engel Willemsz met hun dochter Neeltje hun erfdeel in een huis en erf aan de kinderen van Engel Willemsz en zijn eerdere vrouw Neeltje Cornelis te weten Neeltje Cornelis, Jan Engelsz, Trijntje Engels, Guurtje Engels en Gijsbert Engels. Als voogden van Jannetje Everts worden vermeld Jacob Cornelisz Ven van krommenie en haar vader en de grootvader van Neeltje Evert Klaas. Als voogden van de kinderen uit het eerst gemelde huwelijk worden vermeld oom Klaas Cornelisz, Klaas Jansz en Adriaan Jans. (bron: ORA Assendelft inv nr 2002, fol. 272v en 273) transcriptie transcriptie
Otr. [8404] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Gerrit (Gerrit) Cornelisz van 't HOF [27977].
Geb. na 1622 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. rond 1665 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
Zn. van Cornelis (Cornelisz) Engelsz van 't HOF [27945] (zie 25504) en Grietje (Grietje) Jans MAEIJKES [27968] (zie 25505).
- Op 18-05-1629 overeenkomst tussen Jan Engelsz en Cornelis Engelsz van t Hoff namens zijn zoon Gerrit Cornelis. Dit wegens de scheiding van percelen land die zij gemeen hebben. Jan neemt een stuk land genaamt het Madt gelegen binnendijk met een zesde part van de uiterdijk over de zuidzijde van Vechtersven gelegen Buitenhuizen. Gerrit een stuk land genaamd de Suijder Vechters ven ook te Buitenhuizen van de weg tot de Kaedijck. Dit met ten noord oosten de broer en zuster van Jan Engels en ten zuidwesten Jan Maertsz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2005 fol 56 + 56v) transcriptie transcriptie
- Op 21-02-1631 verkoopt Cornelis Engelsz van t Hoff als vader en voogd van zijn onmondige zoon Jan en zijn zoon Gerrit een stuk land genaamd de Ruijge van in de Groote weer aan Gerrit Jans Huijgen en Bastiaan Baartsz Boschman. (bron: ORA Assendelft inv nr 2005 fol 196v + 197) transcriptie transcriptie
- Op 11-05-1631 verkoopt Cornelis Engelsz van t Hoff voor zijn zoon, Gerrit een stuk land genaamd de Ses Geers gelegen buitenhuizen aan Dirk Hendriksz Groen als procuratie hebbende van Cornelia van Swieten weduwe van Mr. Nicolaas Doedesz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2005 fol 235 + 235v) transcriptie transcriptie
- Op 15-09-1634 genoemd met een belendend perceel aan een stuk land genaamd de Kraggen te Buitenhuizen. Dit volgens ORA Assendelft inv nr 2006, fol. 8v + 9 (bron: ?)
- Op 22-09-1634 verkoopt Cornelis Engelsz van t Hoff namens zijn zoon Gerrit Cornelisz een vierde part van een huis en hooihuis aan Jan Engelsz zwager van Gerrit Cornelis. (bron: ORA Assendelft inv nr 2006 fol 9v + 10) transcriptie transcriptie
- Op 22-09-1634 overeenkomst tussen Jan Engelsz ter eenre en Cornelis Engelsz van 't Hoff uit naam van zijn zoons Pieter en Gerrit en Jacob Klaasz man van Neeltje Engels. Dit betreffende enige percelen land en een gedeelte van een huis hun aanbestorven door het overlijden van hun broer respectievelijk zwager Gijsbert Engelsz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2006 fol. 10v) transcriptie
- In 1635 vermeld als ijkmeester (bron: ?)
- Op 03-04-1644 verkoopt Pieter Cornelisz van 't Hoff aan zijn broer Gerrit Cornelisz vant Hoff een stuk land genaamd het Cleijne lant gelegen buijtenhuijsen groot 143 roeden, belend ten noordoosten de Nieuwendijk ten zuidoosten en zuidwesten Gerrit Dircksz en ten noordwesten de Wegsloot. (bron: ORA Assendelft inv nr 2008 fol. 133) transcriptie
- Op 03-04-1644 koopt Pieter Cornelisz van 't Hoff van zijn broer Gerrit Cornelisz vant Hoff een stuk land genaamd de Dijckveen of het Jutten veentje groot 500 roeden, belend ten noordoosten Pieter Gijsen ten zuidoosten de Hogendijk ten zuidwesten de weduwe en kinderen van Claes Cornelisz Kersten en ten noordwesten Cornelis Engelsz vant Hoff. (bron: ORA Assendelft inv nr 2008 fol. 133v) transcriptie

   3. m  Jan (Jan) Engelsz ? [27978].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
- Op 21/23-02-1620 verkoopt Jannetje Everts, weduwe van Engel Willemsz met hun dochter Neeltje hun erfdeel in een huis en erf aan de kinderen van Engel Willemsz en zijn eerdere vrouw Neeltje Cornelis te weten Neeltje Cornelis, Jan Engelsz, Trijntje Engels, Guurtje Engels en Gijsbert Engels. Als voogden van Jannetje Everts worden vermeld Jacob Cornelisz Ven van krommenie en haar vader en de grootvader van Neeltje Evert Klaas. Als voogden van de kinderen uit het eerst gemelde huwelijk worden vermeld oom Klaas Cornelisz, Klaas Jansz en Adriaan Jans. (bron: ORA Assendelft inv nr 2002, fol. 272v en 273) transcriptie transcriptie
- Op 18-05-1629 overeenkomst tussen Jan Engelsz en Cornelis Engelsz van t Hoff namens zijn zoon Gerrit Cornelis. Dit wegens de scheiding van sekere percelen land die zij gemeen hebben. Jan neemt tot zijn lod een stul land genaamt het Madt gelegen binnendijk met een zesde paart van de uiterdijk over de zuidzijde van Vechtersven gelegen Buitenhuizen. Gerrit zijn lod is een stuk land genaamd de Suijder Vechters ven ook te Buitenhuizen van de weg tot de Kaedijck. met ten noord oosten de broer en zuster van Jan Engels en ten zuidwesten Jan Maertsz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2005 fol 56 + 56v) transcriptie transcriptie
- Op 22-09-1634 verkoopt Cornelis Engelsz van t Hoff namens zijn zoon Gerrit Cornelisz een vierde part van een huis en hooihuis aan Jan Engelsz zwager van Gerrit Cornelis. (bron: ORA Assendelft inv nr 2006 fol 9v + 10) transcriptie transcriptie
- Op 22-09-1634 overeenkomst tussen Jan Engelsz ter eenre en Cornelis Engelsz van 't Hoff uit naam van zijn zoons Pieter en Gerrit en Jacob Klaasz man van Neeltje Engels. Dit betreffende enige percelen land en een gedeelte van een huis hun aanbestorven door het overlijden van hun broer respectievelijk zwager Gijsbert Engelsz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2006 fol 10v) transcriptie

   4. m  Gijsbert (Gijsbert) Engelsz ? [27979].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. voor 1634 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
- Op 21/23-02-1620 verkoopt Jannetje Everts, weduwe van Engel Willemsz met hun dochter Neeltje hun erfdeel in een huis en erf aan de kinderen van Engel Willemsz en zijn eerdere vrouw Neeltje Cornelis te weten Neeltje Cornelis, Jan Engelsz, Trijntje Engels, Guurtje Engels en Gijsbert Engels. Als voogden van Jannetje Everts worden vermeld Jacob Cornelisz Ven van krommenie en haar vader en de grootvader van Neeltje Evert Klaas. Als voogden van de kinderen uit het eerst gemelde huwelijk worden vermeld oom Klaas Cornelisz, Klaas Jansz en Adriaan Jans. (bron: ORA Assendelft inv nr 2002, fol. 272v en 273) transcriptie transcriptie
- Op 22-09-1634 overeenkomst tussen Jan Engelsz ter eenre en Cornelis Engelsz van 't Hoff uit naam van zijn zoons Pieter en Gerrit en Jacob Klaasz man van Neeltje Engels. Dit betreffende enige percelen land en een gedeelte van een huis hun aanbestorven door het overlijden van hun broer respectievelijk zwager Gijsbert Engelsz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2006 fol 10v) transcriptie

Uit het tweede huwelijk:
   5. v  Neeltje (Neeltje) Engels ? [27983].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
- Op 21/23-02-1620 verkoopt Jannetje Everts, weduwe van Engel Willemsz met hun dochter Neeltje hun erfdeel in een huis en erf aan de kinderen van Engel Willemsz en zijn eerdere vrouw Neeltje Cornelis te weten Neeltje Cornelis, Jan Engelsz, Trijntje Engels, Guurtje Engels en Gijsbert Engels. Als voogden van Jannetje Everts worden vermeld Jacob Cornelisz Ven van krommenie en haar vader en de grootvader van Neeltje Evert Klaas. Als voogden van de kinderen uit het eerst gemelde huwelijk worden vermeld oom Klaas Cornelisz, Klaas Jansz en Adriaan Jans. (bron: ORA Assendelft inv nr 2002, fol. 272v en 273) transcriptie transcriptie
Otr. [8405] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jacob (Jacob) Klaasz ? [27980].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van Klaas (Klaas) ? [27981] en ? (?) ? [27982].
- Op 22-09-1634 overeenkomst tussen Jan Engelsz ter eenre en Cornelis Engelsz van 't Hoff uit naam van zijn zoons Pieter en Gerrit en Jacob Klaasz man van Neeltje Engels. Dit betreffende enige percelen land en een gedeelte van een huis hun aanbestorven door het overlijden van hun broer respectievelijk zwager Gijsbert Engelsz. (bron: ORA Assendelft inv nr 2006 fol. 10v) transcriptie
25507    Neel (Neel) Cornelis ? [27962] bron (code: 2^14).
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Dr. van Cornelis (Cornelis) ? [27984] (code: 2^15) (zie 51014) en ? (?) ? [27985] (code: 2^15) (zie 51015).
Uit dit huwelijk: 4 kinderen (zie onder 25506).
 
25520    Maarten (Maarten) de GRAAF [27916] bron (code: 2^14).
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van ? (?) de GRAAF [27918] (code: 2^15) (zie 51040) en ? (?) ? [27919] (code: 2^15) (zie 51041).
Otr. [8386] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
25521    ? (?) ? [27917] bron (code: 2^14).
Uit dit huwelijk:
   1. m  Jan (Jan) Maartensz de GRAAF [27910] (code: 2^13), geb. ? te ? (zie 12760).

26048    Pieter (Pieter) KROOK [16823] bron.
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van ? (?) KROOK [16826] (zie 52096) en ? (?) ? [16827] (zie 52097).
Otr. [5221] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
26049    ? (?) ? [16824] bron.
Uit dit huwelijk:
   1. m  Baart (Baart) Pietersz KROOK [16822], geb. ±1605 te ? (zie 13024).

26050    Klaas (Klaas) ? [16828] bron.
Otr. [5223] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
26051    ? (?) ? [16829] bron.
Uit dit huwelijk:
   1. v  Lijsbeth (Lijsbeth) Klaas ? [16825], geb. ? te ? (zie 13025).

26188    Jan (Jan) Adriaansz KRAMER [33684] bron (code: 2^14).
Geb. rond 1555 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. 12-1616 te Alkmaar (bron: ?), begr. ? te ?
Zn. van Adriaan (Adriaan) Jacobsz ? [33688] (code: 2^15) (zie 52376) en Grietje (Grietje) Cornelis ? [33689] (code: 2^15) (zie 52377).
ZIE VOOR ONDERSTAANDE AKTES "DE VICARIE VAN SIMON WILLEMSZ" transcriptie:

- Op 08-05-1608 vermelding van de opbrengsten van de vicarie landen van Simon Willemsz. Verwezen wordt naar de aktes van 28-07-1596, 24-09-1596 en 12-05-1597 met de overdracht door Cornelis Jansz Molenaar en Cornelis Jansz Ex. Ook het ronde akkertje waarvan de opbrengsten worden uitgekeerd aan de weduwe van Jan Pietersz Ex met hun dochter Maartje Jans. Als gebruikers worden de, Dirk Jansz Bakker, Dirk Jansz Keuck en Trijn Pieters vermeld. In de kantlijn wordt beschreven hoe deze landen door de uitspraak van het hof op 20-01-1616 door Jan Adriaansz Kramer zijn onttrokken uit het weeshuis. (bron: oa Nieuwe Niedorp inv nr 552-133 fol 94) transcriptie
- Op 30-04-1612 zou Jan Adriaan Kramer uit Alkmaar als vader en voogd van Simon [= Sijbrand] Jansz patroon zijn geworden. Dit volgens een verklaring van 27-04-1616 akte door Dirk Hamel als advocaat van Jan Adriaansz Kramer . (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_20 fol 422) transcriptie
- Op 02-08-1612 verklaring op verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar door: 1) Aagje Jacobsz (77) weduwe van Pieter Huibertsz uit Schagen zij verklaart: - dat haar man Pieter Huibertsz 40 jaar geleden [rond 1572] samen met [patroon] Grote Reijer [Willemsz] naar Haarlem is geweest voor de aanstelling van zijn zoon Huibert Pietersz [Schuitevoerder]. Deze Huibert is vervolgens in Haarlem ook naar school geweest; - Dat de zoon van Adriaan Jacobsz , Jan Adriaansz [Kramer] de naaste van bloede was en toen ook naar Haarlem geweest maar de vicarie aan Huibert Pietersz [Schuitevoerder] schonk. Volgens deze verklaring zou Jan Adriaansz zelfs de eerste in lijn zijn geweest. Dit volgens een kopie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 28) transcriptie
- Op 02-08-1612 verklaring op verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar door: 1) Catharina Matthijs (85) zij verklaart:
- Dat door het overleiden van haar neef Cornelis Jansz Molenaar, Jan Adriaansz Kramer nu het meest na verwant is aan de oprichter van de vicarie Simon Willemsz, Deze Simon Willemsz was de oudoom van de moeder van Jan Adriaansz Kramer. Dit volgens een kopie uit 14-11-1614. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 93) transcriptie
- Op 31-08-1612 draagt Jan Adriaansz [Kramer] uit Alkmaar voor de notaris in Alkmaar zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] voor als vicaris van de vicarie van Simon Willemsz . Dit volgens een kopie. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 32) transcriptie
- Op 14-12-1612 hebben de gecommitteerde raden het verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar ingewilligd om zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] aan te stellen als vicaris. (bron: Gecommitteerde Raden OA den Haag inv nr 3.01.04.01-1778 fol 20) transcriptie
- Op 20-12-1612 draagt van Jan Adriaansz [Kramer] uit Alkmaar, voor de notaris in Schagen nogmaals zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] voor als vicaris van de vicarie van Simon Willemsz . Dit volgens een kopie akte. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 35) transcriptie
- Op 20-12-1612 zou Jan Adriaan Kramer grond en aardroering doen. Dit volgens een verklaring van 27-04-1616 akte door Dirk Hamel als advocaat van Jan Adriaansz Kramer . (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_20 fol 422) transcriptie
- Op 05-01-1613 akte uit een verzameling met Q1) vermelding van een reactie van het weeshuis wegens het geschil met Jan Adriaansz [Kramer] (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 76) transcriptie
- Op 31-01-1613 is Jan Adriaansz Kramer (61) uit Alkmaar naar Delft gegaan om zich bij Cornelis van Koolwijk, als ontvanger van de geestelijke goederen, te melden als patroon van de vicarie van Simon Willemsz . Verwezen wordt naar de, in de stichtingsakte vermelde landen en naastgelegen landen waaronder dus ook weer Wouter Willemsz als voogd van zijn moeder. (bron: Ontvangers Geestelijke Kantoren Delft, Brielle en Leiden - Den Haag inv nr 3-01-34-592 fol 644v-1) transcriptie
- Op 28-02-1613 verklaring op verzoek van Jan Adriaansz Kramer door: 1 Jan Willemsz Lieven (66) schout, hij verklaart: - Dat hij tot zijn 23ste naast de moeder van Jan Adriaansz Kramer , Grietje, Huiberts dochter [= vrouw] bij de kerk van Barsingerhorn gewoond heeft; -Dat de stichter van de vicarie een oudoom was van Grietje, Huiberts [33689] dochter [= vrouw];
- Dat Huibert Pietersz, de kleinzoon van Grietje, Huibertsz [33689] dochter [= vrouw] tijdens de reformatie enige tijd vicaris was en daarom nu Jan Adriaansz Kramer de meeste aanspraak maakt de vicarie. Dit volgens een kopie. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 67) transcriptie
- Op 02-03-1613 samenvatting door het weeshuis om de procureur achtergrond informatie te geven over de rechtszaak. Er wordt verwezen naar de stichtingsakte van 20-05-1505 van Simon Willemsz. Er wordt verklaard dat na het overlijden van Jacob Jacobsz [Munnick], vicaris van de vicaria van Simon Willemsz , Cornelis Jansz Molenaar uit Niedorp, later te Alkmaar patroon is geworden. Deze heeft zijn broers zijn zoon, zijn zoon, Cornelis Jansz Fecke, die nog in leven is voorgedragen en aangesteld tot vicaris. Zij hebben de goederen overgedragen aan het weeshuis Cornelis Dirksz Pluijm heeft voor deze overdracht eist 1/3 deel van de opbrengsten uit de vicarie opgeëist. Op 05-03-1612[=1613] zal de zaak van Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon voor de hoge raad worden besproken. Maartje Wouters pretendeert van noch meer rechten te hebben dan Jan Adriaansz Kramer draagt haar zoons zoon voor als vicaris. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 56) transcriptie
- Op 05-03-1613 ontvangt het weeshuis de eis van Jan Adriaansz Kramer. Dit volgens een vermelding op 22-03-1613 en een in een akte uit een verzameling met Q3) vermelding van een reactie van het weeshuis aan de staten van Holland (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 66 + 76) transcriptie transcriptie
- Op 05-03-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand] wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Procureur [Hendrik] Pots wordt in de kantlijn vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 83) transcriptie
- Op 12-03-1613 vermelding van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Simon [= Sijbrand] Jansz [Hand] wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Procureur Hendrik Boom wordt in de kantlijn vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 94) transcriptie
- Op 14-03-1613 verklaring op verzoek van Wouter Dirksz Keuck uit Niedorp door: 1) Catharina Matthijs (83) van de Keins bij Barsingerhorn verklaart: - Dat haar moeder en de moeder van Jan Adriaansz Kramer nichten waren en dat Simon Willemsz haar moeders en zijn moeders oudoom was. [Daarmee was het verwantschap met Simon Willemsz een graad verder dan die van de vrouw van Wouter Dirksz Keuck]. Dit volgens een kopie. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 62) transcriptie
- Op 20-03-1613 meld Hendrik Boom zich namens het weeshuis bij het hof vanwege de eis van Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] [33697]. Ook Franchois de Witte meld zich namens Wouter Dirksz [Keuck] voor diens zoon Pieter Woutersz [Keuck]. Hij meld dat Maartje Wouters vrouw van Dirk Jansz Keuck de wettige patronesse is van de vicarie van Simon Willemsz en zij haar kleinzoon als vicaris heeft aangesteld. Hij geeft Hendrik Boom en Hendrik Pots 14 dagen om te reageren (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-429 fol 26 ) transcriptie
- Op 20-03-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand]. In de kantlijn wordt ook procureur Franchois de Witte voor Wouter Dirksz Keuck vermeld. Beide wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. In de kantlijn wordt ook verwezen naar het verweer van procureur Hendrik Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 102) transcriptie
- Op 22-03-[1613] verweer door procureur Hendrik Pot, namens het weeshuis tegen de eis van 05-03-1613 door Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand]. Dit gelijk met de eis door Wouter Dirksz Keuck en zijn procureur Franchois de Witte. Aldus een kort verslag van deze gebeurtenissen. Akte uit een verzameling met Q3) vermelding van een reactie van het weeshuis aan de staten van Holland (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 66 + 76) transcriptie transcriptie
- Op 01-04-1613 schrijft de klerk van procureur Hendrik Pots aan de secretaris van het weeshuis Cornelis Jansz Hoogeboom over de rechtszaak tussen het weeshuis, Jan Adriaansz Kramer en Wouter Dirksz Keuck. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 89) transcriptie
- Op 12-04-1613 verklaring op verzoek van Jan Adriaansz Koornkoper door: 1) Jan Willemsz Lieven (67) schout te Barsingerhorn verklaart: - Dat hij de moeder van Jan Adriaansz Koornkoper , Grietje Cornelis goed gekend heeft en dat zij een dochter was van Cornelis Willemsz, die de broer [? neef] van Simon Willemsz. [Dit lijkt een bewuste, maar onjuiste toevoeging op eerdere verklaring om van gelijke graad tot de oprichter van de vicarie af te staan als de concurrentie]; - Dat de moeder van Jan Adriaansz Koornkoper hem had verteld over Wouter Willemsz de broer van Simon Willemsz en de broer [? oom] van Cornelis Willemsz [33649] die na 5 weken huwelijk kwam te overlijden nalatende een zoon Wouter Woutersz; - Dat enige personen uit Barsingerhorn tijdens de reformatie bij Jan Grouwel, deken van West Friesland zijn geweest en dat toen de zoons zoon van Grietje Cornelis , Huiber Pietersz [Schuitevoerder] is aangesteld tot vicaris. Dit omdat [de 2de] man van Grietje Cornelis en de vader van Jan Adriaansz Koornkoper , Adriaan Jacobsz niet geïnteresseerd was in de vicarie. Dit volgens een kopie van een in Alkmaar opgestelde verklaring (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 107) transcriptie
- Op 13-04-1613 meld Hendrik Boom zich namens het weeshuis bij het namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand]. Hij verwerpt de conclusie van Hendrik Pots namens het weeshuis en de eis van Franchois de Witte namens Wouter Dirksz [Keuck] voor diens zoon Pieter Woutersz [Keuck]. Hij geeft Hendrik Boom en Hendrik Pots 14 dagen om te reageren (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-429 fol 27 ) transcriptie
- Op 19-04-1613 vermelding van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand] en Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter [Woutersz Keuck] wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. In de kantlijn wordt een reactie vermeld van procureur [Hendrik] Boom op zowel procureur [Franchois de] Witte als procureur [Hendrik] Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 129) transcriptie In 1613 vermeld in een akte uit een verzameling met R) verwijzing naar een beroep voor de de staten van Holland (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 76) transcriptie
- Op 13-07-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand] en procureur Franchois de Witte voor Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter [Woutersz Keuck]. Dit wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp vertegenwoordigd door procureur Hendrik Pots. In de kantlijn wordt een reactie verzocht van zowel procureur Franchois de Witte als procureur [Hendrik] Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 213) transcriptie
- Op 30-07-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en procureur Franchois de Witte voor Wouter Dirksz Keuck als vader van Pieter Woutersz Keuck. Dit wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp vertegenwoordigd door Hendrik Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 244) transcriptie
- Op 20-11-1613 schrijft procureur Hendrik Pots aan secretaris Cornelis Jansz Hogeboom over de rechtzaak aangespannen door Jan Adriaansz Kramer en Wouter Dirksz [Keuck] en de stukken die hij en advocaat [Cornelis] Cocq hebben ingediend. Hij twijfelt of ze de zaak kunnen winnen. Op 02-01-1614 dienen ze dezelfde stukken nog een keer in (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 128) transcriptie
- Rond 1613 samenvatting bewijsstukken van Wouter Dirksz Keuck als vader van Pieter Woutersz Keuck wegens zijn beoogde aanstelling tot vicaris van de vicarie van Simon Willemsz in het proces aangespannen door Jan Adriaansz Kramer. A/B) Aanstelling Franchois de Witte tot procureur C/D) Fundatie brief van 20-05-1505 door Simon Willemsz met verwijzing naar artikelen 2 t/m 9 en 27 E) verzoek van 27-02-1613 door Maartje Wouters vrouw van Dirk Jansz Kueck voor de aanstelling van Pieter Woutersz Keuck met verwijzing naar artikelen 10 en 11 F) een getuige verklaring van 26-10-1591 van Trijntje Jacobs [Munnick] en Grietje Dirksz met verwijzing naar artikelen 12 t/m 19 G) verklaring van 14-03-1613 van Catharina Matthijs met verwijzing naar artikel 20. H) Vermeldingen bij de Staten Generaal van 02-03-1613 en 18-03-1613 met verwijzing naar artikelen 21 t/m 24 I/J) verwijzing naar de akte van 15-03-1613 met verwijzing naar artikel 25, 26, 28 t/m 30. K) Op 22-03-1613 vermelding van een reactie van het weeshuis aan de staten van Holland met verwijzing naar artikelen 31 t/m 37 L) Vermelding antwoord Staten van Holland 19-04-1613 met verwijzing naar artikelen 38 en 39 (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 228) transcriptie
- In 1613 bewijsvoering door advocaat C. van Cuijck en procureur Franchois de Witte in het geschil tussen Wouter Dirksz [Keuck] en Jan Adriaansz Kramer. Dit omdat hij als patroon en voogd en zijn zoon Pieter Woutersz [Keuck] als vicaris aanspraak maakt op de vicarie van Simon Willemsz. Hetzelfde patroonschap dat Jan Adriaansz Kramer in het proces voor de hoge raad tegen het weeshuis opeist. Er wordt vermeld dat Karel Jansz Robijn van Mechelen door Simon Willemsz als eerste vicaris is aangesteld. Hierna is Cornelis Jansz Molenaar alias Ex patroon geworden. Nu dragen Maartje Wouters vrouw van Dirk Jansz Keuck , hun zoon Wouter Dirksz Keuck voor als patroon en zijn zoon Pieter Woutersz Keuck voor als vicaris. Maartje Jansz [= Wouters] zou als dochter van Wouter Woutersz en kleindochter van Wouter Willemsz [33658] broer van Simon Willemsz een graad eerder verwant zijn dan Jan Adriaansz Kramer. Verwezen wordt naar de met hem opgestelde akte van 02-03-1613 omtrent het patroonschap en de opgave aan Cornelis van Koolwijk van de opbrengsten uit de vicarie. Jan Adriaansz Kramer heeft al grondroeringen gedaan als patroon (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 45) transcriptie
- In 1613 conclusie door procureur van Franchois de Witte voor Wouter Dirksz [Keuck] als vader en voogd van Pieter Woutersz [Keuck] die hij wil aanstellen tot vicaris van de vicarie van Simon Willems. Daarmee hebben zij dezelfde eis als Jan Adriaansz Kramer met advocaat Cornelis de Cock en procureur Hendrik Pots tegen het weeshuis Hij voert aan dat zij met instemming van de ware patrones Maartje Woutersz vrouw van Dirk Jansz Keuck recht heeft op de vicarie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 216) transcriptie Tevens een kopie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 218) transcriptie
- In 1613 Cornelis de Cocq en Hendrik Pots vermelden diverse bewijsstukken in relatie tot de rechtzaak aangespannen door Jan Adriaansz Kramer als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en door Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter Woutersz [Keuck] (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 76) transcriptie
- Op 02-01-1614 reageert secretaris Cornelis Jansz Hogeboom na zeven en een halve week ziek te zijn geweest, op een brief van procureur Hendrik Pots met de door advocaat Cornelis de Cocq in te brengen bewijs stukken. Dit zijn: a) de aanstelling van Cornelis Jansz Ex tot vicaris. Ze vinden de eis van Jan Adriaansz Kramer absurd omdat deze tegen beter weten in ontkend dat Cornelis Jansz Molenaar rechtmatig patroon is geweest en dat hij dit was omdat hij bloedverwante is geweest van de stichter van de vicarie Zeker omdat Cornelis Jans Ex, die de tot de vicarie behorende goederen aan het weeshuis heeft overgedragen nog leeft en feitelijk dus nog vicaris is. Zijn voorganger Jacob [Jacobsz Munnick heeft de goederen ook zijn leven lang mogen gebruiken. b) de plotselinge claim door Maartje Woutersz en haar man Dirk Jansz Keuck tot de aanstelling tot vicaris van zoon van Wouter Dirksz [Keuck]. Ze vinden de ondersteunende verklaringen van Trijntje Jacobs [Munnick] en Grietje Dirks alias Lobberichs, niet geloofwaardig omdat die pas 10 tot 12 jaar na het overlijden van de stichter van de vicarie waren geboren. Trijntje Jacobs [Munnick] was arme vrouw die goed bevriend was en schulden had bij Dirk Jansz Keuck en Maartje Wouters. Grietje Dirks alias Lobberichs was ook arm en leefde deels van giften. Hun verklaring dat de vicarie ledig stond is extra vreemd omdat Dirk Jansz Keuck zelf het land na de overdracht door Cornelis Jansz Ex vanaf 1613 in huur heeft van het weeshuis. Er wordt De brief waarop hij reageert is van 20-11-1613 (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 128) transcriptie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 90) transcriptie
- Op 20-06-1614 verzoekt het hof dat Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter Woutersz [Keuck] zich op 08-07-1614 bij Albert de Veer te Callantsoog te melden voor een hoorzitting. Op 09-07-1614 is de akte aangevuld met de opdracht van Albert de Veer gedaan aan de verschillende partijen. (bron: ORA den Haag inv nr 3-03-02_886 fol 29) transcriptie
- Op 24-06-1614 nogmaals verzoek van het hof dat Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter Woutersz [Keuck] zich op 08-07-1614 bij Albert de Veer te Callantsoog melden omdat ze nog niet tot een oordeel kunnen komen. (bron: ORA den Haag inv nr 3-03-02_933 fol 128) transcriptie
- Op 25-06-1614 schrijft procureur Hendrik Pots aan secretaris Cornelis Jansz Hogeboom over de rechtzaak aangespannen door Jan Adriaansz Kramer. Hij verwijst naar het verzoek van het hof van 24-06-1614. Hij vraagt iemand om hem en advocaat Cocq op 08-07-1614 te vergezellen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 95) transcriptie
- Op 02-07-1614 worden burgemeester Cornelis Reijersz Oom en weesmeester Sijvert Jansz gemachtigd om met secretaris Cornelis Jansz Hogeboom de rechtzaak tegen Jan Adriaansz [Kramer] uit Alkmaar en Wouter Dirksz [Keuck] uit Nieuwe Niedorp voor het hof te bepleiten (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 130) transcriptie
- Op 09-07-1614 geeft procureur Hendrik Pots en advocaat de Cocq een samenvatting van zijn pleidooi bij de hoorzitting van Albert de Veer. wegens het geschil tussen het weeshuis en Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrant Jansz [Hand] en Wouters Dirksz ook voor zijn zoon. De procureur Hendrik Pots geeft zijn visie. Hij probeert aan te tonen dat na het overlijden van Grote Reijer [Willemsz] tijdens de 80 jarige Cornelis Jansz Molenaar 27 jaar geleden rechtmatig is aangesteld tot patroon en dat deze Cornelis Jansz Ex / Fecke 25 jaar geleden bevestigd is tot vicaris. Hij verwijst naar de verklaringen van Jan Adriaansz Kramer en Catharina Matthijs die dit bevestigen.Maartje Wouters wordt ook vermeld met de claim voor haar zoon. Dit in 42 artikelen met de verwijzing naar de onder D tot en met M ingediende stukken (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 179) transcriptie
- Op 09-07-1614 opdracht van Albert de Veer aan de verschillende partijen gedaan bij de hoorzitting. Jan Adriaansz Kramer moet aantonen dat zijn moeder Grietje [Cornelis] verwant was aan de oprichter van de vicaris Simon Willemsz. Dit in verband met de onder E en F ingebrachte stukken. Dit als aanvulling op het verzoek van het hof van 20-06-1616 (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-886 fol 29 ) transcriptie
- rond 07-1614 willen Klaas Pietersz Zevenhuizen en Jan Simonsz Munnick een getuigenis afleggen dit volgens een verklaring van 14-11-1615 op verzoek van de regenten van het weeshuis door: 1) Klaas Pietersz Zevenhuizen (48) van Nieuwe Niedorp, hij verklaart:- Dat zij rond 07-1614 naar de vierschaar van Barsingerhorn zijn gegaan. Omdat er geen rechtdag werd gehouden zijn ze naar het huis van Jan Willemsz Lieven gegaan. Deze verklaarde dat er geen rechtdag werd gehouden omdat hij met Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar naar den Haag ging vanwege de rechtzaak betreffende de vicarie van Simon Willemsz; 2) Jan Simonsz [Munnick] (71) stadsbode van Nieuwe Niedorp verklaart: - Dat schout Jan Willemsz Lieven had verzocht getuigenis af te nemen over het verwantschap tot Simon Willemsz. Deze verzocht hem om over 14 dagen terug te komen. Toen hij na 13 dagen terug kwam wilden Jan Willemsz Lieven de getuigenis noch niet afnemen omdat hij Jan Adriaansz Kramer nog niet gesproken had. [Uit deze getuigenis moet blijken dat Jan Willemsz Lieven afspraken maakt met Jan Adriaansz Kramer en zijn getuigenissen daarmee niet onafhankelijk zijn] (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 105) transcriptie
- Op 31-10-1614 wordt er een akkoord gesloten tussen Jan Adriaansz Koornkoper en de zoon van Dirk Jansz Keuck en Maartje Wouters, Wouter Dirksz Keuck als vader van Pieter Woutersz Keuck en Grietje Dirks [Keuck] vrouw van Jan Reijersz [Snevert] wegens de lopende rechtzaak bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp voor het verkrijgen van de vicarie van Simon Willemsz. Wouter Dirksz Keuck trekt zich terug en krijgt daarvoor geld en de toezegging dat hij en zijn erven, als Jan Adriaansz Koornkoper wint, het land voor 4 jaar voor 33 gulden mag huren en daarna tegen het gangbare tarief. In de kantlijn wordt verwezen naar 2 latere aktes van 26-04-1639 en 14-07-1640 (bron: ONA Alkmaar inv nr 46 fol 433) transcriptie
- Op 09-12-1614 heeft Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer een verzoek in gediend om Catharina Matthijs over 14 dagen voor het gerecht van Schagen te laten getuigen. Hendrik Pots vraag om een verslag (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-429 fol 80 ) transcriptie
- Op 16-12-1614 vermelding van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar wegens zijn eis van 09-12-1614 bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Hendrik Pots, is absent. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-199 fol 318 ) transcriptie
- Op 17-12-1614 vermeld procureur Hendrik Pot het verzoek van Jan Adriaansz Kramer aan advocaat Cornelis de Cocq om Catharina Matthijs te Schagen te laten getuigen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 114) transcriptie
Op 02-01-1615 verklaring op verzoek van Cornelis Jansz Hoogeboom namens het weeshuis door:1) Catharina Matthijs (87) weduwe van Cornelis Dirksz Pluim zij verklaart:- Dat zij een nicht is van de moeder van Jan Adriaansz Kramer genaamd Grietje Cornelis - Dat ze alleen de naam Cornelis van de vader Grietje Cornelis weet en niet de naam van haar moeder of grootouders. Jan Adriaansz Kramer had haar wel gevraagd om hierover te getuigen [dat zij een dochter was van Cornelis Willemsz [?] de broer [= neef] van Simon Willemsz]. Jan Cornelis Pluim wordt vermeld als getuigen. (bron: ORA Nieuwe Niedorp inv nr 5737 fol 85) transcriptie
- Op 12-01-1615 verklaringen op verzoek van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar door: 1) Simon Andries Kluiver (50) uit Nieuwe Niedorp verklaart: - Dat hij zijn aangetrouwde oom Cornelis Jansz Molenaar [man van Jannetje Jansz [33628]] ongeveer 9 jaar geleden, heeft horen verklaren dat Simon Willemsz zijn oud oom was en hij daarom patroon is geworden. De opbrengsten moesten besteed worden aan het onderhoud van zijn schamele vrienden. Dit met toestemming van de staten van Holland; - Dat Maarten Pietersz Fecke [33575] uit Nieuwe Niedorp was aangesteld tot administrateur van de vicarie van Simon Willemsz . (bron: ONA Alkmaar inv nr 38 fol 166) transcriptie
- Op 13-01-1615 verzoek door [Hendrik] Boom en Jan Adriaansz Kramer aan procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis om de vragen van 09-12-1614 te beantwoorden. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-200 fol 16 ) transcriptie
- Op 14-01-1615 wordt ingestemd met het verzoek van 09-12-1614 door Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer om Catharina Matthijs voor het gerecht van Schagen te laten getuigen. Het hoofd eist een volledig college en een verslag (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-430 fol 1 ) transcriptie
- Op 17-01-1615 verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader en voogd van Sijbrant Jansz [Hand] via de deurwaarder aan procureur Hendrik Pots om 24-01-1615 voor de schout en schepen van Schagen te verschijnen om Catharina Matthijs onder ede te horen verklaren over de onder F) ingebrachte stukken (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 131) transcriptie
- Op 20-01-1615 vermelding van procureur Hendrik Pots wegens het geschil tussen de weesmeesters van Nieuwe Niedorp en Jan Adriaansz Kramer met procureur Hendrik Boom en Wouter Dirksz met procureur Franchois de Witte. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 30) transcriptie
- Op 24-01-1615 zou Catharina Matthijs onder ede op verzoek van Jan Adriaansz Kramer een getuigen verklaring afleggen voor de schout en schepenen van Schagen volgens een verwijzing van 17-01-1615 (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 131) transcriptie
- Op 14-02-1615 verklaringen op verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar door: 1) Jan Willemsz Lieven (68) schout uit Barsingerhorn verklaart: - Dat Cornelis Jansz Muller uit Nieuwe Niedorp en later wonende te Alkmaar geen [tegenstrijdig met andere verklaringen] bloedverwant zou zijn geweest van de oprichter van de vicarie Simon Willemsz; - Dat Cornelis Jansz Muller in de troebele jaren had de vicarie heeft afgenomen [onjuist vicarie ging terug naar Jacob Jacobsz Munnick] van Huibert Pietersz [Schuitevoerder] en dat die toen financieel niet bij machte was om zich daar tegen te verweren; - Dat Jan Adriaansz Kramer de vicarie zelf aan Huibert Pietersz [Schuitevoerder] had gegeven [andere verklaren dat zijn vader Adriaan Jacobsz, als gereformeerde geen intresse had] en dat Huibert Pietersz [Schuitevoerder] daarna ook naar school is geweest; 2) Aagje Cornelis (52) uit Nieuwe Niedorp verklaart: - Dat ze ongeveer 32 jaar geleden met Huibert Pietersz [Schuitevoerder] is getrouwd; - Dat haar man Huibert Pietersz [Schuitevoerder] 2 á 4 jaar na hun huwelijk enige tijd de vicarie landen heeft bezeten [mogelijk tot de aanstelling van de nieuwe vicars na het overlijden van Jacob Jacobsz Munnick] maar deze door Cornelis Jansz Muller weer zijn overgenomen. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 101) transcriptie
- Op 14-02-1615 verklaring op verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar door: 1) Catharina Matthijs (88) uit Schagen zij verklaart: - Dat Cornelis Jansz Molenaar haar neef was van haar moeders zijde en niet [tegenstrijdig met eerdere verklaringen waarin ook Jan Adriaansz Kramer verwant is via haar moeder] van bloede van Simon Willemsz de stichter van de vicarie. - Dat Grote Reijer [Willemsz] van Haringhuizen uit Haringhuizen, net als Cornelis Jansz Molenaar haar neef maar dan van haar vaderszijde [tegenstrijdig met andere verklaringen waar zij zelf verwant is via haar moeder] en wel van naaste bloede van de stichter van de vicarie. Dit volgens een kopie. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 99) transcriptie
- Op 04-02-1615 vermelding van procureur Hendrik Pots wegens het geschil tussen de weesmeesters van Nieuwe Niedorp en Jan Adriaansz Koornkoper met procureur Hendrik (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 34) transcriptie
- Op 10-03-1615 verwijzing naar de hoorzitting van 09-07-1614 in de rechtszaak aangespannen door Jan Adriaansz Kramer tegen het weeshuis. Het weeshuis moest bewijzen dat Cornelis Jansz Molenaar verwant was aan de stichter van de vicarie en of hij wel officieel aangesteld was tot patroon. Ze komen echter met een verklaring gemaakt voor Jan Adriaansz Kramer zelf. Uit de verklaring van Catharina Matthijs uit Schagen ingebracht onder F) in relatie tot artikelen 25 t/m 27 mag worden opgemaakt dat Cornelis Jansz Molenaar in de 80 jarige oorlog is aangesteld tot patroon. Daarom zal de eiser het patroonschap ook pas opgeëist hebben na zijn overlijden. Jan Adriaansz Kramer vindt het niet meer relevant om de bloedverwantschap aan te tonen [hij heeft immers al een akkoord met Maartje Wouters en haar nazaten] en wil ontheven worden van de bewijslast en hem niet aan te rekenen wat mogelijk verkeerd is verklaard omtrent deze verwantschap Dit volgens een kopie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 132) transcriptie
- Op 11-03-1615 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. procureur Hendrik Pots zal op 12-03-1615 iets verklaren. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 68 + 3-03-02_430 fol 55) transcriptie transcriptie
- Op 24-03-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Verwezen wordt naar 11-03-1615. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 83) transcriptie
- Op 08-04-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Verwezen wordt naar 11-03-1615. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 103) transcriptie
- Op 21-04-1615 vermeldt Cornels Jansz Hoogeboom namens het weeshuis de verklaringen door Jan Simonsz Munnick (bode) en Neeltje Klaas [van 17-04-1615], dat Cornelis Jansz Molenaar verwant is aan de stichter van de vicarie. De verklaringen op verzoek van Jan Adriaansz Kramer lijken niet ter goeder trouw te zijn afgelegd. Catharina Matthijs [vrouw van Cornelis Dirksz Pluim] die op verzoek van Jan Adriaansz Kramer een verklaring [op 02-08-1612 + 14-02-1615] heeft afgelegd heeft [op 02-01-1615] bekend vooraf afspraken met Jan Adriaansz Kramer te hebben gemaakt over deze verklaring. Het weeshuis stelt daarom dat Cornelis Jansz Molenaar als patroon, de noch levende Cornelis Jansz Fecke mocht aanstellen tot vicaris. Iets wat ook Dirk Jansz Keuck als man van Maartje Wouters heeft toegestaan. Dit op advies van de advocaat Cornelis de Cock (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 122) transcriptie
- Op 28-04-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Er wordt verwezen naar de 11-03-1615 en de stukken die [Hendrik] Pots op 17-04-1615.heeft voorbereid. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 117 + inv nr 3-03-02_430 fol 55) transcriptie transcriptie
- Op 13-05-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 136 + inv nr 3-03-02_430 fol 56) transcriptie transcriptie
- Op 19-05-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 149) transcriptie
- Op 26-05-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 158) transcriptie
- Op 02-06-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Over een dag zal procureur [Hendrik] Pots iets melden (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 168) transcriptie
- Op 08-06-1616 vermelding Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen Cornelis Jansz Fecke die gewapend de beesten, van de pachters van Jan Adriaansz Kramer uit het land heeft gejaagd en zijn eigen twee lammeren daar liet grazen. Er wordt schadeloos stelling en overdracht van, al het tot de vicarie behorende land inclusief het ronde akkertje, geëist. In de kantlijn wordt op 10-06-1616 verwezen naar de verklaring van 12-05-1616 en het verzoek van 02-06-1616 bij de staten van Holland en West-Friesland betreffende het geschil tussen Jan Adriaansz Kramer en Cornelis Jansz Fecke. Op 14-06-1616 zal Cornelis Jansz Fecke schriftelijk uitleg moeten geven. Dirk Boot en Hendrik Boom worden ook vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 227) transcriptie
- Op 23-06-1615 vermelding van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Met dezelfde eis de absente procureur [Franchois] de Witte namens Wouter Dirksz [Keuck] (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 187) transcriptie
- Op 23-06-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 190) transcriptie
- Op 07-07-1615 vermelding door procureur Hendrik Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 209) transcriptie
- Op 14-07-1615 vermelding door procureur Hendrik Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 229) transcriptie
- Op 21-07-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 231 + 3-03-02_430 fol 50) transcriptie transcriptie
- Op 30-09-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 302) transcriptie
- Op 21-10-1615 stuurt procureur Hendrik Pots kopieën van de processtukken vanJan Adriaansz Kramer aan Cornelis Hogeboom van het weeshuis (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 134) transcriptie
- Op 21-10-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 334) transcriptie
- Op 03-11-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 357) transcriptie
- Op 11-11-1615 vermelding door procureur Hendrik Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 366) transcriptie
- Op 11-11-1615 verzoekt procureur Hendrik Pots een reactie op de aan Cornelis Jansz Hoogeboom verzonden kopieën van de processtukken betreffende de zaak die is aangespannen door Jan Adriaansz Kramer. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 135) transcriptie
- Op 23-11-1615 vermelding procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Koornkoper uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Hendrik] Pots namens het weeshuis van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_200 fol 391) transcriptie
- Na 23-11-1615 verklaring door: 1) Trijntje Wouters uit nieuwe Niedorp vrouw van Jan Jansz Smits, bijgestaan door haar zoon Cornelis Jansz, zij verklaart: - Dat zij weet dat Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar twist met andere over het bezit van de vicarie en niet weet hoe deze anderen verwant zijn aan de stichter van de vicarie; Trijntje Wouters ondertekend deze akte vanuit haar bed. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 139) transcriptie
- Rond 11-1615 vraagt Cornelis Jansz Hoogeboom namens het weeshuis of er nog meer is wat ze kunnen doen om te voorkomen dat Jan Adriaansz Kramer in het gelijk wordt gesteld in zijn eis. Dit omdat er geen patroon is van de vicarie. Hij suggereert dat zij misschien nog terug kunnen vallen op Cornelis Jansz Fecke. [Dit volgens de uitspraak van 04-02-1588] (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 283) transcriptie
- Op 30-12-1615 brief van Hendrik Pots aan de secretaris van heet weeshuis Cornelis Jansz Hoogeboom betreffende de zaak die aangespannen is door Jan Adriaansz Kramer Deze zegt niet bij zijn vrouw thuis te kunnen komen zonder uitspraak. Gesproken wordt over de vakantie periode en het verzoek om hulp van de procureur Heijman van Schoorl of Jacob Dirksz (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 125) transcriptie
- Rond 1615 instructie in de rechtszaak tussen het weeshuis, Jan Adriaansz Kramer en Wouter Dirksz [Keuck.] Na de dood van Groter Reijer [Willemsz] uit Haringhuizen is Cornelis Jansz Molenaar in de 80 jarige oorlog aangesteld tot vicaris aldus artikelen 25 en 26. Volgens de verklaring van Catharina Matthijs uit Schagen is na het overlijden van Cornelis Jansz Molenaar rond 1605 geen nieuwe patroon aangesteld. Maartje Wouters heeft destijds aangegeven het patroonschap niet op te eisen. Ongeveer 25 jaar geleden is Cornelis Jansz Ex / Fecke bevestigd tot vicaris. Hij heeft afstand gedaan van de goederen ten gunste van het weeshuis dit aldus artikels 8 en 9. Volgens de stukken E t/m M hebben Cornelis Dirksz Pluim man van Catharina Matthijs uit Schagen geprotesteerd tegen de aanstelling van Cornelis Jansz Molenaar tot vicaris. Er wordt verwezen naar de getuigen verklaringen van Jan Adriaansz Kramer , Wouter Dirksz [Keuck], Huibert Pietersz uit Barsingerhorn en [zijn stiefmoeder] Aagje Jacobs uit Schagen. Deze getuigenissen over het verwantschap van de moeder van Jan Adriaansz Kramer tot de oprichter van de vicarie worden in twijfel getrokken. In artikelen 21 t/m 24 wordt gesproken over de vicarisen na Grote Reijer [Willemsz], Huibert Pietersz [Schuitevoerder] en Jacob Jacobs [Munnick]. Dat de moeder van Jan Adriaansz Kramer , Grietje Cornelis een dochter zou zijn van Cornelis Willemsz [33694] broer [? neef] van de stichter Simon Willemsz is volgens het weeshuis niet geloofwaardig. De getuigenissen van Trijn Jacobs [Munnick] en Grietje Dirks [/Lobberichs] die bij de oprichting van de vicarie van Simon Willemsz in 1505 nog niet waren geboren. Zij getuigen over een broer Wouter Willemsz alleen Jan Adriaansz Kramer vermeld nog een broer Cornelis. Wouter Willemsz [33658] zou een zoon Wouter Woutersz de schoonvader van Dirk Jansz Keuck en grootvader van Wouter Dirksz [Keuck] (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 118 + 145) transcriptie transcriptie
- Rond 1615 vermelding vanwege het geschil met het weeshuis van Jan Adriaansz Kramer als vader van Sijbrand Jansz [33697], zoon van Grietje Cornelis [33689][33689] en halfbroer van Pieter Huibertsz. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 222) transcriptie
- Rond 1615 beoordeling van de getuigen verklaringen gedaan op verzoek van Jan Adriaansz Kramer en Wouter [Dirksz Keuck]. Jan Adriaansz Kramer zijn uitspraak dat Cornelis Jansz Molenaar niet van bloede van Simon Willemsz zou zijn wordt als ongeloofwaardig afgedaan. Volgens zijn verklaring zou Jan Grouwel, als deken van West Friesland hebben verklaard dat Grietje Cornelis de meesten rechten had op de vicarie. Dit zou ook blijken uit een geschil tussen Grote Reijer [Willemsz] van Haringhuizen en Pieter Huibertsz [33693], elk voor hun zoon. Deze laatste daarmee voor zijn halfbroers zoon Huibert Pietersz [Schuitevoerder] kleinzoon van zijn moeder Grietje Cornelis [33689]. Dit is ook onjuist omdat Jacob Jacobsz [Munnick] voor Cornelis Jansz Fecke de vicarie voor ongeveer 40 á 50 jaren van Grote Reijer [Willemsz] van Haringhuizen had verkregen en daarom geen geschil kon zijn geweest over de aanstelling van Grote Reijer Willemsz zijn zoon. De verklaringen van Jan Willemsz Lieven zijn om meerdere redenen ook niet betrouwbaar zo weet hij kennelijk niet zijn eigen leeftijd, vermeld hij dat Simon Willemsz een oud oom en later een oom is van Grietje Cornelis Daarnaast zouden zowel Grietje Cornelis als Catharina Matthijs verklaren dat Simon Willemsz hun oud oom is en tegelijkertijd van elkaar dat ze niet van naaste bloede zijn. Ook klopt niet dat tijdens de tachtich jarige oorlog Cornelis Jansz Molenaar ten onrechte als niet bloedverwant Huibert Pietersz [Schuitevoerder] de vicarie heeft onttrokken en dat daarom nu ook Cornelis Jansz Fecke de vicarie moet worden onttrokken. Ook klopt niet dat Grote Reijer [Willemsz] van Haringhuizen overleden was bij de overdracht door Cornelis Jansz Molenaar van de vicarie aan Cornelis Jansz. Uit de bewijsstukken blijkt een heel andere overdracht. Daarbij was Jan Willemsz Lieven in het vijandige buitenland was in die periode. Ook de verklaring van Catharina Matthijs word benoemd waarin ze verklaard dat zij de nicht was via haar vaders zijde van Grietje Cornelis via haar moeder. Ook Cornelis Jansz Molenaar is haar neef via zijn moeder en daarom geen bloedverwant ? Dit is ook niet geloofwaardig omdat haar man Cornelis Dirksz Pluim ook aanspraak heeft geclaimd op de vicarie ten kosten van Cornelis Jansz Molenaar (-1607) en Cornelis Jansz Fecke. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 111) transcriptie
- Rond 1615 samenvatting bewijsstukken door advocaat C de Cocq en procureur H[endrik] Pots in het proces tegen Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar namens zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] voor Albert de Veer. Vermeld word de benoeming van Cornelis Jansz Molenaar tot patroon en de nog levende Cornelis Jansz Fecke tot vicaris. Dat deze Cornelis Jansz Fecke gedurende zijn leven recht heeft op de opbrengsten uit de vicarie en dat hij de vicarie landen zelf heeft overgedragen aan het weeshuis. J) verwijst naar het geschil van voor 02-1588 met de uitspraak van 04-02-1588 betreffende de aanstelling door Cornelis Jansz Molenaar van Cornelis Jansz Fecke M) Verwijzing naar de verklaringen [van 17-04-1615] door Jan Simonsz [Munnick] en Neeltje Klaas dat Cornelis Jansz Molenaar na het overlijden van Grote Reijer aangesteld is tot patroon omdat hij verwant was aan Simon Willemsz , de stichter van de vicarie. Dit in een stuk met 92 artikelen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 236) transcriptie
- Rond 1615 bewijsstukken verzameld door procureur Hendrik Pots verzameld voor de hoge raad in de zaak aangespannen door Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] [33697]. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 255) transcriptie
- Op 18-01-1616 rekent het weeshuis uit wat de kosten zijn van het proces tegen Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar nu ze lijken te verliezen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-133 fol 137) transcriptie
- Op 20-01-1616 uitspraak waarin Jan Adriaansz Kramer onverwacht in het gelijk wordt gesteld. Volgens Jan Adriaansz Kramer had Simon Willemsz een broer [= neef] Cornelis Willemsz de vader van zijn moeder Grietje Cornelis [33689]. Adriaan Jacobsz de [2de man] van Grietje Cornelis en vader van Jan Adriaansz Kramer had geen intresse in de vicarie omdat hij gereformeerd was. Tijdens de reformatie is Cornelis Jansz Molenaar patroon geworden die volgens hem in 1605 [1607] is overleden waarna hijzelf op 14-12-1612 de vicarie voor zijn zoon Sijbrand Jansz Hand heeft opgeist. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_708 fol 3) transcriptie
- Op 20-01-1616 stelt het hof Jan Adriaansz Kramer in zijn gelijk in het geschil met het weeshuis. Dit volgens en kopie. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 171) transcriptie
- Op 22-01-1616 schrijft procureur Hendrik Pots aan Cornelis Jansz Hogeboom dat hij teleurgesteld is de uitspraak ten gunste van Jan Adriaansz Kramer. Gelukkig hoeven ze de proceskosten niet te betalen en ziet het er naar uit dat Cornelis Jansz Fecke zijn stukje land [het ronde akkertje] mag behouden. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 159) transcriptie
- Op 03-02-1616 geven advocaat Cornelis de Cocq en L van Strijen advies. Ze verwijzen naar de aanstelling van Cornelis Jansz Molenaar tot patroon van de vicarie van Simon Willemsz en de aanstelling van zijn broers zoontje Cornelis Jansz Fecke (14) tot vicaris op 21-07-1587. Op 22-07-1587 worden de vicarie landen overgedragen. Op 16-10-1587 worden zij verkozen door gecommitteerde raden van West-Friesland en Noorderkwartier in plaats van Huibert Pietersz [Schuitemaker] die ook aanspraak maakte Op 04-02-1588 worden zij in een vonnis officieel aangesteld. Cornelis Dirksz Pluim man van Catrina Matthijs van de Keins probeert de vicarie dan nog voor zichzelf op te eisen. Op 03-05-1589 worden Cornelis Jansz Fecke en zijn oom nogmaals in hun rol bevestigd. Hij heeft de vicarie goederen in zijn jonge jaren, uitgezonderd het ronde werfje, overgedragen aan het weeshuis. Dit was voor hem een zeer nadelige overdracht. Cornelis Jansz Fecke (42) vraagt zich af of hij de landen nu mag verhuren op basis van zijn oude rechten. Omdat hij deze rechten heeft overgedragen aan het weeshuis is het advies om dit niet te doen en het vonnis van 20-01-1616 ten gunste van Jan Adriaansz Kramer te respecteren. Zij adviseren verder dat Cornelis Jansz Fecke de opbrengsten uit de vicarie landen niet hoeft te betalen. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 174) transcriptie
- Rond 02-1616 [verzoek van notaris Hogeboom aan de hoge raad waarin hij] verklaart dat Cornelis Jansz Fecke door Cornelis Jansz Molenaar in 1587 was aangesteld tot patroon van de vicarie van Simon Willemsz. Op 04-02-1588 is hij door dezelfde Cornelis Jansz Molenaar naast andere gegadigde voorgedragen als vicaris en op 03-05-1589 ook bevestigd. Op advies van zijn ooms en voogden heeft hij op 28-07-1596 de vicarie voor een te lage vergoeding overgedragen aan het weeshuis. Dit op een stuk zaadland na waar hij nu met zijn moeder en zus woont. In 1612 heeft Jan Adriaansz Kramer een proces aangespannen om de vicarie voor zijn zoon op te eisen. Op 20-01-1616 heeft hij dit proces gewonnen. Cornelis Jansz Fecke zou de verkoop in een eigen proces wel hebben willen terug draaien maar zag op tegen de financiele kosten van een eventuele rechtzaak. Op 25-01-1616 heeft hij nog wel land, behorende tot de vicarie maar niet overgedragen aan het weeshuis, verhuurt. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 41 + inv nr 552-4a fol 119) transcriptie transcriptie
- Op 11-03-1616 sommeert deurwaarder Cornelis van Molenvliet, op verzoek van Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrant Jansz [Hand] de weesmeesters en bestuurders van Nieuwe Niedorp op 21-03-1616 naar de herberg de Vergulde Valk in den Haag komen. Dit om ze te dwingen de uitspraak van 20-01-1616 op te volgen. Op 24-03-1616 wordt er door de weesmeesters en bestuurders verklaard dat Cornelis Jansz Fecke het ronde akkertje vanaf 1596 voor hem zelf heeft gehouden. De opbrengsten zijn verder ten goede gekomen aan de weeskinderen. Verwezen wordt naar artikel 2 t/m 6 en L en F. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 163) transcriptie
- Op 22-03-1616 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] [33697]. Hij laat de bestuurders van weeshuis Jacob Pietersz Brammen, Cornelis Klaas en de burgemeesters Cornelis Reijersz en Klaas Klaasz Smit gijzelen. In de kantlijn protest door Hendrik Pots in de kantlijn. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 129 + OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 178) transcriptie transcriptie
- Op 22-03-1616 schrijven door advocaat Cornelis de Cocq namens de weesmeesters uit Nieuwe Niedorp aan de hoge raad. Dit betreffende de gijzeling van de weesmeesters door Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader een voogd van Sijbrand Jansz [Hand] vanwege het niet nakomen van de uitspraak van 20-01-1616. Dit volgens een kopie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 270) transcriptie
- Op 22-03-1616 verslag van de reactie door Hendrik Pots namens de weesmeesters en burgemeesters uit Nieuwe Niedorp aan de hoge raad. Dit wegens hun gijzeling op verzoek van procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader een voogd van Sijbrand Jansz [Hand]. Vermeld worden de weesmeesters Jacob Pietersz Brammen, Cornelis Klaas en de burgemeesters Cornelis Reijersz en Klaas [Klaasz] Smit. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 271) transcriptie
- Op 06-04-1616 verzoek door Reijer Cornelis secretaris van Geestmerambacht [voor Cornelis Jansz Fecke] aan Nicolaas van der Seevanck. Hij vraagt om twee aktes gemaakt in 1587 door zijn vader [Hendrik Dirksz van Seevanck] op verzoek van de vader [Jan Pietersz Fecke ] van de door de gecommitteerde raden van West-Friesland en Noorderkwartier aangestelde vicaris. Dit omdat Jan Adriaansz Kramer hem uit zijn bezit probeert te zetten (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 194) transcriptie
- Op 11-04-1616 daagt Cornelis Jansz Fecke, Jan Adriaansz Kramer als vader van Sijbrant Jansz [Hand] voor het gerecht van Nieuwe Niedorp omdat hij in 1587 is aangesteld als vicaris van de vicarie van Simon Willemsz en deze deels heeft overgedragen aan het weeshuis. Hij stemt als niet in met de uitspraak van hof betreffende de overdracht van de vicarie door het weeshuis aan Jan Adriaansz Kramer. (bron: ORA Nieuwe Niedorp inv nr 5659 fol 130) transcriptie
- Op 27-04-1616 richt advocaat Dirk Hamel zich namens Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar tot de hoge raad. Op 30-04-1612 zou Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader en voogd van Simon [= Sijbrand] Jansz patroon zijn geworden. Op 14-12-1612 is dit bevestigd door de staten van Holland en Westfriesland waarna ze op 20-12-1612 het grond en aardroering doen. Het weeshuis beweerde echter dat Cornelis Jansz Molenaar als patroon Cornelis Jansz Fecke zou hebben aangesteld tot vicars en deze laatste op 28-07-1596 de vicarie landen zou hebben overgedragen aan het weeshuis. In de rechtzaak die volgt wordt Jan Adriaansz Kramer op 20-01 1616 in het gelijk gesteld. Cornelis Jansz Fecke respecteert de uitspraak niet en vind dat, omdat de overdracht aan het weeshuis geen waarde heeft, hij nog steeds de bezitter is. Daarom heeft hij het land verhuurt aan Floris Klaas Smit en Jan Dirksz Bakker. Daarbij heeft hij de beesten die in het weiland liepen eruit gejaagd en zijn eigen beedten daarvoor in de plaats op het land gebracht. De advocaat eist de landen weer op en een schade vergoeding. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_20 fol 422) transcriptie
- Op 03-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] wegens het geschil tegen Cornelis Jansz Fecke en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker bijgestaan door Dirk Boot. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 183) transcriptie
- Op 11-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] wegens het geschil tegen Cornelis Jansz Fecke, en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker bijgestaan door Dirk Boot. Tevens wordt de gijzeling van de weesmeesters bijgestaan door Hendrik Boom vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 190) transcriptie
- Op 17-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] met een nieuwe eis tegen Cornelis Jansz Fecke, en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker. De gedaagde worden bijgestaan door Dirk Boot die verklaard dat ze het eens zijn met de eis en dat Cornelis Jansz Fecke ze geen aanspraak meer zal maken op deze vicarie landen. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_431 fol 12) transcriptie
- Op 17-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] wegens het geschil tegen Cornelis Jansz Fecke en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker bijgestaan door Dirk Boot. Tevens wordt de gijzeling van de weesmeesters bijgestaan door Hendrik Boom vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 199 + 207) transcriptie transcriptie
- Op 18-05-1616 brief van H[endrik] Persijn aan Cornelis Jansz Hoogeboom Het blijkt dat alle vicarie landen als een geheel eigendom blijven van patroon Jan Adriaansz Kramer. Het ziet er nu nog naar uit dat Cornelis Jansz Fecke het ronde akkertje wel mag houden maar er moet wel worden aangetoond waarom dit niet zou zijn getransporteerd met de andere vicarie landen. De opbrengsten van de landen uit het verleden zullen ook moeten worden overgedragen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 151) transcriptie
- Op 18-05-1616 brief van Hendrik Pots aan Cornelis Jansz Hoogeboom betreffende de gijzeling van de weesmeesters door Jan Adriaansz Kramer. Deze zou bij de raadsheer Schotte over 14 dagen om een tweede nog zwaardere gijzeling willen vragen. Hij vraagt daarom om getuigenissen dat Cornelis Jansz Fecke ook na de overdracht van de vicarie enige goederen voor zich zelf heeft gehouden en dat de weesmeesters zich daar niet mee hebben bemoeid (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 278) transcriptie
- Op 29-05-1616 verklaren de schepenen en burgemeesters van Nieuwe Niedorp dat zij begin februari de vicarie landen van Simon Willemsz hebben overgedragen aan Jan Adriaansz Kramer. Ze hebben Jan Adriaansz Kramer toen ook verteld dat het zij het Ronde Akkertje waar Cornelis Jansz Fecke met zijn moeder en zus op woont nooit is overgedragen aan het weeshuis. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 196 + 198) transcriptie transcriptie
- Rond 05-1616 vermelding van de gegijzelde weesmeesters Cornelis Klaas Kuift en secretaris van de burgemeesters Cornelis Jansz Hoogeboom met advocaat Cornelis Cocq en procureur Hendrik Pots. Dit in verband met de uitspraak van 22-03-1616. Zij staken hun verzet tegen Jan Adriaansz Korenkoper uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand] met advocaat Dirk Hamel en procureur Hendrik Boom. Ze vermelden nog wel dat Cornelis Jansz [Fecke] de vicaris is (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 272) transcriptie
- Op 07-06-1616 verklaring op verzoek van Cornelis Jansz Fecke door: 3) Anna Cornelis (64) en haar man Simon Pietersz Jacob Heins (70) te Nieuwe Niedorp, zij verklaren: - Dat Cornelis Jansz Molenaar een zusterling [= neef] was van Grietje Cornelis , de moeder van Jan Adriaansz Kramer, en dat haar vader geen broer was van Simon Willemsz [33655]. Cornelis Jansz Molenaar is daarom een graat dichter verwant is aan de stichter van de vicarie dan Jan Adriaansz [Kramer]; (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 205) transcriptie
- Op 08-06-1616 vermelding Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen Cornelis Jansz Fecke die gewapend de beesten, van de pachters van Jan Adriaansz Kramer uit het land heeft gejaagd en zijn eigen twee lammeren daar liet grazen. Er wordt schadeloos stelling en overdracht van, al het tot de vicarie behorende land inclusief het ronde akkertje, geëist. In de kantlijn wordt op 10-06-1616 toegevoegd dat de uitspraken van 17-05-1616 en 02-06-1616 niet zijn uitgevoerd. Op 14-06-1616 zal Cornelis Jansz Fecke schriftelijk uitleg moeten geven. Dirk Boot en Hendrik Boom worden ook vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 227) transcriptie
- Op 08-06-1616 vermelding door procureur Hendrik Pots namens Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. In de kantlijn wordt op 11-06-1616 verwezen naar een afspraak van 10-06-1616. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 228) transcriptie
- Op 08-06-1616 [? nogmaals]vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen Cornelis Jansz Fecke van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 230) transcriptie
- Op 14-06-1616 vermelding Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen Cornelis Jansz Fecke van Nieuwe Niedorp. Hendrik Boom wordt ook vermeld. Er wordt verwezen naar 11-06-1616 (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 232) transcriptie
- Op 21-06-1616 vermelding van Cornelis Jansz Fecke wegens zijn geschil met Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Hendrik Pots en Hendrik Boom worden ook vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 239) transcriptie In notulen van rond 07-1616 wordt verwezen naar deze akte (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 204) transcriptie
- Op 22-06-1616 antwoord van H[endrik] Persijn op de brief van 13-06-1616 van Cornelis Jansz Hoogeboom. Hij is benieuwd naar de reden van weerstand tegen de aanstelling tot vicaris door Grietje Cornelis [336899], de moeder van Jan Adriaansz Kramer voor Huibert Pietersz [Schuitevoerder] in het jaar 1587. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 138) transcriptie

Otr. [10096] ? te ? Tr. rond 1588 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
26189    Neeltje (Neeltje) Sijbrands ? [33685] bron (code: 2^14).
Geb. rond 1556 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. op 12-11-1624 te Alkmaar (bron: DTB Alkmaar inv nr 40 + 1067-56), - Op 12-11-1624 overleden blijkens een grafsteen met een medaillon, waarin een geopende hand afkomstig uit de Middengang [Neeltje Sijbrants Uit de Hant aldus het doodboek] (bron: Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland van Bloys van Treslong Prins, P.C. Belonje, J. uit 1928) bron
- Op 15-11-1624 impost betaalt bron bron

mogelijk ook vermeldingen in DTB Alkmaar inv nr 1067-55 en 1067-56.
Begr. op 15-11-1624 te Alkmaar (bron: BS Alkmaar inv nr 40). bron.
Dr. van Sijbrand (Sijbrand) ? [33686] (code: 2^15) (zie 52378) en ? (?) ? [33687] (code: 2^15) (zie 52379).
Woonde in het huis genaamd "de vergulde hant"

- Op 28-06-1616 vermelding door procureur [Hendrik] Boom namens Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Dirk] Boots namens Cornelis Jansz Fecke en het weeshuis van Nieuwe Niedorp. In de kantlijn wordt op 30-06-1616 toegevoegd dat Cornelis Jansz Fecke de beesten van de pachters van Jan Adriaansz Kramer uit het land heeft gejaagd en zijn eigen twee lammeren daar liet grazen. Op 02-07-1616 wordt er verzocht om juridisch advies en op 07-07-1616 blijkt dat als gevolg van deze aktie door Cornelis Jansz Fecke hij ook het ronde akkertje moet overdragen en de kosten moet compenseren. Alle vicarie landen over worden gedragen aan Jan Adriaansz Kramer (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02_201 fol 262) transcriptie
- Op 30-06-1616 meld Hendrik Boom namens namens Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland hoe Cornelis Jansz Fecke de uitspraak van 17-05-1616 niet respecteerd en op 02-06-1616 met zijn broer zijn huurders gewapenderhand uit hun land heeft gejaagd. Ze vragen nogmaals om bevestigd te worden in alle vicarie landen inculusief het ronde akkertje en willen ook een schade vergoeding. Dirk Boot ontkend namens Cornelis Jansz Fecke dat hij de huurders uit het land heeft gejaagd en verklaard dat hij slechts de twee lammeren eruit wilde halen. Ze willen de kosten vergoeden. Op 07-07-1616 besluit het hof dat Cornelis Jansz Fecke het ronde akkertje moet overdragen en de onkosten moet vergoeden. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_500 fol 378) transcriptie
- Rond 06-1616 verklaard Cornelis Jansz Fecke dat hij niet op de hoogte was van de rechtszaak tussen Jan Adriaansz [Kramer] en het weeshuis omdat hij naar Jerusalem was. Op 01-04-1616 is heeft [Kramer] aangegeven dat hij wel op de hoogte was. Alle andere huurders van het weeshuis hebben de vicarie landen inmiddels verlaten. Cornelis Jansz Fecke houdt nog vast aan zijn oude rechten en wil zijn schapen nog niet weghalen en geeft aan de impact van het proces nooit te hebben overzien (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 267) transcriptie
- Rond 06-1616 blad uit een akte waarin het weeshuis verklaard dat hoewel Cornelis Jansz Fecke de goederen uit de vicarie heeft overgedragen aan het weeshuis, zij deze volgens de uitspraak [van 20-01-1616] hebben overgedragen aan de zoon [Sijbrant Jansz Hand [33697]] van de eiser [Jan Adriaansz Kramer ] en binnen drie weken ook aan het tweede deel van de uitspraak zullen voldoen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 285) transcriptie
- Rond 06-1616 vermelding over de vicarie van Simon Willemsz. Na de reformatie werd Jacob Jacobsz [Munnick], die lange tijd de vicaris was geweest, leraar in Nieuwe Niedorp. Hierna is Cornelis Jansz Molenaar aangesteld als patroon en zijn broers zoons zoon Cornelis Jansz Fecke vicaris geworden. Ongeveer 20 jaar geleden heeft hij deze vicaris de goederen afgestaan aan het inmiddels, door de kinderloze, Cornelis Jansz Molenaar opgerichte weeshuis. Dit met de afspraak dat Cornelis Jansz Fecke gedurende zijn leven ook aanspraak zo mogen maken op een deel van de opbrengsten. Ongeveer 4 jaar geleden heeft Jan Adriaansz Kramer als bloedverwante het patronaat opgeëist mede voor zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] die nu vicaris is. Hij eist tevens alle opbrengsten van de afgelopen jaren op. Dit terwijl Cornelis Jansz Fecke nog in leven is. Het weeshuis verklaart onvoldoende financiële middelen meer te hebben en verzoekt bijstand van het arme weeshuis in Alkmaar aan wie an Adriaansz Kramer weer goederen zou hebben gedoneerd (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 5) transcriptie
- Rond 06-1616 verklaard Cornelis Jansz Fecke dat hij in 1587 van zijn oud oom Cornelis Jansz Molenaar uit Alkmaar de vicarie van Simon Willemsz had ontvangen. Op 04-02-1588 en daarna nogmaals op 03-05-1599 [1589] door de gecommitteerde raden bevestigd omdat ander het hadden aangevochten. In 1596 toen hij nog minderjarig was zijn ooms en voogden de rechten van de vicarie hadden verkocht aan het nieuwe weeshuis van Nieuwe Niedorp. Nu Jan Adriaansz Kramer het weeshuis voor de rechter heeft gedaagd en de vicarie op eist wil Cornelis Jansz Fecke de verkoop terugdraaien. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 116) transcriptie
- Rond 06-1616 verklaring voor de staten van Holland dat Cornelis Jansz Fecke in 1587 door Cornelis Jansz Molenaar uit Alkmaar is aangesteld tot vicaris van de vicarie van Simon Willemsz [33565]. Op 04-02-1588, en daarna nogmaals op 03-05-1589 door de gecommitteerde raden bevestigd omdat andere dit hadden aangevochten. Op 28-07-1596 heeft hij de rechten van de vicarie voor een te laag bedrag verkocht aan het nieuwe weeshuis van Nieuwe Niedorp. Hij heeft het ronde akkertje waar hij nu nog met zijn moeder [Trijntje Pieters [33616]] en zus [Maartje Jans] op woont behouden. In 1612 heeft Jan Adriaansz Kramer zijn zoon laten benoemen tot vicaris. Op 20-01-1616 heeft het hof beslist dat het weeshuis de vicarie moet overdragen aan Jan Adriaansz Kramer voor diens zoon. Cornelis Jansz Fecke zou deze uitspraak graag terug willen draaien. In de kantlijn is toegevoegd dat Cornelis Jansz Fecke lang van huis is geweest voor zijn reis naar Jerusalem en arm is. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 144) transcriptie
- Rond 06-1616 inventaris door C[ornelis] de Cocq en procureur [Hendrik] Pots voor de hoge raad opgemaakt voor de weesmeester en secretaris Cornelis Jansz Hogeboom vanwege de rechtszaak met Jan Adriaansz Kramer als vader van Sijbrand Jansz [Hand] [33697]. A) Vermelding procureur Hendrik Pots namens de gegijzelde. Met een verwijzing naar rechtsdag 22-03-1616. B) verwijzing naar 22-03-1616 en 24-03-1616 C) verklaringen van 29-05-1616 [kopie van 02-04-1616] door Trijntje Pieters de weduwe van Jan Pietersz Fecke, Floris Klaas Smit en Dirk Klaas Schotvanger. Met een verwijzing nummer 26 naar het geschil van 14-05-1593 D) Bewijs voor artikel 1 en 2 .Een certificaat van de burgemeesters en weesmeesters van Nieuwe Niedorp van 29-05-1616. E) bewijs voor artikel 3, 4, 5 en 6 F) notulen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 201 + 208) transcriptie transcriptie
- Op 12-07-1616 draagt Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar namens zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] de vruchten uit de vicarie landen, inclusief die van het ronde akkertje, over aan het armenhuis van Alkmaar. Dit vanaf 1596 volgens de uitspraak van de hoge raad van 07-07-1616. Dit volgens een op 21-07-1616 door Cornelis Jansz Hoogeboom gekopieerde notariële akte van 20-07-1616 waaraan is toegevoegd dat Cornelis Jansz Fecke de vicarie landen waren gegeven en het enige middel van bestaan was voor hem, zijn zuster en zijn moeder maar dat zij zich neer leggen bij de uitspraak. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 274) transcriptie
- Op 13-07-1616 brief van Dirk Boot aan Cornelis Jansz Hoogeboom waarin wordt medegedeeld dat Cornelis Jansz Fecke de kosten voor het proces en de kosten die ontstaan zijn door het bezetten van de vicarie landen. Hij mag geen actie meer nemen tegen Jan Adriaansz Kramer en verliest definitief de vicarie landen inclusief het ronde akkertje. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 146) transcriptie
- Op 30-07-1616 akte wegens het geschil tussen het weeshuis van Nieuwe Niedorp en Jan Adriaansz Kramer namens zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] betreffende de opbrengsten uit de vicarie landen. Deze komen vanaf de start van het proces toe aan de eiser. Het bezit van het Ronde Akkertje dat nog wordt gebruikt door Cornelis Jansz Fecke is nog in beraad. Dit mede volgens een uittreksel (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_934 fol 67 + OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 172) transcriptie transcriptie
- Rond 07-1616 notulen van de rechtzaak door tussen Cornelis Jansz Fecke met procureur [Dirk] Boot en Jan Adriaansz Kramer met procureur [Hendrik] Boom over 8 dagen moet Cornelis Jansz Fecke zijn goederen overleveren. Hij wil ook de kosten verhalen. Verwezen wordt naar de rechtsdag van 17-05-1616. Op 13-06-1616 verzoekt [Dirk] Boot het hof om het geschil over het ronde akkertje verder te bespreken Op 21-06-1616 herhaalt [Hendrik] Boom zijn verzoek aan [Dirk] Boot Op 30-06-1616 ontkend [Dirk] Boot dat de beesten van de pachters op 02-06-1616 gewapenderhand uit de landen te hebben weggejaagd. Hij zou slechts zijn twee lammeren uit het land hebben willen halen Op 07-07-1616 blijkt dat [Hendrik] Boom de kosten vergoed wil hebben via [Dirk] Boot. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 204) transcriptie
- Op 03-08-1616 Akte wegens het geschil tussen het weeshuis van Nieuwe Niedorp en Jan Adriaansz [Kramer] koornkoper te Alkmaar als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand]. Naast Hendrik Pots wordt ook Dirk Willemsz van de hoge raad vermeld. Er wordt verwezen naar de rechtsdag van 30-07-1616 en de volgende rechtsdag op 05-09-1616. Dit volgens een kopie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 280) transcriptie
- Op 03-08-1616 brief van H[endrik] Persijn als reactie op het schrijven van Cornelis Jansz Hoogeboom van 21-07-1616. Hij is niet blij met de onjuiste verklaring van Cornelis Jansz [Fecke] dat hij niet op de hoogte was van het proces dat Jan Adriaansz Kramer [33684] tegen het weeshuis had aangespannen. Dat terwijl deze partij een kopie uit 1613 had waarmee Cornelis Jansz [Fecke] aan de schepenen wilde bewijzen nog in leven te zijn [02-03-1613]. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 133) transcriptie
- Op 09-11-1616 koopt Jan Adriaansz Kramer een huis van Jan Pietersz Bakker uit Oude Niedorp. (bron: ORA Nieuwe Niedorp inv nr 5695 fol 49) transcriptie
- Op 19-12-1616 maakt Jan Adriaansz zijn testament op als erfgenamen worden vermeld zijn vrouw Neeltje Sijbrants en zijn kinderen Jacob, Adriaan, Pieter, Sijbrand, Grietje, Aafje en Anna. Tevens wordt de vicarie van Simon Willemsz vermeld en de kosten voor de rechtzaak tegen het weeshuis.(bron: ONA Alkmaar inv nr 62 fol 221) transcriptie
- Rond 1616 akte omtrent de aanstelling van Jan Adriaansz Kramer tot patroon van de vicarie van Simon Willemsz. De burgemeesters en weesmeesters verklaren dat zij begin februari bij elkaar gekomen zijn en het vonnis van het hof over respecteren. Dit is bevestigd door een schrijven van secretaris Cornelis Jansz Hoogeboom (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 200) transcriptie
- Op 02-03-1617 brief van procureur H[endrik] Persijn aan secretaris Cornelis Jansz Hoogeboom over de diverse onverwachte uitkomsten en hun tevergeefse inzet ten gunste van Cornelis Jansz Fecke> tegen de inmiddels overleden Jan Adriaansz Kramer. Hij adviseert om de heren van de hoge raad niet verder dwars te zitten, zeker nu de drang door het overlijden van Jan Adriaansz Kramer niet meer zo groot zal zijn. Hij verwijst verder naar een voorgaande brief met het advies de zaak opnieuw aan het de Staten van Holland voor te leggen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 131) transcriptie
- Op 30-06-1651 verklaring vanwege de komende rechtdag van 30-07-1651. Op 20-01-1616 was Jan Adriaansz Kramer aangesteld tot patroon en diens zoon Sijbrant Jansz [Hand] aangesteld tot vicaris. Op 15-03-1639 zijn Cornelis Jansz Kaaskoper uit Nieuwe Niedorp aangesteld tot patroon en zijn neef Simon WIllemsz Keuck tot vicaris.Op 23-06-1647, 07-12-1649 en 30 06-1651 hebben de kerkmeesters geprobeerd om de vicarie landen in bezit te krijgen. De kerkmeesters melden nog dat de vicarie ook ten gunste zou moeten komen van de godsdienst zoals zij ook op 10-05-[1651] en 28-06-1651 hebben beschreven en op 05-07-1651 opnieuw zullen aangeven. Dit volgens een kopie, en een kopie van deze kopie van 03-07-1651 (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-114 fol 18 + 27) transcriptie transcriptie
- Op 21-10-1651 verklaring van Cornelis Jansz Kaaskoper en Willem Jansz Snevert met hun advocaat Dirk de Jong omdat de kerkmeesters de vicarie op eisen. Ze verwijzen naar de overdracht van de vicarie door het weeshuis aan Jan Adriaansz Kramer (bron: oa Nieuwe Niedorp inv nr 552-114 fol 8) transcriptie
- Rond 1651 vermelding van de rechtzaak van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar. Hij is patroon geworden en heeft die zij zoon Sijbrant Jansz aangesteld tot vicars. Na zijn overlijden, in 1639 heeft Willem Dirksz Keuck als patroon zijn zoon Simon Wilemsz [Keuck] aangesteld tot vicaris.. (bron: oa Nieuwe Niedorp inv nr 552-114 fol 30 + 48 + 50) transcriptie transcriptie transcriptie
- Op 10-07-1691 machtigen enkele nazaten van Simon Willemsz, Cornelis Dirksz Voorhout en Jan Sijbransz Hand om voor hun belangen in de vicarie op te komen. Vermeld worden [de nazaten van Jan Adriaansz Hand en Neeltje Sijbrands. A) de kinderen van Adriaan Jansz Hand en Sijbrich Klaas Zeepaard,] Neeltje Adriaansz Hand vrouw van Adriaan Dirksz Voorhout, Klaas Adriaansz Hand zijn zoon Cornelis Klaasz Hand en dochter Sijbregje Klaas Hand vrouw van Jan Jansz Braak, de dochters van Jacob Adriaansz Hand [en Neeltje Pieters de Goijer] Maartje Jacobs Hand vrouw van Pieter Joost Spiegel en Sijbrech Jacobsz Hand vrouw van Samuel van Baseroij, Sijbrand Adriaansz Hand [man van Jannetje Klaas van der Velde]. B) [de kinderen van Jacob Jansz Hand en Antje Reijnders] Neeltje Jacobsz Hand weduwe van Jan Pieter Cuijck [/ de Goijer] Jacob Adriaans Hand, Jan Jacobsz Hand zijn weduwe Lijsbeth Jans Soutman, Pieter Jacobsz Hand [en Guurtje Soutman] zijn dochter Immetje Pieters Hand vrouw van Jan de Wit. C) [de kinderen van Sijbrand Jansz Hand en Antje Teeuwis] Jan Sijbrandsz Hand en zijn zoon Sijbrand Jansz Hand en Dieuwertje Sijbrands Hand weduwnaar Cornelis Dirksz Voorhout (bron: ONA Alkmaar inv nr 210 fol 72) transcriptie

Uit dit huwelijk:
   1. m  Jacob (Jacob) Jansz KRAMER [33696].
Geb. rond 1589 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
- Op 26-07-1628 voogdij aanstelling over de kinderen van Jacob Jansz kruidenier en wijlen Annitje Reinders, Reindert (13), Jan (11), Cornelis (9), Neeltje (6), Pieter (2) en Annetje 1/2). Voogden zijn de ooms van moederszijde Cornelis Reijmitsz en Jan Jansz. (bron: WK Alkmaar inv nr 19 fol 218) transcriptie
- Op 26-04-1639 akkoord over de verhuur en opbrengsten van de vicarie landen tussen de nazaten van de stichter. Als eerste partij [de nazaat van Trijntje Wouters en Jan Jansz Smits] Cornelis Jansz Kaaskoper als patroon van de vicarie van Simon Willemsz, [als nazaten van Dirk Jansz Kueck en Maartje Wouters]: vicaris Simon Willemsz Keuck, zijn vader Willem Dirksz Keuck, Wouter Dirksz Keuck en Jan Dirksz Keuck alle mede namens de kinderen van wijlen Grietje Dirksz Keuk en als tweede partij [de nazaten van Jan Adriaansz Kramer] Jacob Jansz [Hand / Kruidenier], Adriaan Jansz Hand, de weduwnaar van Aafje Jans [Hand] , Heijman Maartensz Bakker voor hun kinderen alle meden namens hun broer Pieter Jansz [Hand] (bron: ONA Alkmaar inv nr 44) transcriptie
- Op 14-07-1640 akte waarin nazaten de akkoorden van 31-10-1614 en 26-04-1639 te niet te doen. Namens de eerste partij worden vermeld [de nazaat van Trijntje Wouters en Jan Jansz Smit] Cornelis Jansz Kaaskoper als patroon van de vicarie van Simon Willemsz, [als nazaten van Dirk Jansz Keuck en Maartje Wouters]: vicaris Simon Willemsz Keuck, zijn vader Willem Dirksz Keuck, Wouter Dirksz Keuck en Jan Willemsz Keuck alle mede namens de kinderen van wijlen Grietje Dirks [Keuck]. Als tweede partij [ de nazaten van Jan Adriaansz Kramer: Jacob Jansz [Hand], Adriaan Jansz [Hand], de weduwnaar van Aafje Jans [Hand], Heijman Maertensz Bakker, voor hun kinderen alle meden namens hun broer Pieter Jansz [Hand] (bron: ONA Alkmaar inv nr 45 fol 167) transcriptie
- Op 04-07-1644 blijkt uit het weeskamer archief dat Jan en Annetje zijn overleden Reijer Jacobsz en Cornelis Jacobsz worden vermeld omdat zij hun erfdeel van hun vader hebben ontvangen. (bron: WK Alkmaar inv nr 19 fol 218) transcriptie
- Op 25-10-1649 ontvangt Neeltje Jacobsz vrouw van Jan Pietersz de Goijer haar erfdeel van haar vader (bron: WK Alkmaar inv nr 19 fol 218) transcriptie
- Op 29-12-1649 is Jacob Jansz Hand getuigen bij de huwelijkse voorwaarden van zijn zoon Pieter Jacobsz Hant met Geertje Jacob Zoutman te Amsterdam (bron: ONA Amsterdam inv nr 1971 fol 261) transcriptie
- Op 30-12-1649 is Jacob Jansz Hand getuigen bij de ondertrouw van zijn zoon Pieter Jacobsz Hant met Geertje Jacob Zoutman te Amsterdam (bron: DTB Amsterdam inv nr 680) bron
- Op 18-01-1651 ontvangt Pieter Jacobsz Hand zijn erfdeel van zijn vader (bron: WK Alkmaar inv nr 19 fol 218) transcriptie
- Op 07-02-1652 worden de kinderen van wijlen Sijbrand Jansz en Annitje Teeuwis, Jan (23), Neeltje (19) en Dieuwertje (16) vermeld in het weeskamer archief met oom Jacob Jansz uit de Suikerbrooden en Willem van Rietwijk als voogden. Zij wordt bijgestaan door haar broer Simon Teeuwisz. (bron: WK Alkmaar inv nr 23 fol 76) transcriptie
- Op 28-04-1655 verkoopt Guurtje Pieters Soutman weduwe van Pieter Jacobsz Hand een huis en erf dat door haar schoonvader Jacob Jansz Hand was gekocht op 29-06-1617 en op 02-05-1622 aan Pieter Jansz Hand (bron: ORA Alkmaar inv nr 156 fol 14v) transcriptie
- Op 27-11-1680 testament van zijn dochter Neeltje Jacobs met als erfgenamen haar zus Neeltje Jacobs broer Reijndert Jacobsz en de weduwe van haar overleden broer Jan Jacobs, Lijsbet Jans (bron: ONA Alkmaar inv nr 199 fol 58) transcriptie
- Op 10-07-1691 machtigen enkele nazaten van Simon Willemsz, Cornelis Dirksz Voorhout en Jan Sijbransz Hand om voor hun belangen in de vicarie op te komen. Vermeld worden [de nazaten van Jan Adriaansz Hand en Neeltje Sijbrands. A) de kinderen van Adriaan Jansz Hand en Sijbrich Klaas Zeepaard,] Neeltje Adriaansz Hand vrouw van Adriaan Dirksz Voorhout, Klaas Adriaansz Hand zijn zoon Cornelis Klaasz Hand en dochter Sijbregje Klaas Hand vrouw van Jan Jansz Braak, de dochters van Jacob Adriaansz Hand [en Neeltje Pieters de Goijer] Maartje Jacobs Hand vrouw van Pieter Joost Spiegel en Sijbrech Jacobsz Hand vrouw van Samuel van Baseroij, Sijbrand Adriaansz Hand [man van Jannetje Klaas van der Velde]. B) [de kinderen van Jacob Jansz Hand en Antje Reijnders] Neeltje Jacobsz Hand weduwe van Jan Pieter Cuijck [/ de Goijer] Jacob Adriaans Hand, Jan Jacobsz Hand zijn weduwe Lijsbeth Jans Soutman, Pieter Jacobsz Hand [en Guurtje Soutman] zijn dochter Immetje Pieters Hand vrouw van Jan de Wit. C) [de kinderen van Sijbrand Jansz Hand en Antje Teeuwis] Jan Sijbrandsz Hand en zijn zoon Sijbrand Jansz Hand en Dieuwertje Sijbrands Hand weduwnaar Cornelis Dirksz Voorhout (bron: ONA Alkmaar inv nr 210 fol 72) transcriptie
- Op 25-10-1692 worden de erfgenamen van Jacob Jansz Hand vermeld in een notariele akte. Genoemd wordne Neeltje Jacobs Hand weduwe van Jan Pieters Kuik, de weduwe van Jan Jacobsz Hand, Lijsbet Jans en hun kinderen, de nagelaten dochter van Pieter Jacobsz Hand, Jannetje Pieters vrouw van Jan Jansz de Wit en [de kinderen van Reijnder Jacobsz] Jacob Reijndersz Hand, Aafje Reijnders Hand en Annitje Reijnders Hand vrouw van Dirk Pietersz Muijs. Verde de universele erfgenamen van Grietje Simons, Adriaan Maartensz Gorter man van Maartje Cornelis (bron: ONA Alkmaar inv nr 211 fol 148) transcriptie

Otr. (1) [10106] ? te ? Tr. rond 1614 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Annetje (Annetje) Reinders ? [33723].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ±1628 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
Dr. van Reinder (Reinder) ? [33724] en ? (?) ? [33725].
Otr. (2) [10107] ? te ? Tr. ±02-1632 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Guurtje (Guurtje) Jans ? [33726].
Geb. ? te verm. Wormerveer (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Dr. van Jan (Jan) ? [33727] en ? (?) ? [33728].
- Op 27-02-1632 huwelijkse voorwaarden tussen Jacob Jansz Kruidenier weduwnaar en Guurtje Jans (bron: ONA Alkmaar inv nr 65 fol 387) transcriptie
   2. v  Aafje (Aafje) Jans KRAMER [33730].
Geb. rond 1590 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ±06-1635 te Alkmaar (bron: ?), begr. op 05-06-1635 te Alkmaar (bron: DTB Alkmaar inv nr 40). bron.
- Op 20-04-1616 worden Lubbert Jansz en Jacob Jansz ooms van moederszijde van wijlen Anna Jansz en Heijman Maartensz aangesteld als voogden over de 8 weken oude Maarten (bron: WK Alkmaar inv nr 18 fol 103) transcriptie
Otr. [10108] ? te ? Tr. >1616 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Heijman (Heijman) Maartensz BAKKER [33731], bakker.
Geb. rond 1590 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ±10-1665 te ? (bron: ?), begr. op 31-10-1665 te Alkmaar (bron: DTB Alkmaar inv nr 40), graf noord gang 183 bron.
Zn. van Maarten (Maarten) ? [33732] en ? (?) ? [33733].
Heijman Heijman Maartensz Bakker hertrouwd:
Otr. [10110] ? te ? Tr. voor 1635 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Met Annetje (Annetje) Jans ? [33737].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ±03-1616 te ? (bron: ?), begr. op ? te ? (bron: DTB Alkmaar inv nr 39). bron.
Dr. van ? (?) ? [33738] en ? (?) ? [33739].

Heijman Heijman Maartensz Bakker hertrouwd:
Otr. [10109] ? te ? Tr. ±1636 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Met Jannetje (Jannetje) Cornelis ? [33734].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Dr. van Cornelis (Cornelis) ? [33735] en ? (?) ? [33736].

- Op 26-04-1639 akkoord over de verhuur en opbrengsten van de vicarie landen tussen de nazaten van de stichter. Als eerste partij [de nazaat van Trijntje Wouters en Jan Jansz Smits] Cornelis Jansz Kaaskoper als patroon van de vicarie van Simon Willemsz, [als nazaten van Dirk Jansz Kueck en Maartje Wouters]: vicaris Simon Willemsz Keuck, zijn vader Willem Dirksz Keuck, Wouter Dirksz Keuck en Jan Dirksz Keuck alle mede namens de kinderen van wijlen Grietje Dirksz Keuk en als tweede partij [de nazaten van Jan Adriaansz Kramer] Jacob Jansz [Hand / Kruidenier], Adriaan Jansz Hand, de weduwnaar van Aafje Jans [Hand] , Heijman Maartensz Bakker voor hun kinderen alle meden namens hun broer Pieter Jansz [Hand] (bron: ONA Alkmaar inv nr 44) transcriptie
- Op 14-07-1640 akte waarin nazaten de akkoorden van 31-10-1614 en 26-04-1639 te niet te doen. Namens de eerste partij worden vermeld [de nazaat van Trijntje Wouters en Jan Jansz Smit] Cornelis Jansz Kaaskoper als patroon van de vicarie van Simon Willemsz, [als nazaten van Dirk Jansz Keuck en Maartje Wouters]: vicaris Simon Willemsz Keuck, zijn vader Willem Dirksz Keuck, Wouter Dirksz Keuck en Jan Willemsz Keuck alle mede namens de kinderen van wijlen Grietje Dirks [Keuck]. Als tweede partij [ de nazaten van Jan Adriaansz Kramer: Jacob Jansz [Hand], Adriaan Jansz [Hand], de weduwnaar van Aafje Jans [Hand], Heijman Maertensz Bakker, voor hun kinderen alle meden namens hun broer Pieter Jansz [Hand] (bron: ONA Alkmaar inv nr 45 fol 167) transcriptie
- Op 22-02-1666 boedelscheiding tussen Jannetje Cornelis weduwe van Heijmen Maartensz Bakker en Maartje Heijmensz Tullingen en Neeltje Heijmens vrouw van Outger Harksz (bron: ONA Alkmaar inv nr 238 fol 144v) transcriptie

   3. m  Adriaan (Adriaan) Jansz HAND [28336] (code: 2^13), geb. ±1598 te ? (zie 13094).
   4. m  Sijbrand (Sijbrand) Jansz KRAMER [33697].
Geb. rond 1602 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. 05-1638 te Alkmaar (bron: ?), begr. ? te ?
- Op 30-04-1612 zou Jan Adriaan Kramer uit Alkmaar als vader en voogd van Simon [= Sijbrand] Jansz patroon zijn geworden. Dit volgens een verklaring van 27-04-1616 akte door Dirk Hamel als advocaat van Jan Adriaansz Kramer . (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_20 fol 422) transcriptie
- Op 14-12-1612 hebben de gecommitteerde raden het verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar ingewilligd om zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] aan te stellen als vicaris. (bron: Gecommitteerde Raden OA den Haag inv nr 3.01.04.01-1778 fol 20) transcriptie
- Op 20-12-1612 draagt van Jan Adriaansz [Kramer] uit Alkmaar, voor de notaris in Schagen nogmaals zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] voor als vicaris van de vicarie van Simon Willemsz . Dit volgens een kopie akte. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 35) transcriptie
- Op 05-03-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand] wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Procureur [Hendrik] Pots wordt in de kantlijn vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 83) transcriptie
- Op 12-03-1613 vermelding van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Simon [= Sijbrand] Jansz [Hand] wegens zijn eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. Procureur Hendrik Boom wordt in de kantlijn vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 94) transcriptie
- Op 20-03-1613 meld Hendrik Boom zich namens het weeshuis bij het hof vanwege de eis van Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] [33697]. Ook Franchois de Witte meld zich namens Wouter Dirksz [Keuck] voor diens zoon Pieter Woutersz [Keuck]. Hij meld dat Maartje Wouters vrouw van Dirk Jansz Keuck de wettige patronesse is van de vicarie van Simon Willemsz en zij haar kleinzoon als vicaris heeft aangesteld. Hij geeft Hendrik Boom en Hendrik Pots 14 dagen om te reageren (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-429 fol 26 ) transcriptie
- Op 20-03-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand]. In de kantlijn wordt ook procureur Franchois de Witte voor Wouter Dirksz Keuck vermeld. Beide wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. In de kantlijn wordt ook verwezen naar het verweer van procureur Hendrik Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 102) transcriptie
- Op 22-03-[1613] verweer door procureur Hendrik Pot, namens het weeshuis tegen de eis van 05-03-1613 door Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand]. Dit gelijk met de eis door Wouter Dirksz Keuck en zijn procureur Franchois de Witte. Aldus een kort verslag van deze gebeurtenissen. Akte uit een verzameling met Q3) vermelding van een reactie van het weeshuis aan de staten van Holland (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 66 + 76) transcriptie transcriptie
Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand]. Hij verwerpt de conclusie van Hendrik Pots namens het weeshuis en de eis van Franchois de Witte namens Wouter Dirksz [Keuck] voor diens zoon Pieter Woutersz [Keuck]. Hij geeft Hendrik Boom en Hendrik Pots 14 dagen om te reageren (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02-429 fol 27 ) transcriptie
- Op 19-04-1613 vermelding van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand] en Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter [Woutersz Keuck] wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp. In de kantlijn wordt een reactie vermeld van procureur [Hendrik] Boom op zowel procureur [Franchois de] Witte als procureur [Hendrik] Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 129) transcriptie In 1613 vermeld in een akte uit een verzameling met R) verwijzing naar een beroep voor de de staten van Holland (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 76) transcriptie
- Op 13-07-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrand Jansz [Hand] en procureur Franchois de Witte voor Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter [Woutersz Keuck]. Dit wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp vertegenwoordigd door procureur Hendrik Pots. In de kantlijn wordt een reactie verzocht van zowel procureur Franchois de Witte als procureur [Hendrik] Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 213) transcriptie
- Op 30-07-1613 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en procureur Franchois de Witte voor Wouter Dirksz Keuck als vader van Pieter Woutersz Keuck. Dit wegens hun eis bij de staten van Holland tegen het weeshuis van Nieuwe Niedorp vertegenwoordigd door Hendrik Pots. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_198 fol 244) transcriptie
- In 1613 Cornelis de Cocq en Hendrik Pots vermelden diverse bewijsstukken in relatie tot de rechtzaak aangespannen door Jan Adriaansz Kramer als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en door Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter Woutersz [Keuck] (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 76) transcriptie
- Op 20-06-1614 verzoekt het hof dat Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter Woutersz [Keuck] zich op 08-07-1614 bij Albert de Veer te Callantsoog te melden voor een hoorzitting. Op 09-07-1614 is de akte aangevuld met de opdracht van Albert de Veer gedaan aan de verschillende partijen. (bron: ORA den Haag inv nr 3-03-02_886 fol 29) transcriptie
- Op 24-06-1614 nogmaals verzoek van het hof dat Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader van Sijbrant Jansz [Hand] en Wouter Dirksz [Keuck] als vader van Pieter Woutersz [Keuck] zich op 08-07-1614 bij Albert de Veer te Callantsoog melden omdat ze nog niet tot een oordeel kunnen komen. (bron: ORA den Haag inv nr 3-03-02_933 fol 128) transcriptie
- Op 09-07-1614 geeft procureur Hendrik Pots en advocaat de Cocq een samenvatting van zijn pleidooi bij de hoorzitting van Albert de Veer. wegens het geschil tussen het weeshuis en Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrant Jansz [Hand] en Wouters Dirksz ook voor zijn zoon. De procureur Hendrik Pots geeft zijn visie. Hij probeert aan te tonen dat na het overlijden van Grote Reijer [Willemsz] tijdens de 80 jarige Cornelis Jansz Molenaar 27 jaar geleden rechtmatig is aangesteld tot patroon en dat deze Cornelis Jansz Ex / Fecke 25 jaar geleden bevestigd is tot vicaris. Hij verwijst naar de verklaringen van Jan Adriaansz Kramer en Catharina Matthijs die dit bevestigen.Maartje Wouters wordt ook vermeld met de claim voor haar zoon. Dit in 42 artikelen met de verwijzing naar de onder D tot en met M ingediende stukken (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 179) transcriptie
- Op 17-01-1615 verzoek van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader en voogd van Sijbrant Jansz [Hand] via de deurwaarder aan procureur Hendrik Pots om 24-01-1615 voor de schout en schepen van Schagen te verschijnen om Catharina Matthijs onder ede te horen verklaren over de onder F) ingebrachte stukken (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 131) transcriptie
- Rond 1615 samenvatting bewijsstukken door advocaat C de Cocq en procureur H[endrik] Pots in het proces tegen Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar namens zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] voor Albert de Veer. Vermeld word de benoeming van Cornelis Jansz Molenaar tot patroon en de nog levende Cornelis Jansz Fecke tot vicaris. Dat deze Cornelis Jansz Fecke gedurende zijn leven recht heeft op de opbrengsten uit de vicarie en dat hij de vicarie landen zelf heeft overgedragen aan het weeshuis. J) verwijst naar het geschil van voor 02-1588 met de uitspraak van 04-02-1588 betreffende de aanstelling door Cornelis Jansz Molenaar van Cornelis Jansz Fecke M) Verwijzing naar de verklaringen [van 17-04-1615] door Jan Simonsz [Munnick] en Neeltje Klaas dat Cornelis Jansz Molenaar na het overlijden van Grote Reijer aangesteld is tot patroon omdat hij verwant was aan Simon Willemsz , de stichter van de vicarie. Dit in een stuk met 92 artikelen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 236) transcriptie
- Rond 1615 bewijsstukken verzameld door procureur Hendrik Pots verzameld voor de hoge raad in de zaak aangespannen door Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] [33697]. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 255) transcriptie
- Op 20-01-1616 uitspraak waarin Jan Adriaansz Kramer onverwacht in het gelijk wordt gesteld. Volgens Jan Adriaansz Kramer had Simon Willemsz een broer [= neef] Cornelis Willemsz de vader van zijn moeder Grietje Cornelis [33689]. Adriaan Jacobsz de [2de man] van Grietje Cornelis en vader van Jan Adriaansz Kramer had geen intresse in de vicarie omdat hij gereformeerd was. Tijdens de reformatie is Cornelis Jansz Molenaar patroon geworden die volgens hem in 1605 [1607] is overleden waarna hijzelf op 14-12-1612 de vicarie voor zijn zoon Sijbrand Jansz Hand heeft opgeist. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_708 fol 3) transcriptie
- Op 11-03-1616 sommeert deurwaarder Cornelis van Molenvliet, op verzoek van Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrant Jansz [Hand] de weesmeesters en bestuurders van Nieuwe Niedorp op 21-03-1616 naar de herberg de Vergulde Valk in den Haag komen. Dit om ze te dwingen de uitspraak van 20-01-1616 op te volgen. Op 24-03-1616 wordt er door de weesmeesters en bestuurders verklaard dat Cornelis Jansz Fecke het ronde akkertje vanaf 1596 voor hem zelf heeft gehouden. De opbrengsten zijn verder ten goede gekomen aan de weeskinderen. Verwezen wordt naar artikel 2 t/m 6 en L en F. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 163) transcriptie
- Op 22-03-1616 vermelding door procureur [Hendrik] Boom van Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] [33697]. Hij laat de bestuurders van weeshuis Jacob Pietersz Brammen, Cornelis Klaas en de burgemeesters Cornelis Reijersz en Klaas Klaasz Smit gijzelen. In de kantlijn protest door Hendrik Pots in de kantlijn. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 129 + OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 178) transcriptie transcriptie
- Op 22-03-1616 schrijven door advocaat Cornelis de Cocq namens de weesmeesters uit Nieuwe Niedorp aan de hoge raad. Dit betreffende de gijzeling van de weesmeesters door Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader een voogd van Sijbrand Jansz [Hand] vanwege het niet nakomen van de uitspraak van 20-01-1616. Dit volgens een kopie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 270) transcriptie
- Op 22-03-1616 verslag van de reactie door Hendrik Pots namens de weesmeesters en burgemeesters uit Nieuwe Niedorp aan de hoge raad. Dit wegens hun gijzeling op verzoek van procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader een voogd van Sijbrand Jansz [Hand]. Vermeld worden de weesmeesters Jacob Pietersz Brammen, Cornelis Klaas en de burgemeesters Cornelis Reijersz en Klaas [Klaasz] Smit. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 271) transcriptie
- Op 06-04-1616 verzoek door Reijer Cornelis secretaris van Geestmerambacht [voor Cornelis Jansz Fecke] aan Nicolaas van der Seevanck. Hij vraagt om twee aktes gemaakt in 1587 door zijn vader [Hendrik Dirksz van Seevanck] op verzoek van de vader [Jan Pietersz Fecke ] van de door de gecommitteerde raden van West-Friesland en Noorderkwartier aangestelde vicaris. Dit omdat Jan Adriaansz Kramer hem uit zijn bezit probeert te zetten (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 194) transcriptie
- Op 11-04-1616 daagt Cornelis Jansz Fecke, Jan Adriaansz Kramer als vader van Sijbrant Jansz [Hand] voor het gerecht van Nieuwe Niedorp omdat hij in 1587 is aangesteld als vicaris van de vicarie van Simon Willemsz en deze deels heeft overgedragen aan het weeshuis. Hij stemt als niet in met de uitspraak van hof betreffende de overdracht van de vicarie door het weeshuis aan Jan Adriaansz Kramer. (bron: ORA Nieuwe Niedorp inv nr 5659 fol 130) transcriptie
- Op 27-04-1616 richt advocaat Dirk Hamel zich namens Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar tot de hoge raad. Op 30-04-1612 zou Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar als vader en voogd van Simon [= Sijbrand] Jansz patroon zijn geworden. Op 14-12-1612 is dit bevestigd door de staten van Holland en Westfriesland waarna ze op 20-12-1612 het grond en aardroering doen. Het weeshuis beweerde echter dat Cornelis Jansz Molenaar als patroon Cornelis Jansz Fecke zou hebben aangesteld tot vicars en deze laatste op 28-07-1596 de vicarie landen zou hebben overgedragen aan het weeshuis. In de rechtzaak die volgt wordt Jan Adriaansz Kramer op 20-01 1616 in het gelijk gesteld. Cornelis Jansz Fecke respecteert de uitspraak niet en vind dat, omdat de overdracht aan het weeshuis geen waarde heeft, hij nog steeds de bezitter is. Daarom heeft hij het land verhuurt aan Floris Klaas Smit en Jan Dirksz Bakker. Daarbij heeft hij de beesten die in het weiland liepen eruit gejaagd en zijn eigen beedten daarvoor in de plaats op het land gebracht. De advocaat eist de landen weer op en een schade vergoeding. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_20 fol 422) transcriptie
- Op 03-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] wegens het geschil tegen Cornelis Jansz Fecke en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker bijgestaan door Dirk Boot. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 183) transcriptie
- Op 11-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] wegens het geschil tegen Cornelis Jansz Fecke, en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker bijgestaan door Dirk Boot. Tevens wordt de gijzeling van de weesmeesters bijgestaan door Hendrik Boom vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 190) transcriptie
- Op 17-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] met een nieuwe eis tegen Cornelis Jansz Fecke, en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker. De gedaagde worden bijgestaan door Dirk Boot die verklaard dat ze het eens zijn met de eis en dat Cornelis Jansz Fecke ze geen aanspraak meer zal maken op deze vicarie landen. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_431 fol 12) transcriptie
- Op 17-05-1616 vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer voor zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] wegens het geschil tegen Cornelis Jansz Fecke en de huurders van de vicarie landen, [zijn zwager] Floris Klaasz Smit en Jan Dirksz Bakker bijgestaan door Dirk Boot. Tevens wordt de gijzeling van de weesmeesters bijgestaan door Hendrik Boom vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 199 + 207) transcriptie transcriptie
- Op 08-06-1616 vermelding Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen Cornelis Jansz Fecke die gewapend de beesten, van de pachters van Jan Adriaansz Kramer uit het land heeft gejaagd en zijn eigen twee lammeren daar liet grazen. Er wordt schadeloos stelling en overdracht van, al het tot de vicarie behorende land inclusief het ronde akkertje, geëist. In de kantlijn wordt op 10-06-1616 toegevoegd dat de uitspraken van 17-05-1616 en 02-06-1616 niet zijn uitgevoerd. Op 14-06-1616 zal Cornelis Jansz Fecke schriftelijk uitleg moeten geven. Dirk Boot en Hendrik Boom worden ook vermeld. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 227) transcriptie
- Op 08-06-1616 [? nogmaals]vermelding door procureur Hendrik Boom namens Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen Cornelis Jansz Fecke van Nieuwe Niedorp. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 230) transcriptie
- Op 14-06-1616 vermelding Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen Cornelis Jansz Fecke van Nieuwe Niedorp. Hendrik Boom wordt ook vermeld. Er wordt verwezen naar 11-06-1616 (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_201 fol 232) transcriptie
- Op 28-06-1616 vermelding door procureur [Hendrik] Boom namens Jan Adriaansz Kramer als vader en voogd van Sijbrand Jansz uit Alkmaar voor de staten van Holland tegen procureur [Dirk] Boots namens Cornelis Jansz Fecke en het weeshuis van Nieuwe Niedorp. In de kantlijn wordt op 30-06-1616 toegevoegd dat Cornelis Jansz Fecke de beesten van de pachters van Jan Adriaansz Kramer uit het land heeft gejaagd en zijn eigen twee lammeren daar liet grazen. Op 02-07-1616 wordt er verzocht om juridisch advies en op 07-07-1616 blijkt dat als gevolg van deze aktie door Cornelis Jansz Fecke hij ook het ronde akkertje moet overdragen en de kosten moet compenseren. Alle vicarie landen over worden gedragen aan Jan Adriaansz Kramer (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3.03.02_201 fol 262) transcriptie
- Op 30-06-1616 meld Hendrik Boom namens namens Jan Adriaansz Kramer [33684] als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand] [33697] uit Alkmaar voor de staten van Holland hoe Cornelis Jansz Fecke de uitspraak van 17-05-1616 niet respecteerd en op 02-06-1616 met zijn broer zijn huurders gewapenderhand uit hun land heeft gejaagd. Ze vragen nogmaals om bevestigd te worden in alle vicarie landen inculusief het ronde akkertje en willen een schade vergoeding. Dirk Boot ontkend namens Cornelis Jansz Fecke dat hij de huurders uit het land heeft gejaagd en verklaard dat hij slechts de twee lammeren eruit wilde halen. Ze ook willen de kosten vergoeden. Op 07-07-1616 besluit het hof dat Cornelis Jansz Fecke het ronde akkertje moet overdragen en de onkosten moet vergoeden. (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_500 fol 378) transcriptie
- Rond 06-1616 inventaris door C[ornelis] de Cocq en procureur [Hendrik] Pots voor de hoge raad opgemaakt voor de weesmeester en secretaris Cornelis Jansz Hogeboom vanwege de rechtszaak met Jan Adriaansz Kramer als vader van Sijbrand Jansz [Hand] [33697]. A) Vermelding procureur Hendrik Pots namens de gegijzelde. Met een verwijzing naar rechtsdag 22-03-1616. B) verwijzing naar 22-03-1616 en 24-03-1616 C) verklaringen van 29-05-1616 [kopie van 02-04-1616] door Trijntje Pieters de weduwe van Jan Pietersz Fecke, Floris Klaas Smit en Dirk Klaas Schotvanger. Met een verwijzing nummer 26 naar het geschil van 14-05-1593 D) Bewijs voor artikel 1 en 2 .Een certificaat van de burgemeesters en weesmeesters van Nieuwe Niedorp van 29-05-1616. E) bewijs voor artikel 3, 4, 5 en 6 F) notulen (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 201 + 208) transcriptie transcriptie


- Op 12-07-1616 draagt Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar namens zijn zoon Sijbrand Jansz [Hand] de vruchten uit de vicarie landen, inclusief die van het ronde akkertje, over aan het armenhuis van Alkmaar. Dit vanaf 1596 volgens de uitspraak van de hoge raad van 07-07-1616. Dit volgens een op 21-07-1616 door Cornelis Jansz Hoogeboom gekopieerde notariële akte van 20-07-1616 waaraan is toegevoegd dat Cornelis Jansz Fecke de vicarie landen waren gegeven en het enige middel van bestaan was voor hem, zijn zuster en zijn moeder maar dat zij zich neer leggen bij de uitspraak. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 274) transcriptie
- Op 30-07-1616 akte wegens het geschil tussen het weeshuis van Nieuwe Niedorp en Jan Adriaansz Kramer namens zijn zoon Sijbrant Jansz [Hand] betreffende de opbrengsten uit de vicarie landen. Deze komen vanaf de start van het proces toe aan de eiser. Het bezit van het Ronde Akkertje dat nog wordt gebruikt door Cornelis Jansz Fecke is nog in beraad. Dit mede volgens een uittreksel (bron: Staten van Holland en West-Friesland inv nr 3-03-02_934 fol 67 + OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 172) transcriptie transcriptie
- Op 03-08-1616 Akte wegens het geschil tussen het weeshuis van Nieuwe Niedorp en Jan Adriaansz [Kramer] koornkoper te Alkmaar als vader en voogd van Sijbrand Jansz [Hand]. Naast Hendrik Pots wordt ook Dirk Willemsz van de hoge raad vermeld. Er wordt verwezen naar de rechtsdag van 30-07-1616 en de volgende rechtsdag op 05-09-1616. Dit volgens een kopie (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-137 fol 280) transcriptie
- Op 03-08-1616 brief van H[endrik] Persijn als reactie op het schrijven van Cornelis Jansz Hoogeboom van 21-07-1616. Hij is niet blij met de onjuiste verklaring van Cornelis Jansz [Fecke] dat hij niet op de hoogte was van het proces dat Jan Adriaansz Kramer [33684] tegen het weeshuis had aangespannen. Dat terwijl deze partij een kopie uit 1613 had waarmee Cornelis Jansz [Fecke] aan de schepenen wilde bewijzen nog in leven te zijn [02-03-1613]. (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-4a fol 133) transcriptie


- Op 19-12-1616 maakt Jan Adriaansz zijn testament op als erfgenamen worden vermeld zijn vrouw Neeltje Sijbrants en zijn kinderen Jacob, Adriaan, Pieter, Sijbrand, Grietje, Aafje en Anna. Tevens wordt de vicarie van Simon Willemsz vermeld en de kosten voor de rechtzaak tegen het weeshuis.(bron: ONA Alkmaar inv nr 62 fol 221) transcriptie
- Op 30-06-1651 verklaring vanwege de komende rechtdag van 30-07-1651. Op 20-01-1616 was Jan Adriaansz Kramer aangesteld tot patroon en diens zoon Sijbrant Jansz [Hand] aangesteld tot vicaris. Op 15-03-1639 zijn Cornelis Jansz Kaaskoper uit Nieuwe Niedorp aangesteld tot patroon en zijn neef Simon WIllemsz Keuck tot vicaris.Op 23-06-1647, 07-12-1649 en 30 06-1651 hebben de kerkmeesters geprobeerd om de vicarie landen in bezit te krijgen. De kerkmeesters melden nog dat de vicarie ook ten gunste zou moeten komen van de godsdienst zoals zij ook op 10-05-[1651] en 28-06-1651 hebben beschreven en op 05-07-1651 opnieuw zullen aangeven. Dit volgens een kopie, en een kopie van deze kopie van 03-07-1651 (bron: OA Nieuwe Niedorp inv nr 552-114 fol 18 + 27) transcriptie transcriptie
- Rond 1651 vermelding van de rechtzaak van Jan Adriaansz Kramer uit Alkmaar. Hij is patroon geworden en heeft die zij zoon Sijbrant Jansz aangesteld tot vicars. Na zijn overlijden, in 1639 heeft Willem Dirksz Keuck als patroon zijn zoon Simon Wilemsz [Keuck] aangesteld tot vicaris.. (bron: oa Nieuwe Niedorp inv nr 552-114 fol 30 + 48 + 50) transcriptie transcriptie transcriptie
- Op 07-02-1652 worden de kinderen van wijlen Sijbrand Jansz en Annitje Teeuwis, Jan (23), Neeltje (19) en Dieuwertje (16) vermeld in het weeskamer archief met oom Jacob Jansz uit de Suikerbrooden en Willem van Rietwijk als voogden. Zij wordt bijgestaan door haar broer Simon Teeuwisz. (bron: WK Alkmaar inv nr 23 fol 76) transcriptie
- Op 04-07-1661 krijgen Jan Sijbrandsz en Dieuwertje Jansz [sic] vrouw van Cornelis Dirksz hun goederen van het weeshuis van voogd Rietwijk en hun moeder (bron: WK Alkmaar inv nr 23 fol 76) transcriptie
- Op 10-07-1691 machtigen enkele nazaten van Simon Willemsz, Cornelis Dirksz Voorhout en Jan Sijbransz Hand om voor hun belangen in de vicarie op te komen. Vermeld worden [de nazaten van Jan Adriaansz Hand en Neeltje Sijbrands. A) de kinderen van Adriaan Jansz Hand en Sijbrich Klaas Zeepaard,] Neeltje Adriaansz Hand vrouw van Adriaan Dirksz Voorhout, Klaas Adriaansz Hand zijn zoon Cornelis Klaasz Hand en dochter Sijbregje Klaas Hand vrouw van Jan Jansz Braak, de dochters van Jacob Adriaansz Hand [en Neeltje Pieters de Goijer] Maartje Jacobs Hand vrouw van Pieter Joost Spiegel en Sijbrech Jacobsz Hand vrouw van Samuel van Baseroij, Sijbrand Adriaansz Hand [man van Jannetje Klaas van der Velde]. B) [de kinderen van Jacob Jansz Hand en Antje Reijnders] Neeltje Jacobsz Hand weduwe van Jan Pieter Cuijck [/ de Goijer] Jacob Adriaans Hand, Jan Jacobsz Hand zijn weduwe Lijsbeth Jans Soutman, Pieter Jacobsz Hand [en Guurtje Soutman] zijn dochter Immetje Pieters Hand vrouw van Jan de Wit. C) [de kinderen van Sijbrand Jansz Hand en Antje Teeuwis] Jan Sijbrandsz Hand en zijn zoon Sijbrand Jansz Hand en Dieuwertje Sijbrands Hand weduwnaar Cornelis Dirksz Voorhout (bron: ONA Alkmaar inv nr 210 fol 72) transcriptie

Otr. [10105] ? te ? Tr. rond 1628 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Annetje (Annetje) Matheus ? (Teeuwis) [33713].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ±05-1664 te Alkmaar (bron: ?), begr. op 05-05-1664 te Alkmaar (bron: DTB Alkmaar inv nr 40 + 83), graf zuiderkruis 27 bron bron.
Dr. van Teeuwis (Teeuwis) ? [33714] en ? (?) ? [33715].
- Op 10-10-1662 maakt Annetje Matheus weduwe van Sijbrant Jansz Hand haar testament. Genoemd worden haar zoon Jan Sijbrantsz Hand en dochter Dieuwertje Jans Hand. Toegevoegd is een akte van 08-10-1662 waarin ze een huis en mostertmaler verkoopt aan Adriaan Pietersz Zwart. (bron: ONA Alkmaar inv nr 177 fol 220) transcriptie
- Op 15-01-1664 maakt Annetje Matheus weduwe van Sijbrant Jansz Hand opnieuw een testament. Genoemd worden haar zoon Jan Sijbrantsz Hand en zijn vrouw Grietje Dirks, haar dochter Dieuwertje Jans Hand, haar broer Simon Matheus en zijn dochter Maartje Simons. Ook de verkoop aan Adriaan Pietersz Zwart wordt weer vermeld en er wordt verwezen naar de akte van 10-10-1662. (bron: ONA Alkmaar inv nr 177 fol 220) transcriptie

   5. m  Pieter (Pieter) Jansz HAND [33729].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
- Op 19-12-1616 maakt Jan Adriaansz zijn testament op als erfgenamen worden vermeld zijn vrouw Neeltje Sijbrants en zijn kinderen Jacob, Adriaan, Pieter, Sijbrand, Grietje, Aafje en Anna. Tevens wordt de vicarie van Simon Willemsz vermeld en de kosten voor de rechtzaak tegen het weeshuis.(bron: ONA Alkmaar inv nr 62 fol 221) transcriptie
- Op 26-04-1639 akkoord over de verhuur en opbrengsten van de vicarie landen tussen de nazaten van de stichter. Als eerste partij [de nazaat van Trijntje Wouters en Jan Jansz Smits] Cornelis Jansz Kaaskoper als patroon van de vicarie van Simon Willemsz, [als nazaten van Dirk Jansz Kueck en Maartje Wouters]: vicaris Simon Willemsz Keuck, zijn vader Willem Dirksz Keuck, Wouter Dirksz Keuck en Jan Dirksz Keuck alle mede namens de kinderen van wijlen Grietje Dirksz Keuk en als tweede partij [de nazaten van Jan Adriaansz Kramer] Jacob Jansz [Hand / Kruidenier], Adriaan Jansz Hand, de weduwnaar van Aafje Jans [Hand] , Heijman Maartensz Bakker voor hun kinderen alle meden namens hun broer Pieter Jansz [Hand] (bron: ONA Alkmaar inv nr 44) transcriptie
- Op 14-07-1640 akte waarin nazaten de akkoorden van 31-10-1614 en 26-04-1639 te niet te doen. Namens de eerste partij worden vermeld [de nazaat van Trijntje Wouters en Jan Jansz Smit] Cornelis Jansz Kaaskoper als patroon van de vicarie van Simon Willemsz, [als nazaten van Dirk Jansz Keuck en Maartje Wouters]: vicaris Simon Willemsz Keuck, zijn vader Willem Dirksz Keuck, Wouter Dirksz Keuck en Jan Willemsz Keuck alle mede namens de kinderen van wijlen Grietje Dirks [Keuck]. Als tweede partij [ de nazaten van Jan Adriaansz Kramer: Jacob Jansz [Hand], Adriaan Jansz [Hand], de weduwnaar van Aafje Jans [Hand], Heijman Maertensz Bakker, voor hun kinderen alle meden namens hun broer Pieter Jansz [Hand] (bron: ONA Alkmaar inv nr 45 fol 167) transcriptie
- Op 28-04-1655 verkoopt Guurtje Pieters Soutman weduwe van Pieter Jacobsz Hand een huis en erf dat door haar schoonvader Jacob Jansz Hand was gekocht op 29-06-1617 en op 02-05-1622 aan Pieter Jansz Hand (bron: ORA Alkmaar inv nr 156 fol 14v) transcriptie
- Op 07-07-1655 koopt ene Pieter Jacobsz Hand kamers en erf in Alkmaar (bron: ORA Alkmaar inv nr 156 fol 68) transcriptie
- Op 16-03-1658 verkoopt Pieter Jansz Hand kruidenier een huis en erf(bron: ORA Alkmaar inv nr 157 fol 101) transcriptie
- Op 16-07-1661 verkoopt Pieter Jansz Hand kruidernier een huis en erf (bron: ORA Alkmaar inv nr 158 fol 130v) transcriptie
- Op 22-07-1665 verkoopt Pieter Jansz Hand een kamer en erf (bron: ORA Alkmaar inv nr 159 fol 207v) transcriptie

   6. v  Grietje (Grietje) Jans KRAMER [33740].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
- Op 19-12-1616 maakt Jan Adriaansz zijn testament op als erfgenamen worden vermeld zijn vrouw Neeltje Sijbrants en zijn kinderen Jacob, Adriaan, Pieter, Sijbrand, Grietje, Aafje en Anna. Tevens wordt de vicarie van Simon Willemsz vermeld en de kosten voor de rechtzaak tegen het weeshuis.(bron: ONA Alkmaar inv nr 62 fol 221) transcriptie
   7. v  Antje (Antje) Jans KRAMER [33741].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
- Op 19-12-1616 maakt Jan Adriaansz zijn testament op als erfgenamen worden vermeld zijn vrouw Neeltje Sijbrants en zijn kinderen Jacob, Adriaan, Pieter, Sijbrand, Grietje, Aafje en Anna. Tevens wordt de vicarie van Simon Willemsz vermeld en de kosten voor de rechtzaak tegen het weeshuis.(bron: ONA Alkmaar inv nr 62 fol 221) transcriptie

Eerste blad   Vorig blad Blad 524 van 628 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad
 

Homepage |E-mail